2. Europa gaat de wereld overheersen

De oorzaken van het Modern Imperialisme
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De oorzaken van het Modern Imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les moet je een aantal dingen kunnen uitleggen:

- Je kunt beschrijven hoe de overzeese handelscontacten van Europeanen uitgroeiden tot wereldrijken.
-  Je kunt de belangrijkste oorzaken van het modern imperialisme noemen.
- Je kunt een beschrijving geven van het bestuur en de economie in Brits-Indië

Slide 2 - Tekstslide

(modern)-Imperialisme
Voor wij beginnen: wat is het verschil tussen imperialisme en modern-imperialisme? Imperialisme (het veroveren van een groot rijk) is iets van alle tijden. Modern-imperialisme gaat specifiek over de tijd vanaf +/- 1870 tot 1914. 

Slide 3 - Tekstslide

We gaan terug naar het jaartal 1500

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

In Amerika, Afrika en Azië gingen de Europeanen op een bepaalde manier met het gebied en de mensen om. 

Slide 6 - Tekstslide

Amerika
In Amerika stichtten de Europeanen plantages. Daar moesten slaven zwaar werk op doen. De oorspronkelijke bevolking (de indianen) werden verdreven, onderworpen of stierven aan de Europese ziektes. 
Afrika en Azië

In Afrika en Azië gingen de Europeanen niet zo heftig tekeer. Langs de kust werden handelsposten gesticht. De Europeanen handelden via de handelsposten met de bevolking. De bevolking lieten zij verder met rust. De Europeanen konden niet tegen 'hun ziektes', zoals malaria.

Slide 7 - Tekstslide

Welk product werd uit Amerika naar Europa verhandeld?
A
Peper
B
Nootmuskaat
C
Cacao
D
Hout

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noemen we de handel tussen Europa, Afrika en Amerika?
A
Amerikaanse handel
B
Driehoekshandel
C
West-Europese handel
D
WIC

Slide 9 - Quizvraag

Maar rond 1870 verandert de aanpak van de Europeanen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Waardoor lukt het de Europeanen vanaf 1870 wel om Afrika en Azië in te nemen?

Slide 12 - Open vraag

Oorzaken modern imperialisme
De grootste oorzaak voor het modern imperialisme is de Industriële Revolutie. Door de Industriële Revolutie:
  1. hadden de Europese landen grondstoffen nodig uit koloniën.
  2. hadden de Europese landen gebieden nodig die hun producten kochten (een afzetgebied).
  3. hadden Europese landen een technologische voorsprong. Denk aan betere wapens, de telegraaf (apparaat waarmee je berichten kan verzenden), stoomschepen. 

Slide 13 - Tekstslide

De telegraaf. Hiermee konden berichten van de ene kant van de wereld naar de andere kant van de wereld worden verzonden.
De stoomschepen verkortte de tijd al enorm om naar het oosten/westen te varen. Maar door de opening van het Suezkanaal (Egypte) waren Europeanen nog sneller in het oosten. De technologie hielp de Europeanen dus echt om sneller en 'beter' te zijn. 

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaken modern imperialisme
Naast de Industriële Revolutie is nationalisme ook een oorzaak voor het modern imperialisme. Kijk/luister nog maar een keer naar het volgende stukje. En probeer het dan uit te leggen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Leg uit hoe nationalisme een oorzaak is voor het modern imperialisme.

Slide 17 - Open vraag

Daarnaast dachten de Europeanen dat als ze dit deden: andere volken opvoeden, ze in de hemel zouden komen voor deze 'goede daad'.

In werkelijkheid ligt hier een groot deel van de basis van racisme. Huidskleur, karakter en intelligentie  hebben niks met elkaar te maken en maken de een niet beter dan de ander. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Van welk land zag je op de vorige dia de koloniën
A
Engeland
B
Nederland
C
Frankrijk
D
Amerika

Slide 20 - Quizvraag

Britse Rijk
Engeland heeft een enorm rijk opgebouwd. Een voorbeeld is India. India werd een Britse kolonie, waar gunstige handelsvoorwaarden werden afgedwongen en de bevolking volgens Engels onderwijs werd 'opgevoed'. De Engelsen bewaarden de rust door de inheemse leiders op hun plek te laten zitten. De Engelsen gaven hun orders door aan de inheemse vorsten en die zorgden dat het uitgevoerd werd (indirect bestuur). 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Britse Rijk
Engeland heeft een enorm rijk opgebouwd.  India was erg belangrijk, omdat het goedkope grondstoffen aan Engeland leverde en de gemaakte producten ook weer kocht van Engeland. Hierdoor kon Engeland veel geld verdienen aan zijn kolonie. De kolonie verdiende hier uiteraard weinig/niks aan. 

Wel legde de Engelsen spoorlijnen aan, stichtten zij scholen en ziekenhuizen. Maar in de werkelijkheid had het weinig effect. 

Slide 23 - Tekstslide

Even terug naar de leerdoelen.
Leg uit hoe Europeanen veranderen van alleen handelen naar het creëren van een wereldrijk

Slide 24 - Open vraag

Noem de 4 oorzaken van het modern-imperialisme.

Slide 25 - Open vraag

Leg uit hoe Engeland Brits-Indië bestuurde.

Slide 26 - Open vraag

Leg uit waarom Brits-Indië economisch heel goed was voor Engeland.

Slide 27 - Open vraag

Wat is het verschil tussen imperialisme en modern-imperialisme?
A
Imperialisme is een makkelijkere versie, modern-imperialisme leverde meer problemen op.
B
Imperialisme betekent het veroveren van gebied, modern-imperialisme betekent veroveren van meer data.
C
Imperialisme vindt alleen nu plaats, modern-imperialisme alleen maar in de tijd van de Romeinen
D
Imperialisme gaat over de hele geschiedenis, modern-imperialisme alleen over een bepaalde tijd.

Slide 28 - Quizvraag

Van wat is racisme het gevolg?
A
Technologische voorsprong
B
Superioriteitsdenken
C
Afzetgebied
D
Nationalisme

Slide 29 - Quizvraag

Welk tijdvak hoort bij dit hoofdstuk?
A
Tijd van regenten en vorsten
B
Tijd van pruiken en revoluties
C
Tijd van burgers en stoommachines
D
Tijd van wereldoorlogen

Slide 30 - Quizvraag

Is er een onderwerp dat je nog niet snapt? Schrijf het hier op, in de vorm van een vraag.

Slide 31 - Open vraag

Huiswerk
Ga naar memo 
Hoofdstuk 5, paragraaf 2: Europa gaat de wereld overheersen

Opdrachten: 1, 2, 4, 5, 7 en 11t/m13

Slide 32 - Tekstslide