KT1 Module 5 Les 4

Kerntaak 1 theorie




Les 4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Kerntaak 1 theorie




Les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. Lesindeling en lesdoelen
  3. Herhaling vorige les
  4. Nieuwe lesstof
  5. Huiswerk en afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van vandaag
Aan het eind van de les:
Weet je wat de volgende ziektebeelden inhouden: ziekte van Bechterew, tennisarm, bursitis, CANS, ganglion, contractuur van Dupuytren, baker-cyste, enkeltrauma, hamerteen, fibromyalgie, malletvinger.

Ken je de stappen van pijnmedicatie en achtergronden van de verschillende geneesmiddelen.


Literatuur: 
Medische Kennis hoofdstuk 10 
Geneesmiddelenkennis H 3.2 en 3.4

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekte van Bechterew
Ziekte van Bechterew
  • Wervels en gewrichten in bekken ontsteken en groeien aan elkaar vast
  • Rug wordt stijf en recht/bol
  • Auto-immuunziekte
  • Oorzaak onbekend
  • Vooral bij mannen

Slide 4 - Tekstslide

Ziekte begint al op op jonge leeftijd, in de adolescentie
Ziekte van Bechterew (2)
Symptomen: 
  • Pijn en stijfheid (vooral 's ochtends)
  • Vermoeidheid, afname eetlust
  • Verhoogde ontstekingswaarden in 
bloed (BSE)
  • Afwijkingen op röntgenfoto (bamboe rug)
Behandeling: Ontstekingsremmende pijnstillers, fysiotherapie, bewegen

Slide 5 - Tekstslide

Ontstekingen kunnen ook door hele lichaam
Actieve ontsteking: meer pijn

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zweepslag
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 7 - Tekstslide

Een zweepslag is een scheurtje in een spier, meestal in de kuit.
Een zweepslag ontstaat vaak als u veel kracht zet. Bijvoorbeeld bij het sporten.
Het kan ook gebeuren als u stilstaat.
U voelt opeens een scherpe pijn en kunt niet doorlopen.
Hou het been direct hoog en koel het.
Probeer elke dag iets meer te bewegen. Stop als het pijn doet en probeer het later weer.
De kuitspier wordt vanzelf beter, meestal binnen 2 tot 8 weken.

De huisarts wil verhaal horen en onderzoekt de kuit en kracht. Evt. een echo vd kuit of bloedonderzoek maar meestal niet nodig. 

evt paracetamol
Verstuikte enkel, inversietrauma 
- Wat is het? 
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 8 - Tekstslide

Verzwikte enkel
verstuikte enkel verrekte enkelband
meest voorkomend letsel van het bewegingsapparaat.
Meestal pijn aan de buitenkant van de enkel

Leg eerst uw voet hoog, bijvoorbeeld op een stoel. En koel uw enkel. Dit maakt uw klachten misschien minder.
Probeer voorzichtig of u kunt lopen.
Kunt u niet meer dan 4 stappen zetten zonder hulp? Bel dan uw huisarts of de huisartsenpost.
De huisarts kijkt of uw enkel misschien gebroken is.
Een verzwikte enkel wordt vaak vanzelf beter.
Maak een afspraak met uw huisarts als de pijn en dikte na 4 dagen niet minder worden. Of als de klachten erger worden.

Paracetamol en evt. een NSAID.
Ganglion
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 9 - Tekstslide

Een ganglion is een bobbeltje aan uw pols, vinger of voet.
Dit is een uitstulping van het gewricht.
Het kan geen kwaad.
Bij de helft van de mensen verdwijnt een ganglion vanzelf. (evt. OK of legzuigen, liever afwachten. Vroeger 'bijbelhand')

Er is geen duidelijke samenhang met hobby’s of werk.
Malletvinger
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 10 - Tekstslide

Bij een malletvinger kunt u het topje van uw vinger niet strekken. 
De pees naar het vingertopje is afgescheurd. Soms is er ook een stukje bot afgebroken.
Vaak komt dit doordat u uw vinger hard heeft gestoten. (bed opmaken)
Ga hiermee naar uw huisarts.
U krijgt 3 tot 4 maanden een spalk om uw vinger.

evt paracetamol bij pijn. 
Tennisarm
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 11 - Tekstslide

Bij een tennisarm heb je pijn aan de buitenkant van je elleboog, soms ook in je onderarm.
Je hebt meer pijn als je een vuist maakt of je pols naar achteren buigt.
De oorzaak is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk komt het doordat je te veel gedaan hebt met je arm.
Een tennisarm gaat meestal vanzelf over.
Blijf je arm zo normaal mogelijk gebruiken. Een beetje pijn mag.
Neem meer pauzes, doe minder zwaar werk en wissel bewegingen af.
CANS
‘Complaints of the Arm, Neck and/or Shoulder’

- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 12 - Tekstslide

3 risicofactoren:
1. lich belansting
2. psychosociale belasting
3. persoongebonden factoren (karakter bijv. perfectionisme)
Contractuur van Dupuytren
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?

Slide 13 - Tekstslide

Bij de ziekte van Dupuytren verandert het bindweefsel in uw hand.
U krijgt harde knobbels en dikke draden in uw hand en vingers. Deze kunnen pijn doen.
Soms worden de hand en vingers ook stijf en krom.
Soms kan een operatie een tijd helpen. Vaak komen de klachten wel weer terug.

Vaker bij  mannen en boven de 50. in sommige families.
Baker-cyste/ kniekuil-cyste
- Wat is het?
- Wat merk je?
- Oorzaken?
- Onderzoeken?
- Behandeling?
- Medicatie?

Slide 14 - Tekstslide

Een bult in de knieholte heet een kniekuil-cyste.
De bult doet meestal geen pijn.
In de bult zit slijm uit het gewricht van de knie.
De bult ontstaat doordat er te veel slijm in het gewricht zit.
Dit komt door een probleem in de knie. Zoals een kneuzing, artrose of reuma.

Heel soms haalt de huisarts het slijm weg met een prik. Dit kan een tijd helpen als u veel last heeft van de bult, omdat die bijvoorbeeld heel groot is.

evt. paracetamol. (soms injectie met corticosteroïden, maar nog geen bewijs voor werking hiervan)
Soms gaat de bult vanzelf weg. Bij artrose of reuma blijft de bult meestal.

Dik onderbeen kan teken zijn dat boed/vochtafvoer wordt beperkt. 
Hamerteen

Slide 15 - Tekstslide

Het gewrichtje tussen het eerste en tweede kootje is gebogen en tussen tweede en derde kootje gestrekt. 
kan problemen geven: Eelt, likdoorns, pijn,
Fibromyalgie
'wekedelenreuma' 

Pijn aan spier en bindweefsel (heeft niets met reumatoïde artritis te maken). 

Oorzaak is onduidelijk. 

Is het wel een echte ziekte? Heel vervelend dat het niet altijd wordt erkend. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Chronische pijn
Pijn begint vaak als een waarschuwing dat er iets beschadigd is in je lichaam. Bij een ziekte die lang duurt kan de pijn blijven terwijl de waarschuwing niet meer nodig is. 

Wat kan helpen: minder zorgen maken, ontspannen, bewegen en bezig zijn met andere dingen

Slide 18 - Tekstslide

https://www.thuisarts.nl/chronische-pijn/ik-heb-pijn-die-langer-blijft-chronische-pijn 
Adviezen bij chronische pijn
- Kijk wat de pijn voor je betekent
- Praat erover
- Blijf bezig met andere dingen
- Zoek steun bij mensen om je heen
- Blijf werken als dit kan
- Blijf acties

Slide 19 - Tekstslide

https://www.thuisarts.nl/chronische-pijn/ik-heb-pijn-die-langer-blijft-chronische-pijn 
SOLK
 Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten

Bij onderzoek wordt geen lichamelijke oorzaak gevonden voor de klachten, óf er wordt wel een oorzaak voor de klacht gevonden maar het is onduidelijk waarom klachten zo hevig zijn. 

Je kunt zelf veel doen aan de klachten ookal is de oorzaak onduidelijk, de huisarts of POH-GGZ kan daarin begeleiden. Je leert dan omgaan met de klachten. 

Slide 20 - Tekstslide

https://www.thuisarts.nl/onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten/ik-heb-onvoldoende-verklaarde-lichamelijke-klachten-sol

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Geneesmiddelen
Paracetamol                            NSAID’s
DMARD’s                                   Opiaten

Kijk in je boek (of apotheek.nl) of je namen van deze geneesmiddelen vindt die je herkent
Kan je ook vinden hoe ze werken?
Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Slide 22 - Tekstslide

Kijk in je boek (of apotheek.nl) of je namen van deze geneesmiddelen vind die je herkent
Kan je ook vinden hoe ze werken?

