PBFG09 - Les 6 - H48 Actiepotentiaal

PBFG09: Vergelijkende anatomie en Fysiologie II
Les 6
Hoofdstuk 48.1, 48.2 en 48.3
Niels Noordzij - n.noordzij@aeres.nl
Sander Harting - s.harting@aeres.nl
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PBFG09: Vergelijkende anatomie en Fysiologie II
Les 6
Hoofdstuk 48.1, 48.2 en 48.3
Niels Noordzij - n.noordzij@aeres.nl
Sander Harting - s.harting@aeres.nl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
Campbell hoofdstuk 48
Paragraaf 48.1, 48.2 en 48.3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
Door middel van een actiepotentiaal geeft een neuron een signaal door van dendriet naar axon.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Je moet de termen  'Sensorische neuronen, schakelcellen en motorische neuronen kennen'
  2. Je moet de rol van de natrium/kalium-pomp kunnen uitleggen
  3. Je moet de verschillende stadia van de actiepotentiaal kunnen uitleggen
  4. Je moet kunnen uitleggen waarom de actiepotentiaal maar één kant op kan gaan
  5. Je kunt het effect van myelineschede kunnen uitleggen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 48.1

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht van het zenuwstelsel van een inktvis
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 7 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Informatieverwerking
Sensorische neuronen --> transporteren informatie die ze ontvangen van externe stimuli en interne condities
Schakelcellen (interneuronen) --> verwerken in de hersenen de signalen uit de sensorische neuronen
Motorische neuronen -->  Signalen ('opdrachten') uit de hersenen worden door motorische neuronen naar spieren en/of klieren vervoerd.

Slide 8 - Tekstslide

Sensorische zenuwcellen: Lange axon met met cellichaam halverwege axon. Verbindt zintuigen met schakelcellen/interneuronen in CZ.
Interneuronen/schakelcellen: Bevinden zich in CZ. Koppelen sensorische aan motorische zenuwcellen. Analyse en interpretatie van sensorische input.
Motorische zenuwcellen: lange axon, cellichaam aan begin. Ontvangen informatie van schakelcellen/interneuronen en geven deze door aan spier/kliercellen.
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 9 - Tekstslide

Referentie: 
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 11 - Tekstslide



Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Gliacellen in het zenuwstelsel
Perifeer zenuwstelsel
  • Cellen van Schwann
  • Cellen van het immuunsysteem
Centraal zenuwstelsel
  • Oligodendrocyten
  • Astrocyten
  • Microgliacellen
Referentie
http://home.kpn.nl/b1beukema/myelination1.jpg

Slide 12 - Tekstslide

Steuncellen = glia (cellen). Uiteenlopende functie; Voeden, isoleren, reguleren extracellulaire vloeistof (+ aanvullen zenuwcellen en versturen informatie).

Cellen van Schwann: isoleren cellen; versnellen transport informatie
Oligondrocyten: zelfde functie in CS.
Microglia: imuunsysteem; beschermen tegen ziekteverwekkers.
Astrocyten: Helpen bij informatie overgave, extracellulaire ion concentraties, Bloedtoevoer, formering bloed-brein barriere. Kunnen als stamcel fungeren en nieuwe zenuwcellen worden.


Referentie:
http://home.kpn.nl/b1beukema/myelination1.jpg
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 13 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Reflexboog
Referentie
https://www.10voorbiologie.nl/afbfczw/H32%20zenuwstelsel%20en%20spieren%20(Havo)/320402kniepeesreflex.jpg

Slide 14 - Tekstslide

Referentie:
https://www.10voorbiologie.nl/afbfczw/H32%20zenuwstelsel%20en%20spieren%20(Havo)/320402kniepeesreflex.jpg
Paragraaf 48.2
Ionenpompen (Na⁺/K⁺ pomp)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ionenpompen
Membraanpotentiaal: De binnenkant van een neuron is negatief geladen tov de buitenkant (negatief ladingsverschil).
In rust: Rustpotentiaal, -70 mV verschil.
Veranderingen het het rustpotentiaal werken als signaal.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentie
https://www.10voorbiologie.nl/afbfczw/H18%20Zenuwstelsel%20en%20beweging/Trompert_18-3-1_1.jpg

Slide 17 - Tekstslide

Referentie:
https://www.10voorbiologie.nl/afbfczw/H18%20Zenuwstelsel%20en%20beweging/Trompert_18-3-1_1.jpg
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 18 - Tekstslide

Rustpotentiaal wordt gevormd door K+ ionen die dmv diffusie de zenuw verlaten. Via geopende kalium kanalen gaan deze naar buiten en nemen een + lading mee.
Na+ kanalen zijn gesloten. Meer K+ ionen gaan de cel uit waardoor de zenuwcel zelf steeds negatiever wordt t.o.v. de buitenkant. Echter, hoe negatiever de binnenkant, hoe groter de aantrekkingskracht van de binnenkant van de zenuwcel is, hoe meer K+ ionen van buiten worden aangetrokken =Elektrisch gradient. 

