hfd 3 17.02.2023 Samenwerken

Lesprogramma 10.01.23
  1. Terugblik vorige les:  3.5 Respect en empathie; 3.7 Feedback geven en ontvangen
  2. Oefening en opdrachten feedback geven
  3. NIeuw onderwerp:  conflicten oplossen 3.8
  4.  Maken opdrachten
  5. Afronding
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ENT-basisPraktijkonderwijsLeerjaar 1,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesprogramma 10.01.23
  1. Terugblik vorige les:  3.5 Respect en empathie; 3.7 Feedback geven en ontvangen
  2. Oefening en opdrachten feedback geven
  3. NIeuw onderwerp:  conflicten oplossen 3.8
  4.  Maken opdrachten
  5. Afronding

Slide 1 - Tekstslide

Feedback
  1. Je kunt op de juiste manier aan de ander vertellen wat je van zijn/haar gedrag vindt
  2. Je praat van uit jezelf en vertel je aan de ander waar jij last van hebt
  3. heb je nodig om te kunnen leren en te weten hoe jij bij de ander overkomt.
  4. Je gebruikt de 4-G`s of de sandwichmethode

Slide 2 - Tekstslide

4 G-model
*Gedrag: feitelijk specifiek gedrag van de ander
*Gevoel: vertel de ander wat zijn gedrag bij jou teweeg brengt
*Gevolg: het effect van iemand zijn gedrag op de omgeving
*Gewenst: benoem het gedrag dat je graag zou zien

Sandwichmethode: 
Top-tip-top: Wat ging goed, wat kan beter, samenvatting

Slide 3 - Tekstslide

praktijksituaties om te oefenen
Je gaat samen met een medeleerling de praktijksituaties bespreken.
Je bespreekt samen de antwoorden volgens de 4-G model en/of de sandwichmethode.
Na afloop bespreken we klassikaal de antwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Feedback aan elkaar

Wees eerlijk en open over de feedback. Als je feedback op de juiste manier geeft kun je ervan leren.
Elke leerling ontvangt feedback van alle andere leerlingen. Dit is zowel positief als negatief. Dus een compliment en een leerpunt. Gebruik hiervoor het uitgereikte formulier.

- Welke complimenten heb je gekregen?
- Waaraan moet jij, volgens klasgenoten, nog werken?
- Ben je het met bovenstaande eens of niet eens en wat ga je hiermee doen?
- Heb je nieuwe dingen over jezelf gehoord en hoe vind je dit?
- Wat heb je geleerd? 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Beschrijft de docent duidelijk over welk gedrag het gaat
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Gebruikt de docent een ik-boodschap?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

De docent wacht niet te lang met feedback geven?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

De docent wisselt positief met negatief af.
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

De docent doet een verbetervoorstel.
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

De docent vertelt zijn gevoel.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

De docent let op non-verbaal gedrag
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

De docent richt zich op het resultaat.
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

De docent controleert of de ander hem begrijpt.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Conflicten oplossen

Slide 16 - Tekstslide

Conflict 
Een conflict is een meningsverschil tussen twee mensen die bijvoorbeeld iets anders willen of ergens anders over denken. Dit kun je oplossen door erover te praten. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe ontstaat een conflict
De oorzaak van elk conflict is een botsende mening. Hoe sterker de meningen en hoe meer deze botsten, hoe groter het conflict. De kern van elk conflict is dat iemand niet doet wat jij wilt of jij niet doet wat iemand anders wilt.

Slide 18 - Tekstslide

Positieve effecten van een conflict
  1. Het kan opluchten als je kunt zeggen wat je dwars zit.
  2. Het kan je iets  vertellen wat je nog niet wist en gaat nadenken over een mogelijke oplossing.
  3. Je gaat nadenken over wat jouw mening is en wat jij wilt.

Slide 19 - Tekstslide

Negatieve effecten van een conflict
  1. Als je een conflict met iemand hebt dan heeft dit invloed op je relatie met die persoon.
  2. Een conflict laat je niet los, je blijft ermee bezig.
  3. Je kunt stress krijgen van een conflict.
  4. Je blijft zo bezig met het conflict dat je niet meer na kunt denken over een oplossing. 

Slide 20 - Tekstslide

Stappenplan conflict oplossen
Stap 1: Wat is het probleem?
Stap 2: Zeggen wat je dwars zit en vragen stellen. Luisteren naar de ander!
Stap 3: Samen een oplossing bedenken.
Stap 4: Kies een oplossing waar je het beide mee eens bent
Stap 5: Kijken of het een goede oplossing was.
Belangrijkste: Blijf ALTIJD respectvol naar elkaar!

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten maken
Maken opdrachten: 3.30; 3.31, 3.32; 3.33; 3.34; 3.35; 3.36
Huiswerk: Begrippen leren blz 83 3.37

Slide 22 - Tekstslide