6. Herhaling

6. Herhaling
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

6. Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Leren hoe de Amerikaanse kolonies onafhankelijk werden.

Slide 2 - Tekstslide

Protesten tegen hoge belastingen
  • Oorlogen en bestuur in de kolonies kostten veel geld.
  • --> Hogere belastingen in de kolonies.
  • Invoerrechten op grondstoffen, suiker, glas en thee.
  • Stamp Act: belasting op drukwerk (tijdschriften, kranten).
  • Kolonisten hadden niets over deze wetten te zeggen.
  • No taxation without representation!

Slide 3 - Tekstslide

Onafhankelijkheid
  • 1773 Boston Tea Party: een groep als indianen verklede kolonisten gooide de lading thee van drie Engelse schepen overboord uit protest tegen de Britse belastingen.
  • --> Britten ontnemen de kolonie hun bestuursrechten.
  • --> Kolonisten komen bij elkaar in de Continental Congress.
  • 1775-1783 Onafhankelijkheidsoorlog.
  • 1776: Onafhankelijkheidsverklaring.
  • Het bestuur is gescheiden in drie machten (Montesquieu)​: Wetgevend, Uitvoerend en Rechtsprekend.​

Slide 4 - Tekstslide

Weet je het nu?
Wat wordt bedoeld met no taxation without representation?
  • Er waren nieuwe belastingwetten ingesteld zonder instemming van de kolonisten.
Wat gebeurde tijdens de Boston Tea Party?
  • Een groep als indianen verklede kolonisten gooide de lading thee van drie Engelse schepen overboord uit protest tegen de Britse belastingen.
Hoe werd het bestuur in het onafhankelijke Amerika geregeld?
  • Het bestuur is gescheiden in drie machten (Montesquieu)​: Wetgevend, Uitvoerend en Rechtsprekend.​

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag!
Breid je dagboek uit met een pagina over de onafhankelijkheidsoorlog. Verwerk hierin 'no taxation without representation', de Boston Tea Party, de onafhankelijkheidsverklaring en het nieuwe bestuur.
  • Maak in je werkboek opdracht 55, 57, 59 en 60.
  • Je mag samenwerken.
  • Niet af = huiswerk.
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Beelden om te onthouden
  • Je werkt in groepjes van ongeveer vier.
  • Steeds mag één groepslid naar voren komen om 10 seconde de afbeelding te bekijken.
  • Als de leerling terug is mag hij uitleggen wat hij heeft gezien en de afbeelding natekenen.
  • Dan mag het volgende groepslid naar voren komen om 10 seconde de afbeelding te bekijken, tot iedereen is geweest.
  • Daarna maak je de spotprent samen af en beantwoord je de vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak het herhalingsschema over hoofdstuk 6.
Je mag samenwerken met degene naast je.
Houd dit schema bij je!
Klaar?
Breid je dagboek uit met een pagina over de onafhankelijkheidsoorlog. Verwerk hierin 'no taxation without representation', de Boston Tea Party, de onafhankelijkheidsverklaring en het nieuwe bestuur.
Maak in je werkboek opdracht 55, 57, 59 en 60.

Niet af = huiswerk.

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Oefenen voor de toets.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Schema bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Antwoorden formuleren
1. Herhaal de vraag in je antwoord.
--> Waarom riep de derde stand de Nationale Vergadering uit? De derde stand riep de Nationale Vergadering uit, omdat...
2. Benoem over wie het gaat.
--> Géén 'ze' 'die' 'hun', maar De Nederlanders, de handelaren, de Fransen, de Derde Stand.
3. Benoem de bron duidelijk in je antwoord.
--> Ik lees in de bron dat ...., dus...; Ik zie in de bron dat ..., dus...
Hier kun je ook de beschrijving van de bron bij gebruiken!!

--> Ik zie in de bron... Ik weet... Dus (herhaal de vraag)...

Slide 13 - Tekstslide

Oefenvragen formuleren
Maak de oefenvragen.
Benoem steeds duidelijk wat je ziet in de bron.
Je antwoord begint dus ALTIJD met "ik zie...".
Kijk goed naar hoeveel elementen je moet noemen.

Slide 14 - Tekstslide

Onderzoeksvragen formuleren
Het moet een open vraag zijn, dus niet iets waar je met alleen ‘ja’ of ‘nee’ op zou kunnen antwoorden.
--> Tip: begin je onderzoeksvraag met “In hoeverre…” dit dwingt jou om in elk geval naar twee kanten van het verhaal te kijken.
--> Je gebruikt nooit maar één bron voor je onderzoek, je onderzoeksvraag mag dus nooit over één klein detail gaan uit een bron. (bijv. niet: Hoe zien mensen er op deze bron uit? bijv. wel: Hoe zagen mensen er in deze tijd uit?)
--> Wees specifiek in je formulering, wie, wat, waar, wanneer, etc.
--> Tip: vraag in je onderzoeksvraag naar het verloop van grote gebeurtenissen. Let op: vraag niet naar oorzaken of gevolgen als die niet uit de bron te halen zijn!!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Oefentoets
Maak de oefentoets of leer op een andere manier die bij jou past.
Stel nog al je vragen waar nodig: laatste kans!
Je mag samenwerken.
Je mag met oortjes in werken.

Slide 20 - Tekstslide