2.1/2.2 Concentratie + werking zeep

Lesindeling
  • Terugkoppeling over de toetsen
  • Bespreken huiswerk vorige les 
  • Concentraties
  • Zelfstandig werken huiswerk 
  • pauze 5 min 
  • Zeep 
  • Zelfstandig werken huiswerk 


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesindeling
  • Terugkoppeling over de toetsen
  • Bespreken huiswerk vorige les 
  • Concentraties
  • Zelfstandig werken huiswerk 
  • pauze 5 min 
  • Zeep 
  • Zelfstandig werken huiswerk 


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets Hs1 
Volgende week vrijdag inzage in toets. 

  • Hoe vonden jullie de toets gaan? 
  • Hoe was de indeling van de toets? 
  • Wat kan er beter in de voorbereiding op de toets? 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt
  • Het verschil tussen een hogere en lagere concentratie uitleggen.
  • Reken aan concentraties

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie 
De concentratie is de massa (g) van een stof die is opgelost per volume (L) oplossing. De grootheid concentratie druk je uit in de eenheid gram per liter (g/L).

Zout Water : 32 gram zout per liter water = 32 g/L
Zoet water:  0,4 gram zout per liter water = 0,4 g/L 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op tafel staan 4 oplossingen van siroop in water. Welke bevat de meeste siroop?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blijft het totale volume in het glas het zelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie siroop
De concentratie is de massa van siroop (g) opgelost per volume limonade (L). De grootheid concentratie druk je uit in de eenheid gram per liter (g/L).

Concentratie = massa siroop / volume limonade
(g/L)       =   gram / liters 

Let op eenheden massa en volume. Deze zijn in grammen en liters. 
Dit kan ook anders zijn! 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie A 
oplossing A Bevat 7,5 g siroop in 0.3 L limonade. Wat is de concentratie van siroop in gram per liter? 
gegeven:  Massa opgeloste stof = 5 g siroop
                      Volume oplossing        = 0,2 L  water
Gevraagd: Concentratie siroop in water gram per liter? 
Formule:    Concentratie = Massa opgeloste stof / volume oplossing
Oplossing: Concentratie = 7,5 g / 0,3 L = 25 g/L

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie B
Oplossing B Bevat 10 g siroop in 300 mL water . Wat is de concentratie van de siroop in water in gram per liter? 
G:  Massa opgeloste stof = 10 g 
       Volume oplossing        = 300 mL  = 0,3 L 
G: Concentratie siroop in water in gram/liter? 
F:  Concentratie = massa opgeloste stof / volume oplossing
O: Concentratie = 10 g / 0,3 L = 33,3 g/L

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing C heeft 12 g siroop in 0,3 L water. Wat is de concentratie (g/L) van siroop in water?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplossing D heeft 15 g siroop in 300mL water. Wat is de concentratie (g/L) van siroop in water?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Massa Suiker? 
Twee glazen water van 200ml met suikerklontjes:
Glas 1: 20 g/l aan suiker 
Glas 2: 40 g/l aan suiker 


 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk glas heeft een groter volume?
A
Glas 1
B
Glas 2
C
beide gelijk
D
kan je uit de gegevens niet halen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk glas heeft een hogere concentratie ?
A
Glas 1
B
Glas 2
C
beide gelijk
D
kan je uit de gegevens niet halen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk glas heeft een grotere massa aan suiker ?
A
Glas 1
B
Glas 2
C
beide gelijk
D
kan je uit de gegevens niet halen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Massa Suiker? 
Glas  1 heeft een suiker concentratie van 20 g/l en een volume van 200 mL . Wat is de massa (g) van het suikerklontje?  
G:  Concentratie = 20 g/L,  Volume oplossing = 0,2 liter 
G: Massa suikerklontje in gram
F:   Concentratie = massa opgeloste stof / volume oplossing
                        g/L                     =  gram / liter 
                       massa               = concentratie  X  volume
                        g                         =  g/L * L 
O:  Massa              =  20 g/L *0,2 L  = 4 g

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glas 2 heeft een concentratie van 40 g/l aan suiker. In een glas zit 0,2 L oplossing. Wat is de massa van het opgeloste suiker in grammen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken
HS2 paragraaf 1 – opdracht 3, 4, 6, 9 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zeep 
Je kunt: 
Uitleggen hoe schoonmaken met water werkt
Uitleggen hoe schoonmaken met zeep werkt  
De werking van een zeep beschrijven 
Uitleggen wat ontsmetten is 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een emulsie?
Noem ook een voorbeeld.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is doet een emulgator?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

natuurlijke zepen

  • Gemaakt van plantaardig of dierlijke oliën en vetten.
  • Groene zeep


synthetische zepen

  • Gemaakt van aardolie.

  • Detergent

Slide 23 - Tekstslide

Groene zeep, hoeft niet groen te zijn.
Het zeepdeeltje
  • Kop: houdt van water = hydrofiel (gaat in het water zitten).
  • Staart : bang van water = hydrofoob (gaat in olie/vet zitten)
  • Emulgator

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zeep
  • staart in het vettige vuil
  • kop in het water
  • vuil "lost op".
  • klopt dit? nee, want het is een emulsie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontsmetten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelfstandig werken
HS2 paragraaf 1 – opdracht 1,2,3, 4, 6, 9 
Hs2 Paragraaf 2 - 1, 2, 3, 4 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies