praktische economie 3.3

Wat heb je nodig om
bedrijf te starten?
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat heb je nodig om
bedrijf te starten?

Slide 1 - Woordweb

  • Tweetallen maken
  • Een idee, wat gaan jullie beginnen?
  • Waarom, wat wil je bereiken
  • Visie, doelstelling
  • Ondernemingsvorm, waarom motiveren?

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Uitleg  Een eigen bedrijf?                       - 15 minuten
  2. Zelfstandig werken                                                                                  en vragen over paragraaf 2  stellen -  20 minuten 
  3. Afsluiting van de les                                  -    5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • ik kan de rol van de Kamer van Koophandel omschrijven
  • ik kan de verschillende rechtsvormen beschrijven
  • ik weet wat hoofdelijke aansprakelijkheid inhoudt
  • ik ken het verschil tussen een werkgever en een werknemer
  • ik kan voorbeelden geven van (niet-) commerciele organisaties

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe start je een eigen bedrijf ?
  • je hebt een goed idee nodig 
  • er zijn klanten voor jouw product / dienst
  • je hebt een aansprekende bedrijfsnaam bedacht 
  • je moet voldoen aan wetten & regels ( wellicht een diploma ?)
  • je maakt een ondernemingsplan
  • je gaat je inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK)
  • en aanmelden bij de Belastingdienst

Slide 6 - Tekstslide

Ondernemingsvorm
  • geeft aan wie de eigenaar is van het bedrijf
  • wie verantwoordelijk is voor het bedrijf
  • welke belastingen er betaald worden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Verschillende  ondernemingsvormen 
Welke rechtsvorm kies jij ? 

  • natuurlijk persoon   of 
  • een rechtspersoon 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Werknemer: iemand die in dienst van een baas betaald werk doet
Werkgever: een bedrijf dat één of meer mensen in loondienst heeft

Slide 12 - Tekstslide

Commerciele organisatie's streven naar winst
Non-profit organisaties streven niet naar winst 

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken  
maken paragraaf 3.3

Slide 14 - Tekstslide

Lesafsluiting- een paar vragen
  • wat heb je geleerd deze les ?
  • hoe heb je geleerd ?
  • wat heeft het je opgeleverd ?

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • ik kan de rol van de Kamer van Koophandel omschrijven
  • ik kan het verschil tussen een natuurlijk - en een  rechtspersoon uitleggen
  • ik weet wat hoofdelijke aansprakelijkheid inhoudt
  • ik ken het verschil tussen een werkgever en een werknemer
  • ik kan voorbeelden geven van (niet-) commerciele organisaties

Slide 16 - Tekstslide