Spelling blok 5 les 3 en 4
1 / 21
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
woorden met isch
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Dictee:
Luister goed, schrijf de woorden onder elkaar op!
Luister goed, schrijf de woorden onder elkaar op!
1
2
3
4
Slide 4 - Open vraag
Dictee:
Luister goed, schrijf de woorden onder elkaar op!
Luister goed, schrijf de woorden onder elkaar op!
5
6
7
8
Slide 5 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
elastiek: een .................. broek
elastiek: een .................. broek
Slide 6 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
komiek: een .................. situatie
komiek: een .................. situatie
Slide 7 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
humor: een .................. programma
humor: een .................. programma
Slide 8 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
kritiek: een .................. opmerking
kritiek: een .................. opmerking
Slide 9 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
Indië: een .................. olifant
Indië: een .................. olifant
Slide 10 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
chaos: een .................. dag
chaos: een .................. dag
Slide 11 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
chemie: een .................. fabriek
chemie: een .................. fabriek
Slide 12 - Open vraag
maak woorden met isch(e)
chemie: een .................. fabriek
chemie: een .................. fabriek
Slide 13 - Open vraag
(vinden-tt)
................... jij duiken leuk?
................... jij duiken leuk?
Slide 14 - Open vraag
Of (hebben-tt) je het nog nooit gedaan?
Slide 15 - Open vraag
Ik (leren-vt) het op een duikschool.
Slide 16 - Open vraag
fluiten vt
timer
0:10
A
ik fluit
B
ik fluitte
C
ik floot
D
fluitten
Slide 17 - Quizvraag
zullen vt
timer
0:10
A
wij zullen
B
wij zouden
C
wij zallen
D
wij zulden
Slide 18 - Quizvraag
blijven vt
timer
0:10
A
hij blijft
B
hij blijfte
C
hij bleef
D
hij bleeft
Slide 19 - Quizvraag
lezen vt
timer
0:10
A
wij lezen
B
wij leesten
C
wij leesden
D
wij lazen
