Les 5 + 6 basisstof 3

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Huiswerkvrij

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Na deze les:
  • Kun je uitleggen wat een biologisch evenwicht is. 
  • Kun je uitleggen hoe soorten ahankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 

Slide 5 - Tekstslide

Biotisch en abiotisch


Abiotische = niet-levende invloeden 
   Biotische= invloeden uit de levende natuur 

Slide 6 - Tekstslide

niveaus van de ecologie
- Individu (1 organisme)

- Populatie (groep individuen van dezelfde soort die zich onderling voortplanten)

- Levensgemeenschap (verschillende populaties in een bepaald gebied) 

- Ecosysteem (biotoop + levensgemeenschap) 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Populatiegrootte
De populatiegrootte is het aantal organismen in een populatie. De populatiegrootte hangt af van de invloeden uit de omgeving, dus van biotische en abiotische factoren.

Slide 9 - Tekstslide

ALs alle biotische en abiotische factoren in een ecossteem gunstig zijn voor een populatie, is de kans groot dat een populatie groeit. 

Slide 10 - Tekstslide

Biologisch evenwicht

Biologisch evenwicht schommelen van populatiedichtheid om een evenwichtswaarrde

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Relaties tussen soorten

Mutualisme
Relatie waarbij beide soorten voordeel hebben ( win win)

Slide 14 - Tekstslide

Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel van de symbiose (samenlevingsvorm)
+      + 
Korstmos: Schimmel + algen
Kunnen niet zonder elkaar leven

Slide 15 - Tekstslide

commensalisme
Een organisme heeft voordeel en het andere organisme heeft geen voordeel en geen nadeel dit noem je commensalisme

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Parasitisme
Parasiet -  Gastheer
Teek
Zombieschimmel
Warkruid (geen bladgroen)

Slide 18 - Tekstslide

Relaties tussen soorten (symbiose)
Symbiose
Soort A
Soort B
Mutualisme
Voordeel
Voordeel
Commensalisme
Voordeel
-
Parasitisme
Voordeel
Nadeel

Slide 19 - Tekstslide

Beide soorten hebben voordeel van de symbiose
Eén soort heeft een voordeel en de ander heeft geen nadeel
Eén soort heeft een nadeel, en de ander heeft een voordeel
Commensalisme
Parasitisme
Mutualisme
Symbiose

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de slag 
Hoofdstuk 6 
Basisstof 3 samenleven 
Maken opdracht: 1 + 3+ 7 + 8   (blz. 201) 

Slide 21 - Tekstslide

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid

Slide 22 - Tekstslide

Werken met Lessonup
Ga naar Lessonup.com 
Vul rechtsboven de pin-code in
Vul je eigen naam in
We kunnen beginnen!! 

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk controleren 
Nog niet af 

Slide 24 - Tekstslide

Na deze les:

  • Kun je uitleggen hoe soorten ahankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting. 

Slide 25 - Tekstslide

Samenleven
Relaties in en tussen populaties: 
Concurrentie
   competitie partner, plek voedsel 
- Samenwerken/ afspraken maken:
  jagen (leeuwen), verdedigen (vissen) 
  mieren (taakverdeling kolonie).
                                                                           
Stokstaartje houdt de wacht

Slide 26 - Tekstslide

 Samenleven

Relaties: met soortgenoten

Gaat altijd om voedsel en voortplanten. Hierbij kan competitie (concurrentie) of samenwerking plaatsvinden.

De relaties lopen alleen soepel als er 'afspraken' staan over rangorde (apen), territorium (wolf), staten (bijen).


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Concurrentie 
In de video zagen we concurrentie:

Dat wil zeggen dat twee organismen strijden om dezelfde voedselbron of schuilplaats.

Slide 29 - Tekstslide

Relaties binnen populatie: concurrentie

Rangorde: Eén dier is dan de baas.
Territorium: Gebied waar één dier leeft, of een groep dieren van dezelfde soort. Andere soortgenoten mogen er niet in. 

Paarvorming: Mannetje en een vrouwtje werken samen om zich voort te planten.

Slide 30 - Tekstslide

Relaties binnen populatie: samenwerken 
Paarvorming: Mannetje en vrouwtje vormen een paar voor voortplanting. 

Slide 31 - Tekstslide

Relaties tussen soorten: Symbiose
Symbiose = langdurige relatie tussen individuen van  
                        verschillende soorten.
  • Mutualisme: beide individuen voordeel van relatie
  • Commensalisme: 1 individu voordeel, ander neutraal 
  • Concurrentie: dat wil zeggen dat twee organismen strijden om dezelfde voedselbron of schuilplaats.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Beide soorten hebben voordeel van de symbiose
Eén soort heeft een voordeel en de ander heeft geen nadeel
Eén soort heeft een nadeel, en de ander heeft een voordeel
Commensalisme
Parasitisme
Mutualisme
Symbiose

Slide 34 - Sleepvraag

Zet de verschillende soorten gedrag in de juiste kolom.
Samenwerken
Concurrentie

Territorium aangeven

Paarvorming

symbiose

Parasitisme

Slide 35 - Sleepvraag

De populatiegrootte is afhankelijk van een aantal factoren. 
Sleep de termen naar de juiste plaats in het schema.
populatiegrootte
immigratie
sterftecijfer
geboortecijfer
emigratie

Slide 36 - Sleepvraag

Aan de slag 
Basisstof 3 samenleven 
Maken opdracht 3 en 6 t/m 8 blz. 202 

Uitleg PO ecologie 

Slide 37 - Tekstslide