KT12: Kruistocht in spijkerbroek

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Film
Boek

Slide 2 - Tekstslide

Ken je "Kruistocht in spijkerbroek"?
A
Ik ken het boek
B
Ik ken de film
C
Ik ken boek en film
D
Nog nooit van gehoord

Slide 3 - Quizvraag

Kruistocht in Spijkerbroek

Dit is een boek dat gaat over Dolf die met een tijdmachine in de Middeleeuwen terecht komt. Hij helpt de kinderen die naar het beloofde land gaan.
Dit kinderleger dat zelf voor eten moet zorgen, verhongerd bijna. Totdat Dolf zich opwerpt als leider om te helpen.

Slide 4 - Tekstslide

                        Bekijk het volgende fragment


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Je gaat een fragment uit het boek verderschrijven

Slide 7 - Tekstslide

info vooraf:

Dolf (uit de twintigste eeuw) is zojuist terechtgekomen in het jaar 1212. Hij ontmoet daar Leonardo. Leonardo is student en heeft 2 jaar in Parijs gestudeerd. Leonardo spreekt alleen Diets (een soort middeleeuws Nederlands). Dolf heeft moeite om hem te verstaan. Leonardo is op weg naar Bologna om daar zijn studies te voltooien.



Dolf komt erachter dat hij in Duitsland terechtgekomen is, en niet in Parijs...

Slide 8 - Tekstslide

Fragment

(Fragment uit: Kruistocht in spijkerbroek, Uitgave 2010, blz. 20-22)


Achter de stad zag hij iets glinsteren dat leek op een breed, zilveren lint. Een rivier.

Hij wees ernaar. ‘Is dat de Rijn?’

Leonardo knikte. O hemeltje, dacht Dolf, dan ben ik toch verkeerd terechtgekomen. Met een ruk wendde hij zich tot de student.

‘In welk jaar leven we?’

‘1212.’

Dus dat was in orde. ‘De datum?’

‘Welke dag van de maand?’

Eindelijk begreep Leonardo hem.





Slide 9 - Tekstslide

Vervolg fragment

‘Sint-Jan.’

Nu wist Dolf nog niets, maar hij durfde niet verder te vragen. Hij zag al hoe Leonardo's nieuwsgierigheid begon te veranderen in wantrouwen. ‘Sint-Jan,’ mompelde de student. ‘Tovernacht...’

Dolf snapte er niets van. Hij probeerde het nog eens.

‘De hoeveelste dag van de maand is het dan?’

‘De vierentwintigste,’ zei Leonardo, verbaasd dat Dolf dat niet wist.

De jongen zweeg. Hij dacht na. Tien dagen verschil! Had de computer een fout gemaakt? Of was er een verschil in tijdrekening tussen zijn eeuw en déze? Hij besloot dat eens haarfijn uit te zoeken zodra hij terug was in zijn eigen tijd.

Opeens hoorde hij de student vragen: ‘Waar kom je vandaan?’



Slide 10 - Tekstslide

Vervolg fragment

Dat verstond de jongen wel.

‘Uit Amstelveen.’

Leonardo haalde de schouders op.

‘Dat ligt in Holland,’ verduidelijkte Dolf.

‘Aha... Je komt uit Holland?’

‘Ja.’

‘Waarom versta je me dan bijna niet? In Holland spreken ze toch ook Diets? Of ken je alleen dialect?’

Jasses, wat is het allemaal moeilijk, dacht Dolf onrustig. Veel lastiger dan ik had verwacht. Hij zuchtte en trachtte zich te herinneren wat hij over de middeleeuwen wist. Iedereen van het katholieke geloof. Strijd om de macht tussen Duitse keizers en de paus.

Slide 11 - Tekstslide

Vervolg fragment

De bouw van machtige kathedralen, zoals die daar beneden: de Dom van Spiers. Onveilige wegen, moeilijke verbindingen, kruistochten, toernooien, vetes tussen vorsten en ridders. De wetenschap nog in de kinderschoenen en dus veel bijgeloof. De mensen droegen afweermiddelen bij zich tegen de Duivel, sloegen om elke kleinigheid een kruis en als iets hun tegenzat gaven ze daarvan de Duivel de schuld. Ondanks de onveiligheid van wegen en zeeën werd er veel gereisd ...

Hij keek op en zag twee bruine konijntjes die op hun achterpoten naar hem zaten te kijken. Hij hoorde Leonardo lachen, zag hem een kluitje aarde naar de diertjes gooien. Ze sprongen op hun gemak weg.

En achter hem, in bomen en struiken, tierelierden de vogels. Wat prachtig was het land om hem heen! Ongerept, stralend van schoonheid in de zomerzon.

Slide 12 - Tekstslide

Vervolg fragment

Langs de hellingen en in het brede dal, doorsneden door de rivier, lagen akkers en boomgaarden waar mensen aan het werk waren. Geen gebrom van auto's, geen gegier van vliegtuigen. Geen stank van uitlaatgassen of fabrieken. Dolf kreeg plotseling tranen in de ogen. Waar was deze prachtige wereld gebleven in de twintigste eeuw?



Langzaam zei hij tegen Leonardo: ‘Wantrouw mij niet, mijn vriend. Ik ben een gewone jongen - en ik ben verdwaald. Ik ben ook student.’


Wat gaan Leonardo en Dolf nu doen? Schrijf 200 woorden verder.

Slide 13 - Tekstslide