2023 Les 2 Prehistorie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Welke periode wordt hier afgebeeld? Leg uit hoe je dit weet. Beschrijf drie kenmerken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke periode wordt hier afgebeeld? Leg uit hoe je dit weet. Beschrijf drie kenmerken.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Op jacht!
De mensen trokken in de Steentijd het eten achterna. 
Ze aten wat er in de omgeving te vinden was. 

Gereedschap maken
Gereedschap maakten de mensen zelf. 
Van hout, steen, riet of bot. 
Een vingerkootje werd een naald, een schedel werd een kommetje.
Pijl en boog
De scherven van de vuursteen werden pijlpunten. 
Ben je zuinig op een pijl die je zelf moet maken?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bizon...bijzonder!
Een uitgestorven diersoort, waar je lekker van kon eten. 
Familie van de koe. Boezonder...
Samen sta je sterk!
De rondtrekkende volken, de nomaden, reisden in groepen rond. Dat is veiliger dan in je eentje. 
Uitgestorven diersoorten
Je ziet hier een sabeltandtijger en een mammoet. Beide zijn uitgestorven. Welke diersoorten zijn er over 50 jaar niet meer? 
Bijen? Walvissen? Olifanten?
Zoek ze allemaal
Kan jij de 6 diersoorten vinden?
Overleven
Je bent afhankelijk van de natuur. Is het winter, dan is er minder eten. Misschien ga je wel leren vissen. In de zomer is er juist meer eten. 
Je eet wat je kunt vinden, anders ga je dood. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

6 minuten
De oudste sporen van menselijk leven in ons land – stukken vuursteen en faunamateriaal, zoals kiezen van steppe-neushoorns – dateren van zo’n 300.000 jaar geleden. Ze werden in 1981 gevonden in het dal van de Maas tijdens een opgraving in de lössgroeve Belvédère bij Maastricht. De vindplaats bleek een serie kampementen van vroege Neanderthalers te omvatten.
In 2001 werd tussen het afval van een schelpenzuiger het eerste Nederlandse fossiel van een Neanderthaler gevonden. Het was een stuk schedel (zie afbeelding) dat op vijftien kilometer van de Zeeuwse kust omhoog was gezogen uit afzettingen waarin ook zoogdierfossielen en werktuigen van Neanderthalers werden gevonden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Na onderzoek bleek het schedelfossiel afkomstig van een vleesetende jonge man. Hij werd Krijn genoemd. Neanderthalers als Krijn zagen er bijzonder, zeer menselijk uit. Ze hadden opvallend zware wenkbrauwen, een gespierd lijf en een gemiddelde lengte van 1,65 meter. Hoewel ze vaak worden afgeschilderd als primitieve, ietwat domme wezens, hadden ze een grotere gemiddelde schedelinhoud dan wij (1500 tegen 1450 cc), al zegt dat weinig over hun intelligentie. Ze beschikten in ieder geval over voldoende kennis en technische vaardigheden om de ijstijd in Europa net als wij te overleven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In 2001 werd tussen het afval van een schelpenzuiger het eerste Nederlandse fossiel van een Neanderthaler gevonden. Het was een stuk schedel (zie afbeelding) dat op vijftien kilometer van de Zeeuwse kust omhoog was gezogen uit afzettingen waarin ook zoogdierfossielen en werktuigen van Neanderthalers werden gevonden. Na onderzoek bleek het schedelfossiel afkomstig van een vleesetende jonge man. Hij werd Krijn genoemd. Neanderthalers als Krijn zagen er bijzonder, zeer menselijk uit. Ze hadden opvallend zware wenkbrauwen, een gespierd lijf en een gemiddelde lengte van 1,65 meter. Hoewel ze vaak worden afgeschilderd als primitieve, ietwat domme wezens, hadden ze een grotere gemiddelde schedelinhoud dan wij (1500 tegen 1450 cc), al zegt dat weinig over hun intelligentie. Ze beschikten in ieder geval over voldoende kennis en technische vaardigheden om de ijstijd in Europa net als wij te overleven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het uitsterven van de Neanderthalers zou het nog lang duren voordat er weer mensachtigen in Nederland te vinden waren. Gedurende de laatste ijstijd was het zo koud, dat ons land voor lange tijd veranderde in een onbewoonbare poolwoestijn. Pas in het laatste stukje van de ijstijd, zo’n 15.000 jaar geleden, toen de temperaturen begonnen te stijgen en de schaars begroeide toendra veranderde in een open dennenbos, verschenen in Nederland de eerste moderne mensen op het toneel. Mensen als wij.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo'n kleine 10.000 jaar geleden leefden er in onze strekken rondtrekkende jagers, die het op zwijnen, reeën en pelsdieren gemunt hadden.
Na 1970 zijn er door archeologen de eerste sporen van jagerskampen ontdekt: stukjes
vuursteen die bewerkt waren. Daarom worden de vroegste bewoners van ons land door sommigen ook wel het volk van de kleine steentjes genoemd.Zo'n kleine 10.000 jaar geleden leefden er in onze strekken rondtrekkende jagers, die het op zwijnen, reeën en pelsdieren gemunt hadden.
Na 1970 zijn er door archeologen de eerste sporen van jagerskampen ontdekt: stukjes
vuursteen die bewerkt waren. Daarom worden de vroegste bewoners van ons land door sommigen ook wel het volk van de kleine steentjes genoemd.
Zo'n kleine 10.000 jaar geleden leefden er in onze strekken rondtrekkende jagers. Deze jager-verzamelaars trokken rond en legden grote afstanden af. Meestal verbleven ze enkele dagen of hooguit enkele weken op een plek. Ze volgden de trek van rendierkuddes, een bron van voedsel (vlees), kleding (huiden) en gereedschap (been).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van vuursteen maakten de jagers kleine spitsen, pijlpunten, krabbers, schrabbers en mesjes. Daarmee konden ze schieten, slachten, huiden afkrabben en hout bewerken. Ze bleven net zo lang in het jagerskamp als er met jagen, vissen en het zoeken van bessen, noten, kruiden en andere vruchten wat te halen viel.

Alleen de stenen voorwerpjes die ze achterlieten zijn duizenden jaren later ontdekt. Net als de resten van hun stookplaatsen, de haardkuilen. Verder is alles van de alle vroegste bewoners van Veendam  vergaan. Die heel vroege Veendammers leefden in het stenen tijdperk. Want veel meer dan stenen overblijfselen zijn er niet gevonden. Hout, huiden en voedsel zijn allemaal vergaan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eerste bewoners van de Fries-Groningse kleigebieden komen waarschijnlijk merendeels uit Noordwest Nedersaksen, namelijk uit het gebied tussen de benedenloop van de Eems en de Weser (Eems/Weser kolonisten 600 - 400 v.C.). De eerste boeren van het Eems/Weser gebied waren de hunebedbouwers (Trechterbekercultuur) die zo'n 3400 jaar v.C. opdoken. Deze boeren kwamen waarschijnlijk uit een gebied dat rond de Elbe en Saale lag.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies