Les 2 Factuureisen

Les 2 Factuur eisen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 2 Factuur eisen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Facturen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je met een factuur?
maken of betalen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je een factuur maakt
wat staat er dan allemaal op? 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisen aan de factuur

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem alle woorden die je
je herinnert van vorige week:

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er op een factuur
A
Bedrijfsnaam, Rekeningnummer
B
vervaldatum,debiteuren-nummer, factuurnummer
C
Bedrag, btw, NAW gegevens
D
a, b en c

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet je facturen nummeren? Zoja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Les 7: Budget en Begroting: hoe houd je je kasboek bij?
Mevrouw Jonkers geeft hier ook best veel uitleg over, vraag de studenten wat ze bij mevrouw Jonkers hebben geleerd hierover (gesprek aangaan)

Slide 9 - Tekstslide

Mevrouw Jonkers geeft hier ook best veel uitleg over, vraag de studenten wat ze bij mevrouw Jonkers hebben geleerd hierover (gesprek aangaan)
Wat gaan we doen?

week 7: kleine budgetten
week 8:  workshop gegevens invoeren
week 9: inhalen
week 10: inhalen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen: wat ga je leren?
- Begrijpen wat een budget is. 
- Het belang van een begroting begrijpen. 
- Het verschil tussen geschatte en werkelijke kosten begrijpen. 
- Het concept van tekorten en overschotten begrijpen. 
- Hoe je een kasboek bijhoudt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze dia introduceert de belangrijkste leerdoelen van de les. Herhaal deze leerdoelen aan het eind van de les om te controleren of de studenten ze hebben begrepen.
Kleine budgetten:
Budget, begroting, geschatte en werkelijke kosten, tekorten of overschotten, kasboek; al deze begrippen kun je tegenkomen als je aan de slag gaat met het beheren van kleine budgetten. Het is zaak om goed te begrijpen wat deze begrippen inhouden en hoe je daar in overzichten en Exceldocumenten mee aan de slag gaat.   

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies