V6-TH2 Transport BS1 Transportsystemen

V6 Thema 2 - Transport BS 1
In de onderbouw is er al veel voorbij gekomen over transport in je lichaam. Deze lessonup is verdeeld in de basisstoffen van het boek en bestaat uit een reeks van vragen. Deze vragen gaan voornamelijk over 'bekende' stof en voor een deel over nieuwe stof uit de desbetreffende basisstof.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

V6 Thema 2 - Transport BS 1
In de onderbouw is er al veel voorbij gekomen over transport in je lichaam. Deze lessonup is verdeeld in de basisstoffen van het boek en bestaat uit een reeks van vragen. Deze vragen gaan voornamelijk over 'bekende' stof en voor een deel over nieuwe stof uit de desbetreffende basisstof.

Slide 1 - Tekstslide

Is deze bloedsomloop open of gesloten? En enkelvoudig of dubbel?
A
Open, enkelvoudig
B
Open, dubbel
C
Gesloten, enkelvoudig
D
Gesloten, dubbel

Slide 2 - Quizvraag

Vissen hebben een
A
Enkelvoudige gesloten bloedsomloop
B
Enkelvoudige open bloedsomloop
C
Dubbele gesloten bloedsomloop
D
Dubbele open bloedsomloop

Slide 3 - Quizvraag

Van welke bloedsomloop is bloedvat 1 een onderdeel?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de stroomrichting van de kleine bloedsomloop?
1.
2
3.
4.
5.
Rechterkamer
Longslagader
Longen
Longader
Linkerboezem

Slide 5 - Sleepvraag


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 6 - Quizvraag

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 7 - Quizvraag

Welke bloedsomloop begint in de linkerharthelft?
A
Grote Bloedsomloop
B
Kleine Bloedsomloop

Slide 8 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 9 - Quizvraag

Bij een dubbele bloedsomloop gaat een rode bloedcel van voet naar hersenen ? keer door het hart?
A
1
B
2
C
3
D
0

Slide 10 - Quizvraag

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine. De taak van welke bloedsomloop wordt overgenomen door de machine?
A
Alleen de kleine bloedsomloop
B
Alleen de grote bloedsomloop
C
Zowel de kleine als de grote bloedsomloop

Slide 11 - Quizvraag

Hoort dit diagram bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 12 - Quizvraag

Bij welk organisme hoort deze bloedsomloop?
A
Mens
B
Mossel
C
Makreel
D
Mier

Slide 13 - Quizvraag

Geef aan welke stellingen juist - en onjuist 
zijn als het gaat om insecten? 
Juist
Onjuist
Het bloed stroomt steeds in bloedvaten
Het bloed vervoert voedingsstoffen
Het bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof
Het hart bestaat uit 1 boezem en 1 kamer

Slide 14 - Sleepvraag

Welke van de volgende zinnen gaat over vervoer van stoffen in een vis?
A
Het bloed bevat geen rode bloedkleurstof
B
Het bloed vervoert alleen maar voedingsstoffen
C
Het bloed stroomt vrij door het lichaam
D
Het hart bestaat uit 1 boezem en 1 kamer

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de volgende stellingen over vissen is juist?
A
Het bloed stroomt door een gesloten bloedsomloop
B
Het bloed stroomt van achter naar voren door het lichaam
C
Het bloed vervoert alleen voedingsstoffen
D
Het hart heeft twee kamers

Slide 16 - Quizvraag

Is ruimte A een kamer
of een boezem?
En bevat deze ruimte
zuurstofarm
of zuurstofrijk bloed?
A
kamer, zuurstofarm
B
kamer, zuurstofrijk
C
boezem, zuurstofarm
D
boezem, zuurstofrijk

Slide 17 - Quizvraag


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 18 - Quizvraag

Thema 2 - Transport
In de onderbouw is er al veel voorbij gekomen over transport in je lichaam. Deze lessonup is verdeeld in de basisstoffen van het boek en bestaat uit een reeks van vragen. Deze vragen gaan voornamelijk over 'bekende' stof en voor een deel over nieuwe stof uit de desbetreffende basisstof.

Slide 19 - Tekstslide

Basisstof 1 Transportsystemen
Leerdoelen:
- Je kunt de verschillende circulatiesystemen bij eukaryoten herkennen en de functie van de bloedsomloop benoemen
- Je kunt de embryonale bloedsomloop van de mens beschrijven en verschillen en overeenkomsten aangeven met de bloedsomloop na de geboorte 
BiNaS 84B zoekterm: foetale bloedsomloop

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Homeostase

Slide 22 - Tekstslide

Transport
Thema 2

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Circulatiesystemen bij dieren
     open               vs.    gesloten

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het voordeel van een gesloten circulatiesysteem vs een open circulatie systeem?
A
er is geen voordeel
B
transport van stoffen is effectiever
C
transport over langere afstand mogelijk
D
transport effectiever en over langere afstand mogelijk

Slide 27 - Quizvraag

Gewervelden hebben een bloedsomloop (gesloten circulatie)
  • enkelvoudige bloedsomloop 
  • dubbele bloedsomloop

Slide 28 - Tekstslide

Enkelvoudige bloedsomloop

Slide 29 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Slide 30 - Tekstslide

Wat is het voordeel van een dubbele bloedsomloop ten opzichte van een enkelvoudige bloedsomloop?

Slide 31 - Open vraag

Bloedsomloop bij gewervelden

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Embryonale 
bloedsomloop
Hoe komt een embryo aan zuurstof?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

huiswerk
Lees BS1 en maak opgave 1 t/m 11 (digitaal).
Lees BS2 - de bouw van het hart
versterk jezelf: benoem onderdelen van het hart

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide