Paragraaf 2 Spiegelbeelden

Paragraaf 2 Spiegelbeelden
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2 Spiegelbeelden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
6.2.1 Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel.
6.2.2 Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening.
6.2.3 Je kunt tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt.
6.2.4 Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.
6.2.5 Je kunt uitleggen dat bij alle soorten oppervlakken de spiegelwet geldt. (PLUS)

Slide 2 - Tekstslide

Spiegelbeeld
Als zonlicht op een vel papier valt wordt het licht diffuus teruggekaatst. Wanneer licht op een spiegel valt wordt het juist heel gericht teruggekaatst. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar is het spiegelbeeld?
A
Onder het water
B
Op het water
C
Boven het water

Slide 4 - Quizvraag

Spiegelschrift
In de spiegelwereld is er één ding anders vergeleken met de echte wereld. Namelijk alles staat in spiegelbeeld of in het geval van een tekst staat het in spiegelschrift.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Sleep het juiste woord naar de juiste plaats:
De afstand van                            tot de spiegel is gelijk aan de afstand van het origineel tot de spiegel.

De lichtstraal van het origineel naar je oog loopt via het punt waar de zichtlijn                                 raakt.
de spiegel
het spiegelbeeld
het origineel
de zichtlijn
de lichtstraal

Slide 8 - Sleepvraag

Waar is het spiegelbeeld?
A
Voor de spiegel
B
Op de spiegel
C
Achter de spiegel

Slide 9 - Quizvraag

Het spiegelbeeld van de vogel is
A
boven het wateroppervlak
B
op het wateroppervlak
C
onder het wateroppervlak

Slide 10 - Quizvraag

8. Wat heb je nodig om een spiegelbeeld of schaduw te tekenen?
A
Pen, gum, liniaal
B
Potlood, gum, rekenmachine
C
Potlood, gum, liniaal , rekenmachine
D
Potlood, gum, liniaal

Slide 11 - Quizvraag

Als je de tekening af maakt hoe heet
het onderste gedeelte dan?
A
een hele tekening
B
het tegenovergestelde
C
het spiegelbeeld
D
schets

Slide 12 - Quizvraag

In de tekening wordt een lichtstraal teruggekaatst door een spiegel.
Welke hoek in de tekening is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek 1
B
hoek 2
C
hoek 3
D
hoek 4

Slide 13 - Quizvraag

Bij de spiegel in de tekening
is de rode lichtstraal een
teruggekaatste lichtstraal.
Welke invallende lichtstraal
hoort bi j de rode lichtstraal?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quizvraag

Bekijk de tekening van
terugkaatsing van een lichtstraal.
Hoe groot is de hoek van inval?
A
50 graden
B
25 graden
C
40 graden
D
20 graden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de spiegelwet?
A
hoek van inval - hoek van terugkaatsing
B
hoek van inval + hoek van terugkaatsing
C
hoek van terugkaatsing = hoek van inval
D
hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de spiegelwet?
A
"Letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"Bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"Een spiegel is altijd vlak"

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde voor het tekenen met de spiegelwet?

Slide 18 - Sleepvraag

Hieronder zie je vijf zinnnen.
Geef bij elke zin aan of die juist of onjuist is.
Juist
onjuist
Een spiegel weerkaatst het licht in één richting
Om een teruggekaatste lichstraal te tekenen heb je een liniaal nodig.
Een spiegelbeeld heeft geen diepte.
Bij een ruw oppervlakte geldt de spiegelwet ook.
in een lichstraal zit altijd een pijltje

Slide 19 - Sleepvraag

Wat ga je nu doen?
Pak je werkboek blz. 79 t/m 87.
Maak opdracht 1 t/m 15.
Kijk je antwoorden na en verbeter met een andere kleur pen. 
Maak nu test jezelf 6.2

Slide 20 - Tekstslide