De hoven in Madrid en Londen waren centra van politieke macht en culturele uitwisseling, waar kunst en muziek floreerden onder de bescherming van de vorsten. In Madrid, onder het bewind van de Habsburgers, werden kunstenaars zoals Velázquez aangetrokken, terwijl Londen, onder de Tudor- en Stuart-dynastieën, een bloeiende theatercultuur ontwikkelde. De vorsten gebruikten kunst om hun status en macht te benadrukken, wat resulteerde in een ongekende productie van schilderijen, theaterstukken en muzikale composities.