OPS Peuter

OPS Les 2: de Peuter
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

OPS Les 2: de Peuter

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurt er vooral in de motorische ontwikkeling van de baby?

Slide 2 - Open vraag

Cognitieve ontwikkeling: Wat is geen manier hoe een baby leert?
A
Ervaren
B
Herhalen
C
Imiteren
D
Herinneren

Slide 3 - Quizvraag

Sociaal-affectieve ontwikkeling:
Hoe herkent een baby zijn/haar moeder het best?

Slide 4 - Open vraag

Lichamelijke ontwikkeling 

  • Groeitempo neemt af (daarmee eetlust ook)
  • Voornamelijk breedtegroei

Slide 5 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling
Peuters zijn voortdurend in beweging, oefening baart kunst.
  • Grove motoriek ontwikkelt, grote spieren/spiergroepen aansturen.
  • Van krassen naar binnen de lijntjes kleuren.

Slide 6 - Tekstslide

Beweegmijlpalen
Mijlpaal
Maanden
Achteruit lopen
18
Toren 3 blokjes
18
Toren 6 blokjes
24
Springen op plek
22-36
Fietsen (3wieler)
24-38
Hinkelen
36-48
Vangt stuiterende bal
48>

Slide 7 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling
  • Concreet denken
  • Magisch denken
  • Taalontwikkeling en differentiatiefase

Slide 8 - Tekstslide

Concreet denken
  • Denken over hetgeen waar je mee bezig bent of wat je op dat moment ziet. 
  • Nog geen onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie
    --> belevingswereld enorm fantasierijk. 
  • Nog geen oorzaak en gevolg.

Slide 9 - Tekstslide

Magisch denken
Na ongeveer 24 maanden:
  • Imitatiespel / fantasiespel
    - Telefoon pakken en brabbelen / pop opvoeden
    - Meer fantasie: 3 stoelen op rij zijn ineens een boot
  • Snapt nog geen relatie tussen oorzaak en gevolg.
    - Alles was hij niet zal snappen schrijft hij toe aan toverkrachten.

Slide 10 - Tekstslide

Differentiatiefase
(Taalontwikkeling: voortalige en vroegtalige fase bij de baby).
  • Peuter bevindt zich in de differentiatiefase van de taalontwikkeling
  • Gebruiken van woordcombinaties en begrijpen van eenvoudige zinnen.
  • Leert dat er verband zit tussen verschillende woorden en dit samen een zin kan vormen (Syntactische aspect).

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal-affectieve ontwikkeling
  • Ontstaan ik-besef
  • Driftig en koppig
  • Begin van gewetenontwikkeling
  • Speelt graag naast anderen
  • Ontstaan vriendschappen
  • Veel angst en fantasie
  • Lust gekoppeld aan zindelijk worden

Slide 12 - Tekstslide

Ik-besef
  • Peuter merkt dat hij de persoon is die morst / de bal weg schopt.
  • Begint zichzelf ook bij eigen naam te noemen omdat hij dit vaak hoort, later wordt dit 'ik' .
  • Ontdekt dat hij iemand is en onafhankelijke keuzes kan maken --> Egocentrisch

  • Egocentrisch: in zijn denken en doen is er geen ruimte voor anderen en kan zich hier ook niet in verplaatsen, kijken door de 'ik-bril'. 

Slide 13 - Tekstslide

Korte samenvatting peuter
Motorisch
Cognitief
Soc.-affectief
Grove motoriek
Concreet denken
Ik-besef
Beweegmijlpalen
Magisch denken
Driftig en koppig
Differentiatiefase
Gewetenontw.
Spelen naast
Onst. vriendschap
Veel angst/fantasie
Lust/zindelijk worden

Slide 14 - Tekstslide

Wat is grove motoriek?

Slide 15 - Open vraag

Als sportleider moet ik aansluiten op de rijke belevingswereld van de peuter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent 'egocentrisme'?

Slide 17 - Open vraag