Les 12 herhalen (13-10)

Les 14
Frans 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 14
Frans 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen                                       
  • Hoe leer je voor een toets
  • luisteren oefenen
  • Herhalen
      - Lidwoord + avoir
  • Afsluiting
  • Devoirs 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Na de les...
...weet je wat je wel en wat je niet beheerst 
   betreffende de lesstof. 

...je kunt de Franse lidwoorden toepassen in een zin. 

...je kunt 'avoir' vervoegen naar de juiste personen. 

Slide 3 - Tekstslide

Presentie

Slide 4 - Tekstslide

Hoe leer je voor een toets
Twee gouden regels om goed te leren:
1. Leg je telefoon weg bij het leren.

2. Spreid de stof over meerdere dagen en geef jezelf de tijd om te herhalen, je kunt beter een week lang elke dag 10 minuten leren, dan een dag van te voren een uur.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe leer je voor een toets:
Woordjes
- Schrijf de woordjes of zinnen meerdere keren over.
- Maak flashcards met aan de ene kant het Franse woord en aan de andere kant de vertaling.
- Laat jezelf door iemand overhoren.
- Leer met slim stampen (bij het online boek) of gebruik een programma dat jij fijn vindt zoals Quizlet, WRTS of Studygo.
- Switch en hussel: leer de woordjes eens in een andere volgorde, dat voelt gek, maar zorgt ervoor dat je de woorden beter 
  opslaat.
- Maak tekeningen bij de woordjes, hierbij spreek je meerdere gebieden in je brein aan en kan je het beter onthouden.
- Maak een woordweb bij de woordenlijst met het thema van het hoofdstuk of een ander thema dat past.
- Spreek de woordjes hardop uit of maak een ''liedje'' voor jezelf.
- Kijk of je de zinnetjes echt kunt gebruiken door ze aan te passen met andere woorden
  ( ‘’Mon prof est rigolo.  Mon prof est cool  Ton prof est sympa  Notre prof est sévère etc.’’).

Slide 6 - Tekstslide

Hoe leer je voor een toets:
Woordjes
Laten we eens samen naar Slim Stampen gaan kijken. 

De route:
Leermiddelen > Fa Grandes Lignes > Editie 6.1 > Chapitre 1 'Coucou les copains' > Slim stampen

Slide 7 - Tekstslide

Hoe leer je voor een toets:
Grammatica
- Lees je aantekeningen en de uitleg in het boek goed door. Of kijk een uitleg filmpje bij het online boek of op Youtube.
- Schrijf rijtjes en aantekeningen over.
- Maak (moeilijke) opdrachten in het boek nog een keer. Besteed aandacht aan eerdere fouten die je hebt gemaakt bij de 
  opdrachten.
- Kijk voor extra oefeningen achterin het boek bij Le pont (gele bladzijdes)
- Houd je hand op het rijtje en probeer het op te noemen
- Actief ophalen: neem een leeg blad en leg je boek en schrift weg. Schrijf het grammatica onderwerp bovenaan en probeer 
  alles te noteren wat je nog weet. Zet hierbij een timer van 5 minuten en geef jezelf echt de tijd om rustig na te denken. Als 
  je klaar bent, pak je je boek erbij en noteer je met een andere kleur pen wat je nog mist/ wat niet klopt. Zo kun je meteen 
  zien wat je weet en wat je nog niet weet.
- Onregelmatige werkwoorden kun je oefenen op de website: www.verbuga.eu

Slide 8 - Tekstslide

Het lidwoord
Hoe vertaal je 'de', 'het' en 'een' naar het Frans? Noem alle 6 vormen. 
  • de en het: le/l', la/l' en les
  • een: un, une, des

Hoe weet je welke vorm van het lidwoord je moet gebruiken in de onderstaande zinnen?
1. ______ (de) chien de Louis s'appelle Bruno. 
2. C'est _______ (een) grande caravane.
3. ______ (een) tente est confortable. 
4. ______ (het) hôtel est chique. 
5. ______ (de) soeurs sont belles.

Slide 9 - Tekstslide

Het lidwoord
Je kunt dus aan het zelfstandig naamwoord zien welk lidwoord je moet gebruiken. 

Op de toets doe je dit als volgt:
- doordat je het geslacht mee geleerd hebt in je boek!!
- doordat er een (m) of (v) achter staat wanneer je het znw niet hebt hoeven leren.
- doordat je het geslacht al aan de vertaling kunt zien. (soeur, frère, mère, oncle, etc.)


Slide 10 - Tekstslide

'Avoir' en de persoonlijke voornaamwoorden
Het werkwoord 'avoir'. 

Wat betekent dit werkwoord?
  • 'hebben'

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?
  • je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles


Slide 11 - Tekstslide

'Avoir' en de persoonlijke voornaamwoorden
Verbind nu de juiste vormen van 'avoir' met de juiste persoonlijke voornaamwoorden:

1. J'                   A. avons
2. Tu                 B. a
3. Il/elle/on     C. avez
4. Nous            D. ont
5. Vous            E. ai
6. Ils/elles        F. as

Slide 12 - Tekstslide

Au travail!
Jullie gaan nu aan het werk met twee werkbladen. 
- Werkblad lidwoorden
- Werkblad werkwoord 'avoir' (hebben)

Ben je klaar dan ga je aan de slag met het leren van de woordjes. 


timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Devoirs
Leren voor de toets!

Maken werkblad lidwoorden + werkblad 'avoir'

Slide 14 - Tekstslide