Stappenplan pijnstilling
Stap 1: paracetamol
Stap 2: NSAID (stap 2 a en 2b)
Stap 3: zwakwerkend opioïd (tramadol)
Stap 4: sterkwerkend opioïd (morfine, oxycodon)

Afbouwen, advies op thuisarts.nl 

Slide 23 - Tekstslide

stap 2a: Dermaal, bijv. diclofenac gel
Stap 2b: Oraal
NSAID’s
prostaglandinesynthetaseremmer

NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine. Dit stofje geeft de pijnprikkel door dus als je dat minder hebt wordt de pijnprikkel minder goed doorgegeven. 

Slide 24 - Tekstslide

Bij het pijnproces spelen prostaglandinen een belangrijke rol. Prostaglandinen zijn stoffen die in het lichaam worden gevormd. Ze hebben een belangrijke functie bij het ontstaan van pijnprikkels en het doorgeven van die prikkels aan het centraal zenuwstelsel. De pijnprikkel wordt via zenuwen doorgegeven aan het ruggenmerg en van daaruit verplaatst de prikkel zich naar de hersenen. In de hersenen wordt de prikkel herkend als pijn.
NSAID’s remmen de aanmaak van prostaglandine. Door de vorming (synthese) van prostaglandinen te remmen, vermindert de pijnprikkel. Ze worden dan ook wel prostaglandinesynthetaseremmers genoemd. Alle NSAID’s hebben een pijnstillende werking. Deze middelen hebben daarnaast een ontstekingsremmende (antiflogistisch) en/of een koortsdempende werking (antipyretisch).
De NSAID’s worden gebruikt bij lichte tot matige pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn of menstruatiepijn. Bovendien worden ze gebruikt bij ontstekingen of pijnlijke aandoeningen van de gewrichten, spieren en pezen, zoals bij schouderklachten, rugklachten of een pijnlijke knie of enkel.

NSAID's
NSAID’s werken:
- pijnstillend
- ontstekingsremmend 
- koortsdempend

Wat is het verschil met paracetamol? 

Slide 25 - Tekstslide

Paracetamol is niet ontstekingsremmend
NSAID’s
- acetylsalicylzuur
- carbasalaatcalcium                                                                   Waarom?
- diclofenac
- ibuprofen
- naproxen 

Slide 26 - Tekstslide

Een veelvoorkomende bijwerking van NSAID’s is maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan zelfs leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme; de in het lichaam gevormde prostaglandinen spelen namelijk niet alleen een rol bij het ontstaan van pijn, maar beschermen ook het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Bij langdurige irritaties, of bij patiënten die daarvoor gevoelig zijn, kan dat leiden tot een maagzweer. Deze bijwerking is dan ook niet afhankelijk van de toedieningsweg: ze kan zowel optreden na orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies treedt bij rectale toediening niet op.

NSAID's
Andere risico's:
Vergrote kans op hart- en vaataandoeningen, overgevoeligheid, nierbeschadiging
Interacties met:
antistollingsmiddelen
SSRI's (antidepressivum)
plaspillen 

Slide 27 - Tekstslide

Een veelvoorkomende bijwerking van NSAID’s is maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan zelfs leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme; de in het lichaam gevormde prostaglandinen spelen namelijk niet alleen een rol bij het ontstaan van pijn, maar beschermen ook het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Bij langdurige irritaties, of bij patiënten die daarvoor gevoelig zijn, kan dat leiden tot een maagzweer. Deze bijwerking is dan ook niet afhankelijk van de toedieningsweg: ze kan zowel optreden na orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies treedt bij rectale toediening niet op.

DMARD's
'diseas-modifying antireumatic drugs'

Duurt meestal 1-6 maanden voordat het werkt

DMARD's bij reuma:
- methotrexaat
- sulfasalazine

Slide 28 - Tekstslide

(staat niet in nieuwe boek, kan je wel tegenkomen op herhaalrecepten) dus wel leren voor de toets.
Precieze werking is niet bekend.
Worden door specialist voorgeschreven

Morfine achtige pijnstillers
Zorgen dat het 'bericht' in de hersenen niet of minder sterk aankomt. Hierdoor voelt de patiënt minder pijn en reageert er rustiger op. Heeft dus invloed op de beleving van pijn.

Morfine en oxycodon

opiumwet 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

NOS op 3: Het-gevaar-van-verdovende-superverslavende-medicijnen