4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven

4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
Lesdoel= Waardoor groeide de  handel en kwamen er nieuwe steden?

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
Lesdoel= Waardoor groeide de  handel en kwamen er nieuwe steden?

Slide 1 - Tekstslide

  1. Arabieren
  2. Christenen
  3. kruistocht
  4. Saladin
  5. Genua
  6. kompas 
a. Heilige grafkerk
b. Palestina
c. halsjuk
d. meer handel
e. vernieling heilige grafkerk
f. Herovering Jeruzalem door moslims

Slide 2 - Tekstslide


Dit tijdvak heet ..
A
Monniken en Ridders
B
Steden en Staten
C
Ontdekkers en Hervormers
D
Kruistochten en Steden

Slide 3 - Quizvraag

Steden en Staten tijdvak duurt van?
A
500-1000
B
0-1000
C
500-1500
D
1000-1500

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn: Kruistochten
A
Oorlog tegen de aanhangers van Islam.
B
Tocht langs een kruispunt.
C
Gelovigen die lopend kruisen gingen verspreiden.
D
Een bedevaart om je zonden te vergeven

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel kruistochten zijn
er gehouden?
A
7
B
8
C
6
D
9

Slide 6 - Quizvraag

Wie liepen er NIET mee
met de kruistochten
A
moslims
B
arme mensen
C
kinderen
D
soldaten

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer waren
de kruistochten?
A
rond 550
B
vooral tusen 500-1000
C
rond 1400
D
vooral tussen 1000-1200

Slide 8 - Quizvraag

Waarom werden
Kruistochten georganiseerd?
A
Om het geloof te verspreiden.
B
Omdat kruisvaarders van avontuur hielden
C
Om te vechten.
D
Om Jeruzalem te bevrijden.

Slide 9 - Quizvraag

Welke paus riep op tot de kruistochten?
A
Johannes II
B
Alexis
C
Fransiscus
D
Urbanus II

Slide 10 - Quizvraag

Deze opdracht gaat over de oproep van paus Urbanus II in 1095, die leidde tot de eerste kruistocht.

Wat was de aanleiding voor de oproep van de paus in 1095?
A
De Byzantijnse keizer had de paus om steun gevraagd in de strijd tegen de Turken.
B
De heilige stad Jeruzalem was in handen gevallen van sultan Saladin.
C
Franse ridders hadden bij Poitiers een zware nederlaag toegebracht aan een islamitisch leger.
D
In het Midden-Oosten was opnieuw oorlog uitgebroken tussen de soennieten en de sjiieten.

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke gebeurtenis hoort deze afbeelding?
A
De verovering van Jeruzalem door christelijke strijders
B
De verovering van Jeruzalem door islamitische strijders
C
De oproep van paus Urbanus tot de eerste kruistocht
D
De verovering van Constantinopel door de Turken

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn gevolgen van de kruistochten
A
De uitvinding van de boekdrukkunst
B
Arabische cijfers
C
Medicijnen tegen de pest.
D
Kennis van het hierogliefen

Slide 13 - Quizvraag

Laatste vraag ....Lees de volgende beweringen. Welke bewering is juist?
A
in 1099 vertrokken de kruisvaarders voor de eerste kruistocht
B
de eerste kruistocht liep uit op een mislukking
C
in 1096 begonnen de kruisvaarders aan de tweede kruistocht
D
de kruisvaarders plunderden de omgeving om aan voedsel te komen

Slide 14 - Quizvraag

4.3 Nieuwe steden gaan handeldrijven
Lesdoel= Waardoor groeide de  handel en kwamen er nieuwe steden?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Lees bladzijde 79-80-81

Slide 17 - Tekstslide

Waardoor groeide de handel en kwamen er nieuwe steden?

Slide 18 - Open vraag

Nieuwe landbouwtechnieken zoals het halsjuk zie je hier afgebeeld

Slide 19 - Tekstslide

Van landbouw naar handel
  • Nieuwe landbouwtechnieken (Halsjuk, ontginning van land, ijzeren ploeg)
  • Overschotten
  • Overschotten verkopen op markten.
  • Dorpen werden steden.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Steden krijgen rechten en inkomsten
  • Stadsrechten: Recht voor burgers om stad te besturen, recht te spreken, eigen munt en stadsmuur.
  • Van ruilhandel werd er over gegaan naar een  geldeconomie.
  • Iedere stad  had zijn eigen munt dus moest er altijd gels gewisseld worden

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de Hanze en hoe ontstond deze?

Eerst een aantal voorbeelden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Een kaart van de .....

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Door oa de toenemende handel en het ontstaan van steden ontstond ......De pest





1347: De pest slaat toe
1/3 van de van de bevolking in Europa overlijdt.


Slide 29 - Tekstslide

Video
De Zwarte Dood
  • De oorzaken van de pest zijn pas in de 19e eeuw bekend geworden
  • Voor de mensen in de Middeleeuwen was de ziekte een straf van God
  • De mensen dachten dat God hen ging straffen, omdat ze niet goed en zondig hadden geleefd.
  • Bekijk de pestmeester hiernaast: wat was zijn taak?
Flagellanten sloegen zichzelf om zo aan God te laten zien dat zij spijt hadden van hun zonden. De naam Flagellant komt van het Latijnse woord voor zweep: flagellum. Aan het eind van de leren riempjes zitten spijkers.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Aan het werk
  • Bekijk de ontdekkingsplaat
  • Leer en maak par 4.3
  • Maak een samenvatting van par 4.3
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide


Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
Betere landbouwgrond: bossen kappen, moerassen en veengebied droogleggen
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten andere gewassen

Slide 33 - Quizvraag

Waar ontstonden de eerste markten?
A
In het centrum van de stad
B
In de buurt van een oude Romeinse stad
C
Op kruispunten van wegen en/of rivieren of in de buurt van een kasteel
D
Bij de Hanze

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn stadsrechten?
A
Steden mochten zelf rechtspreken, daarom dat het stadsrechten heten.
B
Steden mogen zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en een kasteel bouwen.
C
Steden mochten zichzelf besturen, maar moesten elk jaar nog wel de heer betalen hiervoor.
D
Steden mochten zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en stadsmuren bouwen.

Slide 35 - Quizvraag

Wat is een voordeel van bij de Hanze aangesloten te zijn?
A
De bij B-C-D genoemde voordelen
B
Geen of minder tol te betalen
C
Veiliger
D
Afspraken maken met leveranciers over speciale prijzen.

Slide 36 - Quizvraag

Waarom werd de Hanze opgericht?Wat is onjuist?
A
Om handelsvoordelen te krijgen.
B
Om veilig te kunnen handelen.
C
Om steden machtiger te maken.
D
Om betere schepen te bouwen.

Slide 37 - Quizvraag

In welke gebieden dreef de Hanze veel handel?
A
Waddenzee en Middellandse zee
B
Middellandse zee
C
Oos-zee en Waddenzee gebied
D
Oost-zee en Noord-zee gebied

Slide 38 - Quizvraag

Welke zin is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.

Slide 39 - Quizvraag


Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Koning
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 40 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht van een stad op eigen winkels.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quizvraag


Stadsrechten: het recht om zelf voedsel te verbouwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Laatste vraag....deze vraag gaan we later bespreken. Noem verschillen en overeenkomsten tussen de Pest en de Corona pandemie.

Slide 43 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 44 - Open vraag

Goed gewerkt mensen....take care. 

Slide 45 - Tekstslide