Een activiteit organiseren

 Een activiteit organiseren
Einde schooljaar activiteit
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 110 min

Onderdelen in deze les

 Een activiteit organiseren
Einde schooljaar activiteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • het belang van goede communicatie en samenwerking
  • weet je wat een stappenplan is 
  • hebben jullie nagedacht over een activiteit
  • Jullie hebben een start gemaakt met het draaiboek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verbale communicatie

Non-verbale communicatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke communicatie
1 op 1 communiceren



Massacommunicatie
Openbare communicatie met groot bereik

 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaiboek

Wat is een draaiboek?
Waar gebruik je het voor?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een draaiboek? 
een algemene benaming voor een medium/communicatiemiddel, dat refereert aan een gebeurtenis, script of evenement, waarin tot in detail beschreven staat wat er gebeuren moet, welke middelen daarvoor nodig zijn en wie welke taken heeft.

Waarom gebruik je een draaiboek?
bv:
- vooraf de werkzaamheden goed in beeld krijgen
- wie heb je allemaal nodig
- wat heb je allemaal nodig
- op het moment zelf de regie goed kunnen voeren, gaat alles nog volgens planning?
Welke onderdelen heeft een draaiboek volgens jou?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Onderdelen draaiboek - de 7 W's
1. WAAROM
2. WIE
3. WAT
4. WAAR
5. WANNEER
6. WELKE manier (hoe)
7. WAT daarna

Slide 8 - Tekstslide

1. WAAROM? Voor welke gelegenheid bv.? Naar aanleiding van de gevonden reden(en) bepaal je wat voor een activiteit je gaat organiseren.
2. WIE? Voor wie, welke leeftijdsgroepen wil je een activiteit gaan organiseren?
3. WAT? Wat doen? Dit heeft te maken wat voor een doelgroep c.q. leeftijdsgroep je voor ogen hebt. 
4. WAAR? Als je weet wat voor een activiteit voor wie gaat organiseren moet je gaan plannen waar je deze activiteit kunt gaan houden. Houdt hierbij rekening met de doelgroep. 
5. WANNEER? Je moet hierbij rekening houden met bijv.: (School)vakanties, beschikbaarheid van de accommodatie zelf, wordt er nog meer georganiseerd op dat moment? En houd rekening met de voorbereidingstijd die je nodig hebt!
6. WELKE manier? Hoe en op welke manier ga jij deze activiteit op dat tijdstip in die accommodatie met deze groep mensen organiseren? 
De eerste vijf W’s zijn snel te beantwoorden. Maar hoe je de activiteit gaat organiseren gaat niet zo snel. Daar komt veel meer bij kijken! Hier kom ik in de volgende sheet op terug. 
7. WAT daarna? Als de activiteit afgelopen is, is de organisatie nog niet afgelopen. Want er moet nog opgeruimd worden, maar het nabespreken (evalueren) van de activiteit is eigenlijk nog belangrijker. Waarom? Omdat je n.a.v. de evaluatie weer kunt leren voor een volgende keer. Kom ik straks op terug. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies