Mens en activiteit hoofdstuk 1

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht:

Maak opdracht 1.01 blz. blz. 19.


Slide 2 - Tekstslide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet welke soorten activiteiten er zijn.
De leerling weet welke organisaties activiteiten aanbieden.
De leerling kan activiteiten met een thema benoemen.
De leerlingen weet voor welke doelgroepen de organisaties activiteiten aanbieden.

Slide 3 - Tekstslide

Online inloggen:

Licentiecode activeren.

Slide 4 - Tekstslide

Nodig voor de les:
Lesboek: mens en activiteit.
Pen.
Opgeladen laptop.

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht:
Maak opdracht 1.01 (blz. 19).

Slide 6 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Sportieve activiteit = beweging


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kijkopdracht:
Maak opdracht 1.02 (blz. 20).

Slide 9 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Recreatieve activiteit = ontspanning/vrije tijd

Slide 10 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Sociale activiteit = mensen hebben contact met elkaar

Slide 11 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Educatieve activiteit = iets leren

Slide 12 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Thema activiteit = een onderwerp/voorlichting

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Kijkopdracht:
Maak opdracht 1.07 (blz. 23).

Slide 15 - Tekstslide

Soorten activiteiten:
Voorlichtingsactiviteit= informatie geven over een onderwerp.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kijkopdracht:
Maak opdracht 1.08 (blz. 24).

Slide 18 - Tekstslide

Individuele activiteit:
Individuele activiteit= is een activiteit die je  alleen doet.


Slide 19 - Tekstslide

Groepsactiviteit:
Groepsactiviteit= is een activiteit die je met mensen tegelijk doet.


Slide 20 - Tekstslide

Homogene groepen:
Homogene groepen= groepen met mensen met dezelfde eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.


Slide 21 - Tekstslide

Heterogene groepen:
Heterogene groepen= groepen met mensen met verschillende eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.


Slide 22 - Tekstslide

Soorten groep:
Horizontale groep= kinderen van dezelfde leeftijd en ontwikkeling in dezelfde groep.

Slide 23 - Tekstslide

Soorten groep:
Verticale groep= kinderen van verschillende leeftijden in dezelfde groep.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 20 t/m 28.
Onderstreep de belangrijkste zinnen/begrippen.
Maak opdracht 1.03, 1.04, 1.05, 1.06, 1.09 en 1.10 (blz. 21 t/m 28).

Slide 25 - Tekstslide

Recreatieve activiteiten
A
Activiteiten die je moet doen
B
Activiteiten alleen voor kinderen
C
Activiteiten die je alleen op school doet.
D
Activiteiten die je voor je plezier doet

Slide 26 - Quizvraag

Welke soort activiteit is ‘Eten met je buren?

A
Educatieve activiteit.
B
Recreatieve activiteit.
C
Sociale activiteit.
D
Sportactiviteit.

Slide 27 - Quizvraag

In het buurthuis wordt een avond georganiseerd waar informatie is te
krijgen over geldzaken. Wat is dit?


A
Educatieve activiteit.
B
Voorlichtingsactiviteit.
C
Sociale activiteit.
D
Thema activiteit

Slide 28 - Quizvraag

Wat voor activiteit is puzzelen?
A
Sportieve
B
Educatieve
C
Sociale
D
Recreatieve

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een sociale activiteit?
A
een activiteit buiten
B
een knutselactiviteit
C
een activiteit waarin er onderling contact met elkaar wordt gemaakt
D
een activiteit waarin er altijd 1 winnaar is

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een sportieve activiteit?
A
De Donald Duck lezen
B
Hardlopen
C
Kaarten
D
Op Instagram

Slide 31 - Quizvraag

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 32 - Quizvraag

Hoe noem je een groep kinderen met verschillende leeftijden in 1 groep?
A
Horizontale groep
B
Verticale groep
C
Primaire groep
D
Diagonale groep

Slide 33 - Quizvraag

Je begeleidt een groep kinderen van dezelfde leeftijd. Hoe heet zo'n groep?
A
Diagonale groep
B
Horizontale groep
C
Primaire groep
D
Verticale groep

Slide 34 - Quizvraag

Deelopdracht:
Klassikaal lezen blz. 210 en 211.
Uitvoeren in tweetallen opdracht 2.01.

Slide 35 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
Kinderopvang: kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, BSO.
Buurthuis of wijkcentrum.
Jongerencentrum.

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 29 t/m 32.
Maak opdracht 1.12, 1.13, 1.15 (blz. 30 t/m 33).

Slide 37 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
(Crisis)opvang.
Vrouwenopvang.
Asielzoekerscentra.
Dak- en thuislozenopvang.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.16 (blz. 34).

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.17 (blz. 35).

Slide 42 - Tekstslide

Uitleg organisaties:
Dagbesteding.
Verpleeghuis.
Verzorgingshuis.
Woonzorgcentrum.

Slide 43 - Tekstslide

Is een verzorging en verpleeghuis tijdelijk of permanent
A
Tijdelijk
B
Permanent
C
Beide
D
Geen een

Slide 44 - Quizvraag

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup en kan thuis niet revalideren.

A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 45 - Quizvraag

Meneer Akker heeft een katheter en heeft geen naasten familie meer. Meneer wil niet meer alleen wonen.
A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 46 - Quizvraag

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?
A
Mensen die geopereerd moeten worden
B
Mensen die niet graag alleen wonen
C
Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
D
Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Slide 47 - Quizvraag

Uitleg organisaties:
Gehandicaptenzorg:
lichamelijke beperking
geestelijke beperking
zintuigelijke beperking

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.20 (blz. 39).

Slide 51 - Tekstslide

Opdracht:
Lezen blz. 34 t/m 38.
Maak opdracht 1.18, 1.19, 1.215 (blz. 36 t/m 42).

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Video

Afsluiting:
Wat heb je geleerd?

Huiswerk.

Slide 54 - Tekstslide