Quiz Gebruik triagewijzer periode 1.1

De triagewijzer is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De triagewijzer is geschreven door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
A
Ja
B
Nee
C
Weet niet

Slide 1 - Quizvraag

Het eerste wat je doet bij een triage is het vaststellen van de ingangsklacht.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 2 - Quizvraag

Triëren doe je vooral om vast te stellen of de huisarts een patiënt moet zien.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 3 - Quizvraag

Als doktersassistente probeer je te achterhalen wat de oorzaak van de klachten is.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet.

Slide 4 - Quizvraag

Een urgentie U2 betekent dat je ook met de huisarts moet overleggen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 5 - Quizvraag

Ongerustheid bij een ouder is een reden om de urgentie te verhogen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 6 - Quizvraag

De A bij de ABCDE-triage verwijst naar de ademhaling
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 7 - Quizvraag

"Alleen wonen" kan ertoe leiden dat de urgentie verhoogd wordt.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 8 - Quizvraag

Een U1 urgentie betekent dat de doktersassistente een ambulance moet waarschuwen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 9 - Quizvraag

Als iemand blauw ziet, is dat een reden om de B van ABCDE-triage toe te passen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 10 - Quizvraag

Bij een U5 moet de doktersassistente weten wat er aan de hand is.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 11 - Quizvraag

Als je op vrijdagmiddag een urgentie voor een U4 vaststelt, dan mag je op maandag een afspraak bij de huisarts maken.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 12 - Quizvraag

Aan de balie zijn er andere triagecriteria dan aan de telefoon.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 13 - Quizvraag

Bij een urgentie U3 moet de patient binnen 3 uur of op dezelfde dag gezien worden door de huisarts.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 14 - Quizvraag

Bij alle urgenties (U1, U2, U3, U4 en U5) moet je contactadviezen geven.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 15 - Quizvraag

Een triagecriterium is een situatie om een bepaalde urgentie toe te kennen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 16 - Quizvraag

"Hevige hoofdpijn" is een ingangsklacht.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 17 - Quizvraag

"Hevige hoofdpijn" is een triagecriterium.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 18 - Quizvraag

Een contextuele factor zegt iets over de omstandigheden in de leefsituatie van een patient die de urgentie veranderen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kan ik mijn lessen voor jullie nog beter en leerzamer maken?

Slide 20 - Open vraag

Ivo theorie is in het dagelijks werk van de doktersassistente belangrijker dan ivo praktijk.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 21 - Quizvraag

Ivo theorie is in het dagelijks werk van de doktersassistente belangrijker dan ivo praktijk.
Ja
Nee

Slide 22 - Poll