herhalingsles 19-4-2021

1 / 19
volgende
Slide 1: Video
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat zijn allergenen?
Allergenen zijn EIWITTEN die een allergische reactie kunnen opwekken.

Slide 2 - Tekstslide

Allergie of Intolerantie?
* Allergie direct (heftige) reactie, zelfs bij minuscuul beetje allergeen.

* Intolerantie pas een reactie na eten van bepaalde hoeveelheid allergeen.

Slide 3 - Tekstslide

14 Allergenen moeten verplicht vermeld worden 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe herken ik ze dan?
  • De allergenen staan genoemd onder ‘Ingrediënten’ in een ander lettertype of vetgedrukt, zodat ze extra goed opvallen.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk dat de allergenen op het etiket vermeld staan
A
Dat is verplicht volgens het Voedingscentrum
B
Dat is belangrijk voor mensen met een allergie
C
Dat heeft de overheid bepaald

Slide 6 - Quizvraag

welke allergeen zit er in satésaus?
A
Aardappel
B
Pinda
C
Avocado
D
Knolsoort

Slide 7 - Quizvraag


Welke allergenen vind je in:
Suiker
A
Selderij
B
Mosterd
C
lactose
D
geen

Slide 8 - Quizvraag

Welke allergenen vind je in:
Verse jus d'orange
A
melk
B
Gluten
C
Soja
D
geen

Slide 9 - Quizvraag

Moet een fabrikant op zijn producten de allergenen vermelden ?
A
Ja, altijd
B
Nee
C
Soms

Slide 10 - Quizvraag

Welke is een allergeen?
A
Ei
B
Melk
C
Pinda's
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

allergie voor geitenkaas welke allergeen is dit
A
gluten
B
melk
C
pinda
D
schaaldieren

Slide 12 - Quizvraag

Voedselallergie 
Is een reactie veroorzaakt door allergenen,
het immuunsysteem kan de allergenen niet verwerken.


Slide 13 - Tekstslide

Wat is een allergeen?

Slide 14 - Open vraag

Vegetarisch of veganistisch 
Wat betekent het?
Waarom kiest iemand hiervoor?

Slide 15 - Tekstslide

Vegetarisch
Zonder vlees, vis of schaaldieren

Slide 16 - Tekstslide

Wat is vegetarisch?
A
Frikandel
B
Kipnuggets
C
Kaassouflé
D
Hamburger

Slide 17 - Quizvraag

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?
A
Zalm
B
ei
C
Biefstuk
D
ansjovis

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent 'VEGETARISCH'?

Slide 19 - Open vraag