T3 B4 V

B4 Rijk van de planten
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 133 t/m 136
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt het plantenrijk indelen in 3 stammen
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B4 Rijk van de planten
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 133 t/m 136
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt het plantenrijk indelen in 3 stammen
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 
  • Stammen planten
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Prokaryoot
Dier
Plant
Schimmel
Plastiden
Celwand
zonder celwand
zonder vacuole
zonder celkern
celkern

Slide 3 - Sleepvraag

Een zeester is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 4 - Quizvraag

Een slang is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 5 - Quizvraag

Een krab is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 6 - Quizvraag

Het skelet van deze slak is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 7 - Quizvraag

Het skelet van deze slak is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 8 - Quizvraag

Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Konijnen

Slide 9 - Quizvraag

Bij welke STAM hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Honden

Slide 10 - Quizvraag

Celkenmerken planten
  • Plastiden
  • Celwand
  • Grote centrale vacuole

Slide 11 - Tekstslide

Indelen
Rijk planten wordt verder ingedeeld in 8 stammen.
Van deze stammen moet je alleen vaatplanten en wieren kennen!

Slide 12 - Tekstslide

Stam: Wieren(algen)
Kenmerken:
  • Eencellig/veelcellig
  • Geen wortels, stengels of bloemen
  • Voortplanting: deling of sporen
Boomalgen
Kranswier
Blaaswier

Slide 13 - Tekstslide

Stam: Vaatplanten
  • Meeste planten die je kent
  • In de plant zijn vaten aanwezig voor transport van stoffen 
  • Wel wortels, stengels en bladeren.
  • Verder ingedeeld in: sporenplanten en zaadplanten

Slide 14 - Tekstslide

Sporenplanten
Kenmerken:
  • Geen bloemen
  • Voortplanting: sporen
Varens
Paardenstaart
Mos

Slide 15 - Tekstslide

Stam: Zaadplanten
Kenmerken:
  • bloemen
  • Voortplanting: zaden
Spar
Appelboom

Slide 16 - Tekstslide

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 17 - Quizvraag

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 18 - Quizvraag

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 19 - Quizvraag

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 198 t/m 201
  • Maken Opdr. 1 t/m 10  blz. 201-205

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 20 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 198 t/m 201
  • Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 201-205

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 21 - Tekstslide

Afsluiting
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt het plantenrijk indelen in 3 stammen
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.

Slide 22 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 23 - Tekstslide