Zomervakantiequiz 2025

Zomervakantiequiz 2025

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zomervakantiequiz 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je deze zomer gaat varen en iemand roept 'stuurboord'. Welke kant bedoelt hij dan?
A
rechterkant
B
achterkant
C
linkerkant
D
voorkant

Slide 2 - Quizvraag

15 seconden
Ga jij ergens heen
deze zomer?!

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Als je deze zomer op het strand een 'paperback' leest. Wat wordt daarmee bedoeld?
A
spannend boek
B
boek van gerecycled papier
C
boek met harde kaft
D
boek met zachte kaft

Slide 4 - Quizvraag

15 seconden

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat heeft de leraar die er later bijkomt in zijn hand? Noteer één woord.

Slide 6 - Open vraag

15 seconden
Hoe vaak wordt de leraar verbeterd door de vader? Noteer een cijfer als antwoord.

Slide 7 - Open vraag

10 seconden

Slide 8 - Tekstslide

35 sec
Wat staat er in de rebus?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vorig jaar zijn we naar Portugal .....(reizen)
A
gereist
B
gereisd
C
gereizt
D
gerezen

Slide 10 - Quizvraag

10 seconden
Eind februari staat de eerste wedstrijd op het rooster. Hoewel het nog guur kan zijn in die tijd van het jaar, hopen de wielrenners op een warme voorjaarszon.

Wat is het tegenovergestelde van ''guur''?
A
aangenaam warm
B
apart
C
de eerste tijd
D
onaangenaam koud

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een synoniem voor 'omvang'?

A
fors
B
grootte
C
grote
D
klein

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'In de Zomervakantie gaan ik lekker op vakantie naar een warm Land.'
Hoeveel fouten tel je in deze zin?
A
Geen fouten
B
Een fout
C
Twee fouten
D
Drie fouten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?

Niet alleen Renske gaat op die dag feestvieren.

A
alleen
B
gaat
C
dag
D
feestvieren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie uit L1F staat het beste gemiddelde voor Nederlands?
A
Maleena
B
Angela
C
Fenna
D
Nienke

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp in de zin?

Veel mensen zijn in september jarig
A
veel mensen
B
mensen
C
in september
D
jarig

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke artiest is dit van eigen bodem?
A
André Hazes Jr.
B
Frans Duijts
C
Peter Beense
D
André Hazes

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Naar welk woord in de zin verwijst het woord haar?

Alice vraagt bij de buren aan het meisje of zij haar ergens van kent.

A
Alice
B
bij de buren
C
het meisje
D
zij

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest gegeten
ijsje tijdens de
Nederlandse zomer?!
A
Cornetto
B
Raketje
C
Magnum
D
Calippo

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Achter welke zin hoort een vraagteken?

A
Bij een asiel in New York wordt een verlamde kat gebracht
B
Door verlamde achterpootjes kan de kat niet lopen
C
Een medewerker knutselt een rolstoel van Lego
D
Kan de kat zo’n rolstoel wel zelf besturen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze leerlingen heeft mevrouw Noorbeek dit jaar het meest verwijderd?
A
Nick
B
Luca
C
Sem
D
Jurre

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden horen met een hoofdletter?

in china won een frans team een prijs met zijn parachute.

A
In China Frans
B
China Frans Parachute
C
In Frans Parachute
D
In China

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste voltooid deelwoord van 'stofzuigen'?

A
stofgezogen
B
Stofgezuigd
C
gestofzuigd
D
stof gezogen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dylan Haegens
Furtjuh
Kalvijn
Gio
Enzo Knol
OnneDi
Nikkie Tutorials
Bokado
GameMeneer

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land, naast Nederland en België, is het Nederlands een officiële taal?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze vlaggen is die van Frankrijk?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk Engels woord komt oorspronkelijk uit het Nederlands?
A
table
B
window
C
milk
D
cookie

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wie is deze foto?
A
Lisa
B
Jaylinn
C
Luna
D
Liv

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Je hoort 3 fragmenten van bekende liedjes in deze maand. Welk liedje hoor je niet?
A
Daddy Yankee - Dura
B
David Guetta & Sia - Flames
C
Selena Gomez - Back to you
D
Shawn Mendes - In my blood

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van wie is deze hit?
A
Pharrell Williams
B
Will.i.am
C
Sam Smith
D
Justin Timberlake

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent: 'Met het
verkeerde been uit
bed stappen?'
A
Uit bed vallen
B
Met een slecht humeur de dag starten
C
Aan de verkeerde kant van het bed uitstappen
D
Slaapwandelen

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land zie je
rood gekleurd.
A
Belgie
B
Portugal
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel wenkbrauwen hebben Bert en Ernie samen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke artiesten zingen
dit nummer?
A
Snelle en Lil Kleine
B
Dopebwoy en Lil Kleine
C
Broederliefde
D
JeBroer en Snelle

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke zin is waar?
A
België ligt ten noorden van Nederland
B
België ligt ten zuiden van Nederland
C
België ligt ten oosten van Nederland
D
België ligt ten westen van Nederland

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies