Ademhaling

Ademhaling
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is ademhaling?
Proces:

Zuurstof wordt aangevoerd en opgenomen

Koolzuurgas wordt afgevoerd

Afwisseling door in- en uitademing

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Inademing
Je gebruikt spieren: actief proces

Om lucht in de longen te krijgen heb je ruimte nodig in je borstholte (thorax) dit doen de ademhalingsspieren

Slide 4 - Tekstslide

Inademen
- Via neus/mond door de luchtpijp naar de longen
- Vanuit de longen wordt zuurstof opgenomen in je bloed
- Het bloed brengt het zuurstof naar de spieren en de rest van het lijf
- Het middenrif is de belangrijkste ademhalingsspier
- Tussenribspieren zijn ook ademhalingsspieren, maar minder belangrijk

Slide 5 - Tekstslide

Uitademing
-Ontspannen van de spieren: passief proces
-Kost geen energie: zwaartekracht zorgt dat thorax zakt
- Ruimte in thorax wordt kleiner: lucht uit longblaasjes stroomt naar buiten

Slide 6 - Tekstslide

Ademfrequentie
Het aantal ademhalingen per minuut

Bij volwassene in rust: 15 tot 20x per minuut

Slide 7 - Tekstslide

Afwijkende ademfrequenties
Tachypneu

Bradypneu

Apneu

>>>

Slide 8 - Tekstslide

Trachypneu
Hoge ademfrequentie in rust

Meer dan 20x per minuut

Oorzaken kunnen zijn: koorts, sterk werkende schildklier, laag hemoglobinegehalte, bepaalde vergiftigingen

Slide 9 - Tekstslide

Bradypneu
Lage ademfrequentie in rust

Minder dan 10x per minuut

Komt vooral voor bij bepaalde vergiftigingen, bijv. opioïden 

Slide 10 - Tekstslide

Apneu (geen ademhaling)


Geen ademhaling 

Slide 11 - Tekstslide

Ademdiepte
Ademvolume: de hoeveelheid lucht die je per keer in- of uitademt

Zonder meetapparatuur moeilijk aan te geven

Slide 12 - Tekstslide

Regelmaat
Het gaat om ritme:
een vaste tijd tussen twee ademhalingen

Slide 13 - Tekstslide

Adembewegingen
-Normale ademhaling in rust: vrijwel onzichtbaar
-Gaat automatisch, moeiteloos, rustig en regelmatig
 - Je observeert: gebruikt zorgvrager...
... buik en/of borstademhaling?
... hulpademhalingsspieren (hals- en schouderspieren) bij inademen?
... buikspieren bij uitademen?

Slide 14 - Tekstslide

Ademgeluiden
Normale ademhaling: zachtjes hoor je de lucht door de neus gaan

Piepen en brommen: bronchusvernauwing

Gierende ademhaling: vernauwing in het strottenhoofd

Slide 15 - Tekstslide

Hoest en sputum
Soms kan je bij hoesten horen dat er slijm zit

Het ophoesten van sputum heet productieve hoest

Dik geelgroen slijm: bacteriële infectie

Geen slijm ophoesten: prikkelhoest

Slide 16 - Tekstslide

Effect van ademhaling
In het bloed meten: hoe veel zuurstof er in hemoglobine in de rode bloedcellen zit (zuurstofsaturatie/o2-saturatie)

Met saturatiemeter zuurstofopname in het bloed meten
Ook te meten door bloed afname uit slagader of cappilair

Normale saturatie bij gezonde mensen: tussen 96% en 100%

Slide 17 - Tekstslide

Cheyne-stokesademhaling
Komt voor in stervensfase

Kenmerkend: periodes van apneu, waarna ademhaling langzaam op gang komt, toeneemt en weer afneemt tot volgende apneu


Slide 18 - Tekstslide

Gaspen
Gaspen (agonaal ademhalingspatroon) = naar adem happen

Soms gorgelend/zagend geluid

Als circulatie is gestopt 

Als circulatie niet op gang komt (bij pasgeborene)


Slide 19 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Tekstslide

Quizzzz

Slide 21 - Tekstslide

1. Het ademhalingsstelsel bestaat uit de luchtpijp en de longen
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

2. De ademhaling wordt geregeld door de longen
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quizvraag

De ademhaling wordt geregeld door het ademhalingscentrum in de hersenstam

Slide 24 - Tekstslide

3. Een hoog koolzuurgehalte in het bloed is de belangrijkste ademprikkel
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

4. De bovenste luchtwegen bestaan uit de neus, luchtpijp en longen
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

de bovenste luchtwegen bestaan uit de neus, de keel en het strottenhoofd

Slide 27 - Tekstslide

5. Hoesten en niezen is nergens goed voor
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Hoesten en niezen is goed om de luchtwegen schoon te houden.

Slide 29 - Tekstslide

6. De functie van het strottenklepje is een prikkel geven aan de luchtpijp om de ademhaling aan te sturen
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De functie van het strottenklepje is het afsluiten van het strottenhoofd. Hierdoor komt er geen eten en drinken in de onderste luchtwegen.

Slide 31 - Tekstslide

7. De hulpademhalingsspieren zitten tussen de schouderbladen
A
juist
B
onjuist

Slide 32 - Quizvraag

De hulpademhalingsspieren zitten in de hals

Slide 33 - Tekstslide

8. Een Cheyne-stokesademhaling is hetzelfde als apneu
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Een Cheyne-stokesademhaling komt voor in de stervensfase.
Er is een moment van apneu, gevolgd door opkomende ademhaling, afnemende ademhaling en de volgende apneu.

Slide 35 - Tekstslide

9. Gaspen is naar adem happen, vaak met een zagend/gorgelend geluid
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

10. Door de neus ademen is beter dan door de mond ademen
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag