H1: Bevolking paragraaf 2. Bevolkinsdichtheid

Bevolkingsdichtheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bevolkingsdichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • Je kunt de bevolkingsdichtheid van gebieden berekenen en vergelijken. 
  • Je kunt de bevolkingsspreiding in een gebied beschrijven. 
  • Je kunt verklaren waarom gebieden dunbevolkt of dichtbevolkt zijn  

Slide 2 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
  • Aantal mensen per km2
  • Aantal inwoners / aantal vierkante kilometers = bevolkingsdichtheid 
  • Dichtbevolkt 
  • Dunbevolkt 

Slide 3 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid

Slide 4 - Tekstslide

Als gebieden op de vorige kaart rood van kleur zijn, dan is de bevolkingsdichtheid .....
A
klein
B
hoog
C
groot
D
laag

Slide 5 - Quizvraag

Natuurlijke factoren 
  • Klimaat 
  • Hoogteverschillen 
  • Ligging bij water  

Slide 6 - Tekstslide

Menselijke factoren 
  • Welvaart 
  • Voorzieningen 
  • Veiligheid 

Slide 7 - Tekstslide

Noem minimaal 2 redenen waarom sommige gebieden dunbevolkt zijn.

Slide 8 - Open vraag

Wat is een natuurlijke factor waardoor de bevolkingsdichtheid hoog is in gebieden?
A
Werkgelegenheid
B
Ligging bij water
C
Cultuur
D
Lekker eten

Slide 9 - Quizvraag

Bevolkingsspreiding
  • Verdeling van bevolking 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Kies 2 provincies waar de bevolkingsdichtheid hoog is in Nederland.
A
Zuid-Holland en Zeeland
B
Zeeland en Groningen
C
Groningen en Utrecht
D
Noord-Holland en Zuid-Holland

Slide 12 - Quizvraag

Dunbevolkt
Dichtbevolkt
Zeeland
Utrecht
Veel mensenper km2

weinig mensen
per km2

Slide 13 - Sleepvraag

Als de bevolkingsdichtheid 8 is, betekend dat .......
A
er 6 mensen per km2 wonen
B
er in een land 8 mensen wonen
C
er 8 mensen per m2 wonen
D
er 8 mensen per km2 wonen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Nu zelfstandig aan de slag 

Slide 16 - Tekstslide