In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Kapitel 2 Feierst du mit?
Slide 1 - Tekstslide
Hoe maak je het voltooid deelwoord?
Slide 2 - Woordweb
Welk ezelsbruggetje gebruik je voor het vervoegen van de werkwoorden?
Slide 3 - Woordweb
Wanneer gebruik je der wanneer die en wanneer das?
Slide 4 - Woordweb
Periode 2
Luistertoets (SO) week 3
Leestoets (PW) week 4
PO Kwartetspiel week 9
Proefwerkweek week 10/11
Slide 5 - Tekstslide
Was machen wir heute
- Hausaufgaben check
- ein Spiel (1B)
- Wörter
-Aussprache en Plauderecke
Grammatik Ordinalzahlen
Opdracht 22, 23 Sehen
Slide 6 - Tekstslide
Hausaufgaben 14 Tekst 1
B
1 Kersttradities
2 Kerstfeest
3 woning/huis
4 gebruiken/tradities
5 het feestmaal
6 Kerstavond
7 familiebezoeken
8 de lichtjesboog/trappetje/luchtboog
9 de cadeau’s
10 de kerstboom
Aufgabe 14: Lesen Tekst 1
A
1 In de week voor de 1e advent.
2 De bergmensen verlangden naar daglicht, dat ze vooral in de wintermaanden wekenlang misten.
3 die Bescherung
4 Voorbeeldantwoord:
- we gaan allemaal naar opa en oma
- we gaan altijd skiën
Slide 7 - Tekstslide
Hausaufgaben 14 Tekst 2, 15, 16
Aufgabe 15
1 die
2 das
3 die
4 der
Aufgabe 14: Lesen Tekst 2
1. ja
2. ja (worst)
3. nee
4. ja
5. nee
6. Voorbeeldantwoord:
Een kaars, een tas en een wafel
Aufgabe 16: Grammatik
das Geschenk
das Fest
die Freunde
die Einladung
der Bruder
die Schwester
die Wunschliste
das Mädchen
die Freundschaft
die Stimmung
der Bäcker
Slide 8 - Tekstslide
Hausaufgaben Übung 17
.
Aufgabe 17: Grammatik
Sei heute bitte pünktlich um 17 Uhr beim Fotografen. Wir machen nämlich ein Familienfoto. Das Foto ist ein Geburtstagsgeschenk für deine Großmutter. Sie wird nächste Woche 80 Jahre alt.
Slide 9 - Tekstslide
Sprechen
uitspreek met en zonder Umlaut (trema)
ä spreek uit als ee Käse = Keese
a spreek je uit als a Katze = Katze
ö spreek uit als eu schön = scheun
o spreek je uit als oo Schon = sjoon
ü = uu für = vuur
u spreek je uit als oe schule = sjoele
Slide 10 - Tekstslide
Übung 10 Seite 52
Luister mee naar het verhaal en vul op de juiste plekken de klinkers in kies uit ä - ö - ü
Luister goed naar de uitspraak
Slide 11 - Tekstslide
Übung 11 Seite 52
Luister naar de Plauderecke en lees mee.
A. Let op! niet alles wat je hoort zie je in je boek staan.
B. Luister nu nog een keer en vul een antwoord IN HET DUITS in.
Daarna ga je verder aan opdracht 12 , met zijn tweeën. Auf Deutsch!!!
Slide 12 - Tekstslide
Rangtelwoorden
Lernecke Seite 77
Om een datum uit te spreken heb je in het Duits een rangtelwoord nodig.
Am 5. August treffen wir uns.
je zie achter de 5 een punt staan. Zo wordt in het Duits een rangtelwoord aangegeven.
De regel:
cijfers t/m 19 krijgen te achter het cijfer
viert, fünfte enz
Cijfers vanaf 19 krijgen ste achter het cijfer
einundzwanzigste, dreißigste enz.
Uitz: 1. erste, 3. dritte 7. siebte 8. achte
Slide 13 - Tekstslide
Sehen
We gaan naar een filmpje kijken over Carnaval.
Wat weet je al over carnaval?
Kijk naar de film en beantwoord de vragen van opdracht 22 op Seite 60 maak opdracht A en B
Slide 14 - Tekstslide
Sehen
kijk naar de film op de volgende slide van neuneinhalb.
Beantwoord daarbij de vragen van opdracht 23 a, b, c en d op
Seite 60/61
Slide 15 - Tekstslide
https:
Slide 16 - Link
Spiel mit Verben
We gaan een spel spelen met de werkwoorden en de feesttenten regel.