5.5 Absolutisme: alle macht voor de koning



De Gouden Eeuw


5.5 Absolutisme: alle macht voor de koning
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les



De Gouden Eeuw


5.5 Absolutisme: alle macht voor de koning

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je uitleggen waarom vorsten streven naar centralisatie.

  • kun je uitleegen waarom het Lodewijk XIV lukt om als absoluut vorst te heersen.

  • kun je uitleggen waarom het Karel I niet lukt om als absoluut vorst te heersen.

Slide 2 - Tekstslide

Koningen streven naar meer macht

Feodalisme het politieke systeem in West-Europa.

Nederland was uniek (Republiek).

Slide 3 - Tekstslide

Europa tijdens de Gouden Eeuw
  • De Republiek heeft geen vorst, Frankrijk en Engeland wel. Uniek!

  • In Engeland en Frankrijk wordt de macht van de vorst steeds groter.

  •  Vorsten willen centralisatie: overal dezelfde wetten en regels.

  • De adel verliest zijn macht (weg met het feodalisme).

  • De koning beslist nu alles: absolutisme.

Slide 4 - Tekstslide

van feodalisme
(of: leenstelsel)
naar centralisatie

Slide 5 - Tekstslide

Standen-vergaderingen
  • Bijna overal in Europa een standenvertegenwoordiging.
  • Toestemming geven aan koning voor beslissingen.
  •  Dit gebeurt steeds minder vaak.
  • Belastingen verhogen.
  • Steeds vaker belastingverhoging; vorsten willen hun rijken vergroten en dat betekent oorlog!

Slide 6 - Tekstslide

Lodewijk XIV in Frankrijk
  • Bevolking is erg arm, adel en geestelijkheid willen allebei de macht.

  •  Lodewijk XIV wil de conflicten beëindigen, gewone volk is voor Lodewijk.

  • Lodewijk XIV bepaalt zelf de wetgeving en rechtpraak.

  • Sterker leger; Lodewijk betaalt zelf de soldaten.

  • Groot paleis in Versailles, adel moet daar wonen. 
  • Droit Divin

Slide 7 - Tekstslide


Video
-

Het absolutisme

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


L'État, c'est Moi

  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme
  • Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 10 - Tekstslide


De Zonnekoning

  • Lodewijk XIV (1638-1715) was één van de machtigste koningen van Frankrijk. 
  • Hij werd koning toen hij 5 jaar was. 
  • Hij zorgde ervoor dat iedereen naar Lodewijk zou luisteren en dat hij de absolute macht had. 
  • Versailles werd het symbool van zijn absolute macht.

Slide 11 - Tekstslide


Video
-

Versailles: from Louis XIII to the French Revolution

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Karel I in Engeland
  • Oorlog met Spanje én Frankrijk = belasting omhoog.

  • Parlement moet toestemmen.

  •  In ruil voor meer inspraak, Karel ontbindt Parlement (1629).

  •  Staatslieden grijpen de macht, Karel I onthoofd.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is centralisme?
A
Land wordt bestuurd vanuit verschillende provincies.
B
Land wordt bestuurd vanuit 1 plek
C
Het bestuur van het land wordt centraal geregeld.
D
De gewesten zijn de baas over het bestuur.

Slide 17 - Quizvraag

Lodewijk XIV ?

Slide 18 - Woordweb

Lukt het absolutisme in elk land? waarom wel of niet?

Slide 19 - Open vraag