Escribir parte 1

¡Bienvenidos a tu clase de español!
En esta clase vamos a escribir mejor las frases en español.



1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a tu clase de español!
En esta clase vamos a escribir mejor las frases en español.



Slide 1 - Tekstslide

Los objetivos de esta clase:

1. Al final de esta clase  sabes mejor las reglas  cómo escribir frases en español;
Aan het einde van deze les weet je beter hoe je zinnen moet schrijven in het Spaans  Je kunt de regels daarvoor beter toepassen.

2.Hemos practicado hacer un texto sobre tu rutina diaria.
We hebben geoefend om zinnen te maken.


(De doelen voor deze les...)

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy

Terminar y entregar el texto sobre la rutina diaria

Tekst over de dagelijke leven afmaken en inleveren




  

Slide 3 - Tekstslide

Estructura de la oración 
.

  • Mañana        Ana               visita          a su abuela             en Toledo.
  • Ayer                (yo)                comí          una manzana        en el cole.

  • ¿Tú puedes hacer una frase? 
  • Inspiración: beber, bailar, preguntar, ver...




Slide 4 - Tekstslide

Escritura ( schrijfvaardigheid)
REGELS: Waar moet je op letten als je een Spaanse zin schrijft? OJO! , LET OP! Alle regels gelden per zin!

  • Zorg dat je zin helemaal in de juiste tijd staat: in presente , presente perfecto of toekomende tijd.
  • Gebruikt nooit TENER om het voltoid deelwoord te vertalen.
  • Beschouw een bijzin als een nieuwe zin: 1.Vanmiddag eet ik een lekkere salade,  2. omdat ik honger heb.
  • Staan alle werkwoorden bij elkaar?
  • Er hoeft alleen 1 werkwoord per zin vervoegd ,  >>> voy a comer
  • Staat je belangrijkste werkwoord in de juiste tijd?
  • Staat het werkwoord in de juiste persoonsvorm?
  • Als het een ontkennende zin is, waar staat de ontkenning dan in de zin?
  • Waar staat het bijvoegelijk naamwoord in de zin?
  • Staat de tijdsaanduiding voor of achteraan in de zin? >>> hoy, esta tarde
  • Staat de plaatsbepaling voor  of achteraan de zin? >>>>Aquí, en Uithoorn, al supermercado
  • Accenten!! ( m.n. bij de vraagwoorden) dónde, cuándo etc.
  • Zijn bijvoeglijk naamwoord/ bezittelijk voornaamwoord aangepast op zelfstandig nw en meervoud?

Slide 5 - Tekstslide

 Escritura ( schrijfvaardigheid)
¿Qué tienes que saber?     Wat moet je kunnen?

  • Werkwoorden ( regelmatig/ onregelmatig) op de juiste manier vervoegd .
  • Voltooid deelwoord: Presente perfecto ( he hecho, has comido etc.)
  • Toekomende tijd: Futuro próximo ( Ir+ A + heel werkwoord)
  • Indefinido: Ayer fui al cine con mis padres
  • Een ontkenning ( niet, geen, niets, nooit). Op welke plek in de zin staat dit?
  • Bijvoegelijk naamwoord op de juiste plaats ( m/v!)
  • Accenten!!!
  • Juist gebruik van meervoud bij bezittelijk voornaamwoord en Bijvoegelijk naamwoord 
  • Gebruik voeg/kernwoorden zoals: además, también, por eso, luego, después, finalmente, en primer lugar of primero

Slide 6 - Tekstslide

Puedo escribir sobre la rutina diaria en español

Slide 7 - Poll

Nu ben ik bezig met mijn huiswerk maken.

Slide 8 - Open vraag

Ik houd niet van dansen.

Slide 9 - Open vraag

Ik ben om 7 uur opgestaan. (getal niet uitschrijven)

Slide 10 - Open vraag

Vanochtend heb ik geen rode rok gekocht.

Slide 11 - Open vraag

's Middags ga ik studeren.

Slide 12 - Open vraag

¿Qué has aprendido hoy?
¿ Hay preguntas? 

Slide 13 - Tekstslide

Escribe estas frases holandesas en español
(15m + bespreken)
  1. Ik leer Spaans al twee jaar.
  2. Ik hou niet van natuurkunde. Mijn lievelingsvak is geschiedenis.
  3. Ik ben om 7 uur opgestaan en ik heb 8 uur geslapen.
  4. Men bakt de aardappelen.
  5. Ik woon in Uithoorn. Dat is een klein dorp in Nederland dichtbij Schiphol.
  6. Vanochtend heb ik geen rode rok gekocht. 
  7. Ik ging met m’n zus naar de supermarkt.
  8. Deze zaterdag heb ik voetbal gespeeld met m’n vriendinnen
  9. Mijn dochter heeft  bruin krullend haar en draagt een bril.
  10. Vandaag ga ik zwemmen.

Slide 14 - Tekstslide