Week 1 2 kleuren koekjes

2 kleuren koekjes
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
HorecaPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

2 kleuren koekjes

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je vorige week gemaakt?

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
leerling kan uitleggen wat hoofdgrondstoffen zijn.
leerling kan uitleggen wat hulpgrondstoffen zijn.
leerling kan vertellen wat export is

Slide 3 - Tekstslide

theorie
Boterdeeg: Gebruik je voor koekjes, taarten en gebakjes
Hoofdgrondstoffen = de belangrijkste ingrediënten
(Bloem, boter of margarine & suiker)
Hulpgrondstoffen = de extra ingrediënten voor smaak
(zout, citroenrasp, cacaopoeder, vanille, koekkruiden etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Benoem welk product een hoofdgrondstof is.
En
Benoem welk product een hulpgrondstof is.

Slide 5 - Tekstslide

Theorie
Boterdegen: 3 soorten--> zetdeeg, wrijfdeeg en roerdeeg
Zelfde hoofdgrondstoffen.
Andere hoeveelheden =
Tientallen verschillende koekjes

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
Suiker: Basterdsuiker (wit/bruin) , kristalsuiker en poedersuiker




Functie = krokant, zoete smaak, plakken en kleur tijdens bakken

Slide 7 - Tekstslide

Thema: productieproces
Nederland produceert veel producten: aardappel, vlees, bier, chocolade en zuivel. 
Dit verkopen wij ---> Export, het verkopen aan het buitenland.

NVWA = Nederlandse voedsel- en warenautoriteit
Zij controleren het productieproces op??
- Hygiëne
- Meststoffen
- Bestrijdingsmiddelen

Slide 8 - Tekstslide

vaktaal
Klassikaal bespreken wij de woorden en schrijf je ze op:
  • Margarine
  • Boterdeeg
  • Poedersuiker
  • Officemes
  • Hoofdgrondstof

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

voorbereiding
We gaan met de volgende 3 slides, onze spullen verzamelen en de keuken hygiënisch schoon maken. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

emmer sop
1. pak het blauwe schoonmaakmiddel.

2. doe 1/2 dopje in je emmer. 

3. vul tot het 2e streepje. 

Slide 13 - Tekstslide

Materialen

  • Bakpapier
  • Ovenrek
  • Beslagkom
  • Kookwekker
  • Officemes
  • Ovenwanten
  • Tafelmes 2 stuks
  • Theelepel

Slide 14 - Tekstslide

Ingrediënten

  • Bloem 100 gram
  • Margarine 75 gram
  • Basterdsuiker 50 gram
  • Vanillesuiker 0,25 theelepel
  • Zout snufje
  • Cacaopoeder 2 theelepels

Slide 15 - Tekstslide

uitvoeren

Volg de stappen voor een goed resultaat

Slide 16 - Tekstslide

Stap 1
Leg het bakpapier op je ovenrek en verwarm de oven op 175 graden.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 2
Doe in je bekken:
- Bloem
- Margarine
- Zout
- Suiker
Snij het met de messen in kleine blokjes

Slide 18 - Tekstslide

Stap 3
  • Kneed alles vlug tot een bal.
  • Rol de bal tot een pil van 3 cm dik  

Slide 19 - Tekstslide

Stap 4
  • Snij een kwart van de pil af.
  • Doe het kleine stuk terug in de kom.

Slide 20 - Tekstslide

Stap 5
Snij de rest in plakjes van 1 cm dik.

Slide 21 - Tekstslide

Stap 6
Druk de plakjes zachtjes plat op het bakpapier.

Slide 22 - Tekstslide

Stap 7
Pak de bekken met het deeg en voeg het cacaopoeder toe.
Kneed dit erdoor.

Slide 23 - Tekstslide

Stap 8
Maak kleine balletjes en leg die op de plakjes.

Slide 24 - Tekstslide

Stap 9
Druk ze voorzichtig plat.
Bak ze 12 minuten af.

Slide 25 - Tekstslide

Stap 10
Haal uit de oven en laat afkoelen.

Slide 26 - Tekstslide

afronden
na het koken ga je je spullen schoonmaken en opruimen. 

je zorgt dat ze ruimte weer netjes wordt.

Slide 27 - Tekstslide

stap 1
Afwassen en afdrogen van het gebruikte materiaal

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

stap 2
maak je werkblad schoon

Slide 30 - Tekstslide

stap 3
Maak het fornuis schoon

Slide 31 - Tekstslide

stap 4
veeg en/of dweil de vloer. 

Slide 32 - Tekstslide

schoonmaaktaken: 
  • wasbakken 1+2
  • wasbakken 3+4
  • Temperatuur meten
  • werkbank controleren
  • was vouwen
schoonmaaktaken:
  • vloer vegen
  • vloer schrobben
  • vloer trekken
  • kruidenkar
  • tafels schoonmaken

Slide 33 - Tekstslide

Nabespreken
kijk terug op de les. Hoe is het gegaan, wat ging super? 
zijn er ook dingen die je anders zou doen?
antwoord dit op de volgende slides

Slide 34 - Tekstslide

Reflectie
Vul je reflectie in. 

We gaan het daarna bespreken

Slide 35 - Tekstslide

Hoe smaakte het gerecht?
A
lekker
B
niet lekker
C
een beetje lekker
D
ik heb het niet geproefd

Slide 36 - Quizvraag

Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 37 - Open vraag

wat heb je geleerd deze les. Noem minimaal 1 ding

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide