3.5 Het immuunsysteem

3.5 het immuunsysteem
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.5 het immuunsysteem

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Herhaling basisstof 4; uitscheiding nieren
  • Uitleg basisstof 5; immuunsysteem
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de juiste volgorde?
A
nieren - urineblaas - urineleider - urinebuis
B
nieren - urinebuis - urineblaas - urineleider
C
nieren - urineleider - urineblaas - urinebuis

Slide 3 - Quizvraag

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 4 - Quizvraag

Welk onderdeel vervoert het urine naar de blaas?
A
Nierbekken
B
Urineleider
C
Urinebuis
D
Niermerg

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen
- Je kunt beschrijven op welke manieren immuniteit werkt en hoe dat kan ontstaan. 
- Je kunt beschrijven wat er aan de hand is bij een allergische reactie. 

Slide 6 - Tekstslide

Lichaamsvreemd
  • Lichaamsvreemde stoffen horen niet thuis in je lichaam.
  • Je lichaam kan op 3 manieren lichaamsvreemde stoffen tegenhouden.
  • Met de huid
  • Met de slijmvliezen in de luchtwegen.
  • Met zoutzuur in maagsap.

Slide 7 - Tekstslide

Infectie
Stap 1: Opeten                                             Stap 2: antistoffen maken.
(langzame bestrijding).                          (snelle bestrijding)
               

Slide 8 - Tekstslide

Antigenen en antistoffen
Cellen en virussen kunnen herkend worden door antigenen -> eiwit aan buitenkant cel.  
Witte bloedcellen herkennen lichaamsvreemde stoffen-> leert de antigenen kennen -> maken voor dat antigen een antistof.

Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot

Slide 9 - Tekstslide

Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken, je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).

Natuurlijke immuniteit > ontstaat
doordat je de ziekte zelf een keer 
doormaakt (bijv. waterpokken)

Slide 10 - Tekstslide

Vaccinaties (kunstmatige immuniteit)
Een injectie dat bestaat het uit delen van een virus of bacterie of een verzwakte versie. Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek door, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!

Slide 11 - Tekstslide

Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Sommige virussen veranderen bijna nooit, sommige virussen veranderen helaas heel snel. 

Slide 12 - Tekstslide

hoe werkt het coronavaccin?

Slide 13 - Tekstslide

En tot slot: zijn vaccins gevaarlijk?
Kort antwoord: Nee. 

Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen. 

Nog langere antwoord: Nee, want:
(4:00 t/m het einde):

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Allergie
Ook een allergie is een foutje in je immuunsysteem. Je immuunsysteem reageert dan heftig op bepaalde stoffen die eigenlijk niet gevaarlijk zijn (allergische reactie).

                                                                                                                       Anafylactische shock

Slide 16 - Tekstslide

wat
Aan de slag met Thema 3 , Basisstof 5
maken: HAVO opdr. 1 tm 3, 8 en 9 / VWO 1 tm 3, 7, 8 en 9
Hoe
lees de tekst van basisstof 5 door 
Hulp
1) boek   3) docent
Tijd
tot 5 minuten voor het einde van de les. 
Klaar?
Kijk het filmpje van Arjan Lubach over vaccineren (zie teams). 

Maak zelf een samenvatting van BS 5 óf gebruik opdr. 4 hiervoor. 






Slide 17 - Tekstslide

Op welke twee manieren kun je immuniteit krijgen? Leg beide manieren uit.

Slide 18 - Open vraag