Fictie 9 les 14 H39 Een verhaal beoordelen wk 41-3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Kevin

Ilse

Abel

Jelte

Elisa

Bente

Welkom 

Doe je telefoon in de telefoontas. 

Ga op je vaste plek zitten. 

Pak je lesboek, schrift en etui.

Pak je leesboek. 

Laat de iPad in de tas. 

Geen tas op tafel.

Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Vandaag

Stil lezen (altijd 'boek mee in de tas')

Herhaling H38 Thema

Uitleg H39 Een verhaal beoordelen

Nakijken huiswerk

Keuze

Stil lezen

Enquete

Klik hier

Te behandelen Kern P1

Taalverzorging

H27 Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd

H28 Voltooid en onvoltooid deelwoord

H29 Onregelmatige en Engelse werkwoorden

H12, 13, 14, 43, 44

Fictie

H8, 9, 23, 24, 38, 39

De lessen taalverzorging

De lessen fictie

Lesdoelen

Je leert je oordeel over een verhaal te geven en te onderbouwen. 

Herhaling vorige les

Wat is een thema?

Thema van een verhaal

Een thema is de kortst mogelijke samenvatting van een verhaal:

• Een sprookje             thema : een wijze les 

Eerlijk en eenvoud is belangrijk.

• Harry Potter             thema: de strijd tussen goed en kwaad 
  

Harry Potter moet Voldemort bestrijden.

Meerdere thema's

Een verhaal kan meerdere thema’s hebben, maar er is er altijd 1 die de overhand neemt. Dat het belangrijkste is:

Bijvoorbeeld 'Een weeffout in onze sterren' - John Green.

Twee tieners die verliefd op elkaar worden, maar ook ernstig ziek zijn. 

Thema: vriendschap, ziekte en dood. 

Huiswerk nakijken

H38 opdr. 8 t/m 14

Huiswerk voor de volgende les

Noteer in je agenda:

Maken H39 opdr. 1, 2 en 5 t/m 10

Fictie 39: Een verhaal beoordelen

Doel: Je leert je oordeel over een verhaal te geven en te onderbouwen.

Oordeel

Een oordeel over een boek bestaat uit twee elementen:

1. de mening (Ik vond dit een interessant boek)
2. de argumenten (De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar)

Beoordelingswoorden

Om een oordeel te kunnen 

geven maak je gebruik van 

beoordelingswoorden.

Waar of niet waar?
Een oordeel bestaat uit (1) de mening en (2) beoordelingswoorden.

1. waar
2. niet waar

Antwoord

Een oordeel wordt gevormd door:

1. een mening (met beoordelingswoorden)  

2. een argument

Wat zijn beoordelingwoorden?

1. woorden waarmee je iets kunt zeggen
2. woorden die de verhaalsoort aangeven
3. woorden waarmee je je mening kunt geven
4. woorden die tegengesteld zijn aan elkaar

kenmerken waarop je een verhaal kunt beoordelen

opbouw

lengte van de zinnen

gebeurtenissen

genre

aantal bladzijdes

personen

fictie of non-fictie

taalgebruik

Denk eens na over jouw oordeel over het boek dat je nu aan het lezen bent. Formuleer je oordeel en geef tenminste 2 argumenten. Gebruik daarbij de kenmerken en de beoordelingswoorden die je vandaag hebt geleerd.

Aan de slag

Kies wat je gaat doen:

• Doe het bordspel werkwoordspelling in een groepje van vier
  


• Ga lezen
  
• Ga aan de slag met je PO
• Maak je huiswerk 
• Oefen de werkwoordspelling, er ligt een opdracht op de tafel

Is de opdracht duidelijk?

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Volgende les

We gaan verder met fictie:

H23 Helden & schurken 

en 

H24 Personages

Zijn voor jou de lesdoelen behaald

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Fijne dag