Hoofdstuk 16 paragraaf 16.3 Eiwitten

16.3 Eiwitten 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

16.3 Eiwitten 

Slide 1 - Tekstslide

timer
2:00
Eiwitten

Slide 2 - Woordweb

Planning
  • Doelen.
  • Wat zijn eiwitten? 
  •  Bouw, vorming en afbraak van eiwitten

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les
  • uitleggen wat de functies van eiwitten zijn. 
  • vertellen hoe eiwitten zijn  opgebouwd. 
  • aangeven wat essentiële aminozuren zijn en deze opzoeken in Binas. 
  • uitleggen wat een peptidegroep is. 
  • een peptideketen tekenen tussen aminozuren in structuren. 
  • vertellen hoe een polypeptide is opgebouwd.
  • uitleggen (met een reactievergelijking) wat er gebeurt wanneer aminozuren worden afgebroken.  

Slide 5 - Tekstslide

Eiwitten
  • We kennen eiwitten vooral als de bouwstoffen van het lichaam. 
  • Je krijgt ze binnen via voedsel (dierlijke en plantaardig) -> lichaam breekt deze af tot aminozuren (waar eiwitten ook uit opgebouwd zijn). 

Slide 6 - Tekstslide

Niet alleen als bouwstof worden eiwitten gebruikt, ook voor de .. 

  • Opbouw afweersysteem.
  • Opbouw spieren.
  • Katalyse diverse lichaamsprocessen                                                                 (volgende les!).
  • Transport van diverse lichaamsstoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Van aminozuur naar peptidebindiding naar eiwit. (micro - meso - macro)

Slide 8 - Tekstslide

Aminozuren
20 verschillende aminozuren
  • 8 kan je lichaam zelf maken
  • 12 moet je uit je eten halen. Deze 12 heten essentiële  aminozuren.

Van losse aminozuren kun je 
nieuwe eiwitten maken.

Slide 9 - Tekstslide

Bouw van eiwitten
  • Een eiwit is een polypeptide, opgebouwd uit aminozuren. 
  • In een eiwit zijn peptidebindingen (amide) aanwezig.
  • Zie Binas tabel 67H1.
  • Vaak worden de aminozuren                                                                                    afgekort met 1 of 3 letters. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de afkorting van het aminozuur hiernaast?
A
Leu
B
Val
C
Ala
D
Ile

Slide 11 - Quizvraag

Vorming van een dipeptide
Als het goed is herken je de condensatiereactie!
Zowel je kent van Snollebollekes is het van links -> rechts

Slide 12 - Tekstslide

Volgorde aminozuren is belangrijk
TAAL betekent iets anders dan LAAT



Zo bepaald ook de volgorde van de aminozuren welk eiwit er gevormd wordt

Slide 13 - Tekstslide

Hydrolyse van eiwitten -> spijsvertering
Hydrolyse van eiwitten geeft losse aminozuren.
Dit was waar we mee begonnen!

Slide 14 - Tekstslide

Peptidebinding
  • De peptidebinding kan worden gebroken met behulp van een watermolecuul.
  • Een watermolecuul kan worden opgesplitst in een OH groep en een waterstofatoom

Slide 15 - Tekstslide

Hydrolyse
  • Het eiwit molecuul is opengebroken;
  • Het watermolecuul heeft zich verdeeld over de twee ontstane moleculen;
  • Het zorgt dat het eiwit wordt opgebroken in veel kleinere moleculen.

Slide 16 - Tekstslide

Z'on COOH groep noemen we een zuur groep;
Een NH2 groep is een aminogroep

Slide 17 - Tekstslide

Afbraak eiwitten
Afbraak eiwit in losse aminozuren (monomeren).
Het lichaam kan geen aminozuren opslaan, daarom worden overtollige aminozuren afgebroken. Hierbij ontstaan  ureum, koolstofdioxide en water. 

De afbraak van eiwitten levert energie op. Eiwitten kunnen door je lichaam dus ook als brandstof gebruikt worden.




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide



Waarom hebben we eiwitten nodig?
A
Je kan ze gebruiken als brandstof.
B
Ze zorgen er voor dat je jouw voedsel beter verteert.
C
Ze zijn nodig als bouwmateriaal voor je cellen.
D
Ze zijn nodig om allerlei chemische processen in je lichaam goed te laten verlopen.

Slide 20 - Quizvraag

Ons lichaam kan zelf eiwitten maken. Waarom moeten we dan toch eiwitten via ons eten binnenkrijgen?

Slide 21 - Open vraag


Eiwitten bestaan uit ketens aminozuren. Welke functionele groep(en) zit(ten) altijd in aminozuren?
A
Alleen NH2——
B
NH2—— en COOH——
C
Alleen COOH——
D
Geen een van beide

Slide 22 - Quizvraag

Het tripeptide Ala-Val-Ser is opgebouwd uit drie aminozuren: alanine, valine en serine. Geef de reactievergelijking in structuurformules van de vorming van Ala-Val-Ser.

Slide 23 - Open vraag

Geef de reactievergelijking voor de verbranding van alanine in ons lichaam. Hierbij ontstaat onder andere ureum.

Slide 24 - Open vraag

Doelen van deze les
  • uitleggen wat de functies van eiwitten zijn. 
  • vertellen hoe eiwitten zijn  opgebouwd. 
  • aangeven wat essentiële aminozuren zijn en deze opzoeken in Binas. 
  • uitleggen wat een peptidegroep is. 
  • een peptideketen tekenen tussen aminozuren in structuren. 
  • vertellen hoe een polypeptide is opgebouwd.
  • uitleggen (met een reactievergelijking) wat er gebeurt wanneer aminozuren worden afgebroken.  

Slide 25 - Tekstslide

Definitie enzym
  • een enzym kan moleculen afbreken en opbouwen
  • een enzym kan reacties katalyseren (versnellen)
  • enzym = bio-katalysator 

Slide 26 - Tekstslide

Enzymen zijn eiwitten.
Enzymen zijn biologische katalysatoren.

enzymen zijn eiwitten.


enzymen zijn biologische katalysatoren.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video