B&F, technisch Lezen, taak 1. Estafette, Mieren en andere dieren.

       Welkom


Technisch lezen 
Estafette E4

Werkboek: Mieren en andere dieren
Weektaak  1.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LezenBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

       Welkom


Technisch lezen 
Estafette E4

Werkboek: Mieren en andere dieren
Weektaak  1.

Slide 1 - Tekstslide

Welk woord past in de zin?

Hoe worden kleine geitjes  griet -groot- graat?
Met mijn hand geef ik de kleine geitjes  stukjes-stokjes- stekjes   brood.
Een   sloten-slopen-slome  slak kroop heen en weer.
Mama vlug,  pak-pas-dak   de muggenmepper.
Straks komt de  mag-maag-mug   terug?
Ben ik daar nu zo bang voor  geweest-gevaar-gewend?
Blijf je hier mama? Niet wegdek-weggetje-weggaan.
Een hond is een huisdier- huisdeur-huismus.


Slide 2 - Tekstslide

Amsterdam- Een mier vindt altijd zijn nest terug. Dat is bekend.                                  
Als hij de weg kwijt is, kijkt hij  naar de lucht.
Waar staat de zon? Hoe valt het licht?
Nu weet een mier welke kant hij op moet.
Maar hoe weet hij hoe ver hij nog moet lopen? 
Door een nieuw onderzoek weet men dit.
Onderzoekers deden een test.

Lees verder in je leesboek blz. 8+9


onder
Leerdam
zucht 
begin
onderzoek
Rotterdam
kucht
bezet
onderzoekers
Amsterdam
lucht
bekend

Slide 3 - Tekstslide

De geit is groot
De mug is vals
De geit is klein
De haas is snel
De mug is vies
De slak is sloom
Het is een grote geit
Het is een slome slak
Het is een vieze mug
Het is een kleine geit
Het is een valse mug
Het is een snelle haas

Slide 4 - Sleepvraag

hand
gemak
huisdieren
vrolijk
vieze
slak
geitjes
lijn
kinderen
kruipen
brood
visje
weggaan
slomer
hardop
hondenmand
geweest
meneer
meppen
snel
mama
hondje
straks
daardoor
waarom
eigen
stukje
steen
makkelijk
mug
grote
dom
moeten
hond
stenen
muggen
bang
beest
kleine
anders

Slide 5 - Tekstslide

hand
gemak
huisdieren
vrolijk
vieze
slak
geitjes
lijn
kinderen
kruipen
brood
visje
weggaan
slomer
hardop
hondenmand
geweest
meneer
meppen
snel
mama
hondje
straks
daardoor
waarom
eigen
stukje
steen
makkelijk
mug
grote
dom
moeten
hond
stenen
muggen
bang
beest
kleine
anders
Kun je lekker vlot mee lezen? 

Slide 6 - Tekstslide

Ik heb een huisdier.
A
Hond
B
Cavia
C
Kat
D
geen

Slide 7 - Quizvraag

Ik heb geen / wel een huisdier.
Als ik een (nog) een huisdier mag kiezen, wordt het een..........................................
A
slang
B
stinkdier
C
poes
D
wandelende tak

Slide 8 - Quizvraag

 Lees de tekst.              3. Beesten eten
Er zijn op aarde meer dan duizend beesten die je kunt eten.
We eten de poten van de kip.
We eten biefstuk van de koe en spek van het varken. Soms eten we vis.
Af en toe eten we geit of lam of konijn.
Dat zijn maar zeven beesten.
Misschien kun je beest acht en negen en tien ook nog wel verzinnen.
Hoe zit dat dan met die meer dan duizend beesten?

In sommige landen eten ze elke dag mieren, maden en  meelwormen.
Op de markt koop je daar een portie warme wormen.
Lekker, met een knapperig korstje en zacht van binnen.
Wij vinden dat maar raar.
Een sprinkhaan uit de oven?
Nou nee, bah!

Slide 9 - Tekstslide

vakantie
prestatie
portie
zin
verzin
verzinnen
haan
weerhaan
sprinkhaan
worm
meelworm
meelwormen
knap
knappen
knapperig
som
soms
sommige
worst
korst
korstje
levend
huilend
duizend

Slide 10 - Tekstslide

Hoe heet een insect die heel goed kan springen
A
meelworm
B
maden
C
mieren
D
sprinkhaan

Slide 11 - Quizvraag

Hoe smaakt een portie warme wormen?
A
slijmerig
B
knapperig
C
nattig
D
vies

Slide 12 - Quizvraag

wat vind jij raar om te eten?
A
een sprinkhaan uit de oven
B
wormen
C
meelwormen in een potje
D
maden in de frituur

Slide 13 - Quizvraag

Lees de 4 rijtjes hardop en.... vlot!    
sprinkhaan
duizend
verzinnen
knapperig
portie
sommige
meelwormen
korstje
verzinnen
knapperig
korstje
portie
duizend
meelwormen
sommige
sprinkhaan

Slide 14 - Tekstslide

De      beestjes       kriebelen
Er    zit    een    spin    in    huis
Een slak vinden we te vies om te pakken
In  een  sprinkhaan  zitten  eiwitten
Van  eiwitten   krijg   je    botten
aan
kleine
sterke
enge
veel

Slide 15 - Sleepvraag

Welk woord past in de zin????
Kleine beestjes kriebelen/krabbelen/brabbelen?
Kleine beestjes, daar moeten wij noot/nat/niks van hebben.
We zuigen/zuinig/zussen een pissebed op met de stofzuiger.
In een sprinkhaan zien/zitten/zinnen veel eiwitten.
Waarom zou je geen term/warm/worm in de frietpan gooien?
Er zitten veer/veel/leef gezonde stoffen in.
Ze zijn lang niet zo vest/met/vet als een kroket.
Als je ze bakt, smaken ze een bootje/ beestje/beetje naar noten.

Slide 16 - Tekstslide

Ik vond de taken en opdrachten..........
A
moeilijk
B
makkelijk
C
te veel
D
leuk

Slide 17 - Quizvraag

buiten
natuurlijk
als
gevlogen
steken
meelworm
pissebedden
loket
portie
kever
niks
opeten
kroket
sterk
pissebed
loterij
sprinkhaan
spinnenweb
misschien
vraag
kriebelen
gif
stofzuiger
eiwitten
frietpan
bakt
gezond
bijten
vragen
mieren
biefstuk
beestjes
acht
korstje
rups
kriebels
zuigen
sommige
sla
stofzuigen
       Neem je tijd op.......... hoeveel minuten?

Slide 18 - Tekstslide

IK vond het moeilijk om regelmatig te oefenen.
                              Ik ben niet tevreden.                                    
Ik heb voldoende regelmatig kunnen oefenen.
Ik  ben zeer tevreden.

Slide 19 - Tekstslide

Ik ben over mijn werk.........
A
niet tevreden
B
happy
C
teleurgesteld
D
tevreden

Slide 20 - Quizvraag

TOT SLOT
Ik heb voor jullie een week taak gemaakt en zie aan de resultaten dat jullie flink hebben geoefend!!!

Slide 21 - Tekstslide