spelling werkwoorden 2 juni

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Pak je laptop, werkboek en je etui.

Blok 6, week 3, les 1

Doel van de les:

1. Ik oefen het schrijven van de verleden tijd en de voltooide tijd van klankvaste werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

kofschip-x

Gisteren _____ oma bloemen in de tuin. (planten)

Het vliegtuig ____ gisteren veilig op de landingsbaan. (landen)

Verleden tijd:
De gids ____ ons door het museum. (leiden)

Verleden tijd:
Zij _____ haar sleutels onderweg. (verliezen)

De meester heeft diep _____ toen het weer misging. (zuchten)

Gisteren ____ hij lekker in de tuin. (relaxen)

Maak nu blok 6, week 3, les 1

Werk zelfstandig en in stilte.

Klaar?

- Heb je ook nagekeken?

- Spelling op de computer.

Hij heeft het beslag door elkaar ____. (mixen)