Er staan maar een paar Na+ kanalen open. Hierdoor diffundeert Na+ naar binnen en zorgt voor een minder negatieve lading in de cel. Echter veel minder open Na+ kanalen.

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Rustpotentiaal
Evenveel K⁺ de cel in als Na⁺ de cel uit

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 48.3
Actiepotentialen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

K⁺ kanaal open, K⁺ naar buiten
Na⁺ kanaal open, Na⁺ naar binnen
Depolarisatie: drempel overschreden: alles-of-niets
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 21 - Tekstslide

Een zenuwcel bevat ook ionen kanalen die open gaan n.a.v. een prikkel/stimulus. Doordat deze open gaan kunnen snel veel ionen over het membraan. Dit verandert het ladingsverschil tussen binnen en buiten.

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Actiepotentialen
Een neuron kan honderden actiepotentialen per seconde produceren
De frequentie (hoe veel actiepotentialen per seconde) geeft de sterkte van de prikkel weer

Slide 22 - Tekstslide

De hoogte van de actiepotentiaal speelt geen rol, enkel de frequentie.
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 23 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 24 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 25 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 26 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 27 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Geleiding van de actiepotentiaal
Een actiepotentiaal kan over lange afstand (+/- 1 meter) vervoerd worden  omdat het zichzelf "oproept" langs een axon
  • Domino-effect!

Refractaire periode --> ongevoeligheid van een stukje axon waar net een actiepotentiaal is geweest voor een volgende actiepotentiaal --> zorgt dat actiepotentiaal maar één kant op kan gaan.

Slide 28 - Tekstslide

Refractiaire periode: Na+ kanalen blijven gesloten tijden falling phase en undershoot.
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 29 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 30 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 31 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 32 - Tekstslide

Hoe breder de zenuwcel, hoe sneller een actiepotentiaal kan reizen door de zenuw. Echter, mens hele smalle zenuwcellen; Zo kunnen veel zenuwcellen samengepakt worden; myelineschede, gevormd door cellen van Schwann versnellen actiepotentiaal. 1 Cel gewikkeld om stukje axon. Door membranen van lipides; goede isolatie. Insnoeringen van ranvier tussen cellen van Schwann bevatten de ion kanalen; actiepotentialen reizen van insnoering naar insnoering.

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Deze geleiding is saltatoir
Referentie
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48

Slide 33 - Tekstslide

Referentie:
Plaatjes afkomstig uit Campbell ed. 9 Hoofdstuk 48
Geleidingssnelheid
Geleidingssnelheid (hoe snel de actiepotentiaal over het axon beweegt) neemt toe naar mate de diameter van het axon groter is
In vertebraten --> Axonen geïsoleerd door myelineschede
  • Ook hierdoor neemt de geleidingssnelheid toe
Myelineschede wordt gemaakt door speciale cellen: Cellen van Schwann (PZS) of oligodendrocyten (CZS)

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even oefenen...

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het oog
Lichtreceptoren vangen licht (fotonen) op met behulp van pigmenten in
geplooide membranen. Deze prikkels worden in het zenuwstelsel omgezet
in impulsen (actiepotentialen).

Er zijn twee oertypen lichtreceptoren: rhabdomere en ciliaire receptoren. De rhabdomere receptoren lijken kenmerkend voor ongewervelden, de ciliaire voor gewervelden. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtreceptoren hebben grote overeenkomsten met zenuwcellen. Zo zijn ze negatief geladen ten opzichte van het omringende milieu en is de intracellulaire Na⁺ -concentratie lager dan in het omringende milieu. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Lichtprikkels leiden tot een verandering van de membraanpotentiaal in lichtreceptoren. In rhabdomere receptoren (bij ongewervelden) openen daardoor de Na⁺-kanalen. In ciliaire receptoren (bij gewervelden), zoals de staafjes in ons netvlies, leidt dit tot het sluiten van de Na⁺-kanalen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn belichte staafjes bij de mens negatiever geladen of minder negatief geladen dan staafjes in het donker? En vindt bij staafjes in het licht dan depolarisatie of hyperpolarisatie plaats?
A
Negatiever - Depolarisatie
B
Negatiever - Hyperpolarisatie
C
Minder negatief - Depolarisatie
D
Minder negatief - Hyperpolarisatie

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het handhaven van een rustpotentiaal kost energie en gebeurt in ciliaire en rhabdomere receptoren op gelijke wijze.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk membraaneiwit verbruikt veel energie bij het handhaven van een
rustpotentiaal?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  1. Je moet de termen  'Sensorische neuronen, schakelcellen en motorische neuronen kennen'
  2. Je moet de rol van de natrium/kalium-pomp kunnen uitleggen
  3. Je moet de verschillende stadia van de actiepotentiaal kunnen uitleggen
  4. Je moet kunnen uitleggen waarom de actiepotentiaal maar één kant op kan gaan
  5. Je kunt het effect van myelineschede kunnen uitleggen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kernzin
Door middel van een actiepotentiaal geeft een neuron een signaal door van dendriet naar axon.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk volgende les
Lezen Campbell paragraaf:
  • 48.4

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies