nask_H1 en H4

nask (natuur- en scheikunde)
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

nask (natuur- en scheikunde)

Slide 1 - Tekstslide

Praktische Toets Schakelingen

1. Ga in 2-tallen zitten aan de werktafel,
    maximaal 4 leerlingen per "ronde tafel".
2. Nodig: Potlood, gum en geodriehoek
3. Ga rustig aan de toets beginnen nadat
    deze is uitgedeeld.
4. Vingers omhoog als er gecontroleerd kan worden.
5. Werk rustig, overleg zachtjes met elkaar
6. SUCCES!

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de klas
1. We leggen de telefoon in telefoontas
    en de oortjes uit je oren
2. We eten en drinken niet tijdens de les
3. We gaan zitten volgens de nieuwste plattegrond
4. We leggen onze lesmaterialen op tafel
5. We stoppen met praten als docent begint met de les!
6. We ruimen ons lesmateriaal pas op als de docent
    het aangeeft.

Slide 3 - Tekstslide

NASK Week 37 K2

Les 1:
Huiswerk nakijken
H4.1 stroom en Ampère
Posters:
afmaken en beoordelen

Les 2 + 3:
Huiswerk nakijken: opg. H4.1
Spanning en stroom meten
Proef 2 + 3


LEERDOELEN:

• Je kunt met het internet informatie opzoeken over een natuurkundig onderwerp en deze verwerken in een miniposter.

• Je kan stroomsterkte omrekenen van A naar mA en andersom.

• Je kan spanningssterkte omrekenen van V naar mV en andersom

• Je weet waar je de stroommeter en voltmeter moet plaatsen in een stroomkring om metingen te kunnen doen


Slide 4 - Tekstslide

NASK Week 37 T2

Les 1: 
H4.1 stroom en Ampère
Posters:
afmaken, presenteren en
beoordelen
Les 2:
H4.2 spanning en Volt
Les 3:
Opgaven H4.1 nakijken
Proef 1 
LEERDOELEN:

• Je kunt met het internet informatie opzoeken over een natuurkundig onderwerp en deze verwerken in een miniposter
• Je kunt een miniposter presenteren aan je klas


• Je kunt uitleggen wat een isolator en een geleider is en hier ook voorbeelden bij geven. 
• Je kan stroomsterkte omrekenen van A naar mA en andersom.
• Je kan spanningssterkte omrekenen van V naar mV en andersom
• Je weet waar je de stroommeter en voltmeter moet plaatsen in een stroomkring om metingen te kunnen doen


Slide 5 - Tekstslide

NASK Week 38 T2

Les 1: 
Huiswerk nakijken:
Begrippen H4.2 Spanningsbronnen
Spanning en stroom meten
Beoordeling Posters!

Les 2:
Huiswerk nakijken: Opg. H4.2
H4.3 Schakelschema's tekenen

Les 3:
Huiswerk nakijken:
Begrippen H4.3 Schakelingen
Practicum Schakelingen maken
LEERDOELEN:

Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.


Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.


Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.







Slide 6 - Tekstslide

NASK Week 38 K2

Les 1: 
Huiswerk nakijken:
Begrippen H4.2 Spanningsbronnen
Verschil tussen spanning en stroom
Beoordeling Posters!

Les 2 +3 :
Huiswerk nakijken: Opg. H4.2
H4.3 Schakelschema's tekenen
Practicum Schakelingen maken
LEERDOELEN:

Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.


Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.


Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.







Slide 7 - Tekstslide

NASK Week 40 K2

Les 1: 
Huiswerk nakijken: Begrippen H4.3

Schakelingen maken oefenen
Schakelingen tekenen
Opgaven H4.3 maken

Les 2 +3 :
1. Opgaven H4.3 36 t/m 48 maken
2. Practicum over het meten van stroom
in een serie/parallel schakeling
3. Opgaven H4.3 nakijken
4. Uitleg over het vermogen van een
elektrisch apparaat


LEERDOELEN:

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.

Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.


Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.


Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.

Je kent de eenheid van vermogen.

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.






Slide 8 - Tekstslide

NASK Week 40 T2

Les 1:
Huiswerk nakijken: opgaven H4.3

Herhaling H4.3

Les 2:
Uitleg over het vermogen van een
elektrisch apparaat

Les 3:
Extra oefeningen met schakelingen bouwen

LEERDOELEN:

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.

Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.

Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.

Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.

Je kent de eenheid van vermogen.

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.







Slide 9 - Tekstslide

NASK Week 41 K2

Les 1: 
Het vermogen van elektrische
apparaten

Les 2 +3 :
Huiswerk nakijken
Rekenen met Vermogen
Oefentoets Schakelingen maken


LEERDOELEN:

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.

Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.

Je kunt een eenvoudige serie- of parallelschakeling maken.

Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.

Je kent de eenheid van vermogen.

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.






Slide 10 - Tekstslide

NASK Week 42 K2

Les 1: 
Praktische toets "schakelingen"

Les 2 +3 :
Rekenen met Vermogen
Veiligheid bij elektriciteit
Maken paragraaf 5
Nakijken (voor punten!)
Puntentelling en Uitslag
Winnaar mag aan de
spinner draaien!


LEERDOELEN:

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.

• Je kent het verschil tussen laagspanning en netspanning en je weet welke spanningen gevaarlijk zijn voor je.

• Je kunt toelichten wanneer gevaarlijke situaties met elektrische apparaten kunnen ontstaan.

Je weet wat je moet doen bij een ongeluk met elektriciteit.







Slide 11 - Tekstslide

NASK Week 44 K2

Les 1: 
Quiz H4
Extra rekenoefeningen H4

Les 2 +3 :
Lest Mert (geen les)


LEERDOELEN:

Alles van H4!







Slide 12 - Tekstslide

NASK Week 44 T2

Les 1: 
Quiz H4
Extra rekenoefeningen H4 (deel 1)

Les 2:
Oefenen met rekenen H4
(deel 2)
Tijd over:
Statische elektriciteit

Les 3: Leste Mert = geen les


LEERDOELEN:

Alles van H4!







Slide 13 - Tekstslide

NASK Week 41 T2

Les 1:
Huiswerk nakijken: Begrippen H4.4
Rekenen met vermogen

Les 2:
Huiswerk nakijken: Opgaven H4.4
Veiligheid en elektriciteit

Les 3:
Oefentoets schakelingen bouwen

LEERDOELEN:

Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.

Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.

Je kunt een eenvoudige serie- of parallelschakeling maken.

Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.

Je kent de eenheid van vermogen.

Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.

Je bent je bewust van de gevaren van elektriciteit.






Slide 14 - Tekstslide

Poster beoordelen (niet je eigen poster!):
  • Alle posters krijgen een nummer
  • Bekijk de posters
  • Vul in op een briefje (per poster een ander briefje):
    - nummer poster
    - score --> voldoende of goed of heel goed
    - Wat vind je heel goed gedaan? (Top)
    - Wat vind je niet zo goed gedaan? (Tip)

Slide 15 - Tekstslide

Er staan 4 opstellingen --> 4 vrijwilligers!
Maak de volgende schakelingen.

1. Serie met 2 lampjes en een stroommeter
  
2. Parallel met 2 lampjes en bij elk lampje een stroommeter


3. Serie met 2 lampjes en een schakelaar


4. Parallel met 2 lampjes en een schakelaar waarmee 1 lampje aan/uit gezet kan worden terwijl de andere nog brand.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Oefenen in het schrift:

1. Spanning = 230 V en stroomsterkte = 16 A
Bereken het vermogen.

2. Vermogen = 2200 W en Spanning = 220 V
Bereken de stroomsterkte.

3. Vermogen = 1200 W en Stroomsterkte = 4 A
Bereken de spanning.

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld toets vraag:
Op een verlengsnoer staat dat er maximaal 2,0 A door het snoer mag gaan. Het verlengsnoer zit in het stopcontact (230 V).
 Karim wil op dat verlengsnoer de volgende apparaten aansluiten:
 – een televisie (125 W);
 – een dvd-speler (80 W);
 – een computer (30 W);
 – een bureaulamp (40 W).
Kan Karim al deze apparaten tegelijk op het verlengsnoer aansluiten en laten werken?
Licht je antwoord toe met een berekening.

Slide 21 - Tekstslide

Oefen practicum opdrachten 1 + 2 : 

1. Serie met 2 lampjes en een stroommeter
  • Teken het schakelschema in je schrift
  • Bouw de schakeling 
  • Laat de docent alles controleren
  • Lees de stroommeter nauwkeurig af en noteer in je schrift
  • Meet vervolgens met een spanningsmeter
nauwkeurig de spanning over elk lampje apart en noteer in je schrift.
 

2. Serie met 2 lampjes en een schakelaar
  • Teken het schakelschema in je schrift
  • Bouw de schakeling
  • Laat de docent alles controleren
  • Verplaats de schakelaar naar een andere plaats, wat veranderd er?

Oefen practicum opdrachten 3 + 4 : 

3. Parallel met 2 lampjes en bij een lampje een stroommeter en na de spanningsbron een stroommeter.
  • Teken het schakelschema in je schrift
  • Bouw de schakeling
  • Laat de docent alles controleren
  • Lees de stroommeters nauwkeurig af en noteer in je schrift
  • Meet vervolgens met een spanningsmeter nauwkeurig de spanning over elk lampje apart en noteer in je schrift.

4. Parallel met 2 lampjes en een schakelaar waarmee 1 lampje aan/uit gezet kan worden terwijl de andere nog brand.
  • Teken het schakelschema in je schrift
  • Bouw de schakeling
  • Laat de docent alles controleren

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Spinner! Je gooit:

1 --> Jammer, nog 1 keer dobbelen (2e keer = beurt voorbij)
2 --> Bij de volgende paragraaf krijg je alle punten
3 --> Bij de volgende paragraaf krijgt een medeleerling
         naar keuze alle punten
4 --> Samen met een medeleerling mag je een les spijbelen
         (wel eerst melden, niet tijdens toetsen!)
5 --> Extra 0,5 bij toets cijfer van een medeleerling naar
         keuze
6 --> Extra 0,5 bij je toets cijfer

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Jorien zegt: "Een oplaadbare batterij is beter voor het milieu dan een gewone batterij"
Ilse zegt: "In veel batterijen zitten giftige stoffen zoals kwik en cadmium""
Wie heeft gelijk?

A
Jorien
B
Ilse
C
Beide hebben gelijk
D
Niemand heeft gelijk

Slide 26 - Quizvraag

Jaap heeft een fietslampje van 6 V. Hij sluit deze aan op een batterij van 1,5 V. Wat zal er gebeuren?
A
Het lampje brandt niet
B
Het lampje brandt heel zwak
C
Het lampje brandt heel fel
D
Het lampje zal doorbranden

Slide 27 - Quizvraag

Als je 2 batterijen in serie wilt schakelen dan...
A
leg je minpolen tegen elkaar aan
B
leg je de pluspolen tegen elkaar aan
C
dan leg je de pluspool en minpool tegen elkaar aan

Slide 28 - Quizvraag

Welke stof is een isolator?
A
ijzer
B
koper
C
koolstof
D
pvc

Slide 29 - Quizvraag

In welke regel staan alleen spanningsbronnen?
A
batterij, stroomdraad, accu
B
dynamo, accu, batterij
C
lampje, stopcontact, dynamo
D
accu, batterij, lampje

Slide 30 - Quizvraag

De stroomdraad van de tv bestaat uit 2 aders. De binnenkant van de stroomdraad is gemaakt van...
A
koper
B
staal
C
rubber
D
plastic

Slide 31 - Quizvraag

Als je 3 batterijen van 1,5 V in serie tegen elkaar aanlegt, hoe groot is dan de totale spanning?
A
1,5 V
B
3 V
C
4,5 V
D
9 V

Slide 32 - Quizvraag

Welke spanning
geeft deze meter
aan?
A
0,9 V
B
9 V
C
4 V
D
4,5 V

Slide 33 - Quizvraag

Het vermogen wordt meestal gegeven in V (Volt).
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Batterijen gooi je weg bij het klein chemisch afval.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Stopcontacten in huis zijn in serie geschakeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag

Hoe groter het vermogen van je mobiele telefoon is, hoe sneller de batterij leeg raakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Welke van deze 4 schakelingen zijn parallel schakelingen?
A
A
B
C en D
C
B en C
D
B, C en D

Slide 38 - Quizvraag

Welk apparaat heeft het grootste vermogen: Laptop of rekenmachine?
A
Laptop
B
Rekenmachine

Slide 39 - Quizvraag

Op de verpakking van een autolampje staat: 12 V / 0,5 A
Bereken het vermogen van de lamp.
A
6 V
B
6 W
C
24 V
D
24 W

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Video