Telefoons staan op stil en zitten in je tas of broekzak.
Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek, lesboek
Huiswerk maak je serieus en netjes
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen van vorige les
Je kunt uitleggen hoe neerslag ontstaat in drie stappen
Je kunt drie situatiesuitleggen waarin neerslag ontstaat
Je kunt de begrippen bij de vier verschillende faseovergangen van water benoemen: (verdampen / condenseren en bevriezen / smelten)
Je kunt het verschil tussen de korte- en lange waterkringloopuitleggen.
Je kunt de volgende onderdelen van de waterkringloop in een schematische tekening herkennen: neerslag, verdamping, condenseren, infiltratie & afstromen.
Slide 4 - Tekstslide
Ontstaan van neerslag
Je kunt drie situatiesuitleggen waarin neerslag ontstaat
Slide 5 - Tekstslide
Noteer 2, 3, 4, 10 en 14 en zet er de juiste begrippen achter, kies uit: verdamping, condensatie, neerslag, afstromen en infiltratie
Slide 6 - Tekstslide
ANTWOORDEN
2 – verdamping
3 – neerslag
4 – condensatie
10 – afstromen
14 - infiltratie
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoelen van vandaag
Je kunt de tweeregels van de wet van Buys Ballot benoemen.
Je kunt de ligging van de 7 drukgordels op aarde tekenen.
Je kunt het wereldwijde windsysteemintekenen in een kaartje met de drukgordels.
Je weet dat de winden rond de evenaar passaatwinden worden genoemd.
Je weet hoe je een windrichting moet benoemen.
Slide 8 - Tekstslide
H L
Slide 9 - Tekstslide
DE WET VAN
BUYS BALLOT
Je kunt de twee regels van de wet van Buys Ballot benoemen.
Deze vraag komt vrijwel elk jaar voor in het SE + eindexamen.
Slide 10 - Tekstslide
DE WET VAN
BUYS BALLOT
NEEM OVER:
Wind stroomt op het aardoppervlak altijd van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
Op het noordelijkhalfrond krijgt de wind een afwijking naar rechts, op het zuidelijkhalfrond naar links (met de wind in je rug).