College 3 vascularisatie en hormonale beïnvloeding (huidverbetering)

Huidverbeterende massage
Vascularisatie 
Hormonale beïnvloeding 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1.5 min

Onderdelen in deze les

Huidverbeterende massage
Vascularisatie 
Hormonale beïnvloeding 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je herhaalt de anatomie van de bloedvaten
- Je kunt de verschillende bijzondere verbindingen van de bloedvaten benoemen
- Je leert het effect van de hormonen adrenaline en cortisol op het weefsel



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvatenstelsel
Grote bloedsomloop = Hart, hele lichaam, hart
Kleine bloedsomloop = Hart, longen, hart
Slagaders, ARTERIEN = ALTIJD van het hart af. Dikke elastische wanden want de druk is hoog.
Aders, VENEN = Dunner. Bevatten kleppen om het bloed omhoog te duwen en ALTIJD naar het hart toe. 
Haarvaten, CAPILLAIREN =>Hier worden stoffen uitgewisseld tussen het bloed en de weefsels.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weefsel en bloed
Slagaders:
Transport bloed van hart af. Bevat zuurstofRIJK bloed

Aders:
Transport bloed naar hart toe. Bevat zuurstofARM bloed

Haarvaten
Bloed stroomt hiermee door organen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slagaderen
Arteriën
Kleine slagaders -> arteriolen

Voeren het bloed van het hart af en zuurstofrijk bloed. 

Behalve longslagader. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aders
Venen
Kleine aders -> venulen

Voeren bloed terug naar het hart

Zuurstofarm bloed (behalve de longader)

Voorzien van kleppen om de terugstroom van bloed te voorkomen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzondere vaatsytemen

  • Arterioveneuze anastomosen/ arterioveneuze verbinding
  • Collateralen
  • Pre capillaire sfincters 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arterioveneuze anastomosen
Arterioveneuze anastomosen = verbindingen van bloedvaten onderling (omleiding)

  • Tussen slagaderlijke haarvaten
  • Tussen aderlijke haarvaten
  • Tussen slagaderlijke en aderlijke haarvaten

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Collateralen
  • collaterale bloedvaten, zijtakken die in dezelfde richting lopen. Kunnen de bloedtoevoer overnemen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pre capillaire sfincters
kringspiertjes aan het capillaire netwerk die de bloedtoevoer kunnen regelen

dit wordt geregeld door het vegetatieve systeem


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vasodilatatie en vasoconstrictie
Vasodilatatie is het verwijden 
van de bloedvaten

Vasoconstrictie is het vernauwen 
van de bloedvaten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonale beïnvloeding van het bindweefsel

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hormonen en bindweefsel
Bij stress is er een overgang van rust naar actie!
Bij Actie wordt de orthosympaticus actief en prikkelt andere systemen waaronder de hypothalamus.
De hypothalamus zorgt indirect voor de productie van adrenaline en cortisol

Slide 16 - Tekstslide

Cortisol wordt geproduceerd in de bijnieren en adrenaline in de bijniermerg
Cortisol en adrenaline
Beide hormonen werken samen en hebben een nuttige functie voor het organisme. 

De samenwerking van deze hormonen hebben een positieve en negatieve invloed op het organisme



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol en adrenaline
Positief: Is het organisme in een kort durende ergotrope toestand dan heeft het organisme een snel reagerend vermogen nodig
Negatief: Houdt stress aan voor langere tijd dan blijft de hypothalamus signalen uitbrengen om deze hormonen te produceren. Blokkade trofotrope processen in het weefsel tot gevolg. Geen herstel mogelijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adrenaline
Wordt geproduceerd door de bijniermerg en is een snelwerkend hormoon dat door de bloedbaan het lichaam verspreid. 
Het versterkt de sympathische werking van het zenuwstelsel

Slide 19 - Tekstslide

Werking adrenaline 
Adrenaline
Verhoging bloedsuikerspiegel:
Opgeslagen glycogeen en vet komen vrij waardoor het lichaam meer energie kan gebruiken om op stressprikkel te reageren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Adrenaline
Zorgt voor vasodilatie in gebieden die actief zijn door een prikkel

Andere gebieden ervaren vasoconstrictie wat zorgt voor een daling in het metabolisme. Weefsel of huid kan zich niet herstellen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol
Hormoon ACTH zorgt dat de bijnierschors cortisol aanmaakt

Stresshormoon!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol
Verhoging glucosegehalte in het bloed en een remmende werking op de eiwitsynthese 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol
Vermindert ontstekingsreactie omdat de mestcel onder invloed van cortisol minder histamine afgeeft

Histamine zorgt normaal voor vasodilatie, wat op dat moment niet voldoende gebeurt

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cortisol
Remmende werking op het immuunsysteem door productie onderdrukking van lymfocyten en antilichamen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resultaat bindweefsel
Door aanhoudende stress heeft het lichaam bouwstoffen nodig
voor de aanmaak van glucose. 

Als er een tekort is aan bouwstoffen voor cellen en weefsels dan zorgt dit voor een verzwakking van de kwaliteit van het bindweefsel. 

Het bindweefsel wordt dun en verliest zijn trekkracht

Slide 26 - Tekstslide

Bouwstoffen: eiwitten en water
Brandstoffen: vetten en koolhydraten
Hulpstoffen: vitamine en mineralen
Welk orgaan zorgt voor een indirecte productie van adrenaline en cortisol
A
Hypofyse
B
Bijniermerg
C
Hypothalamus

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk hormoon produceert de bijniermerg?
A
Adrenaline
B
Cortisol

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan / klier produceert hormoon cortisol?
A
Bijniermerg
B
Bijnierschors
C
Nieren

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stresshormoon is?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Moeilijk?

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies