Hoe leer je voor een toets:
Woordjes
- Schrijf de woordjes of zinnen meerdere keren over.
- Maak flashcards met aan de ene kant het Franse woord en aan de andere kant de vertaling.
- Laat jezelf door iemand overhoren.
- Leer met slim stampen (bij het online boek) of gebruik een programma dat jij fijn vindt zoals Quizlet, WRTS of Studygo.
- Switch en hussel: leer de woordjes eens in een andere volgorde, dat voelt gek, maar zorgt ervoor dat je de woorden beter
opslaat.
- Maak tekeningen bij de woordjes, hierbij spreek je meerdere gebieden in je brein aan en kan je het beter onthouden.
- Maak een woordweb bij de woordenlijst met het thema van het hoofdstuk of een ander thema dat past.
- Spreek de woordjes hardop uit of maak een ''liedje'' voor jezelf.
- Kijk of je de zinnetjes echt kunt gebruiken door ze aan te passen met andere woorden
( ‘’Mon prof est rigolo. Mon prof est cool Ton prof est sympa Notre prof est sévère etc.’’).