Darmkanker

Darmkanker
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Darmkanker

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
- Theorieles over darmkanker / zelfstandig aan de slag
- Werken aan de werkkaart darmkanker
- Opdrachten maken over verplegen van ZV met kanker
- Werken aan de eindopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- De student benoemt wat darmkanker is en herkent verschillende vormen en gradaties.
- De student legt de klachten behorende bij darmkanker uit.
- De student legt uit hoe de diagnose dikke darmkanker gesteld wordt.
- De student benoemt verschillende behandelingen van dikke darmkanker.
- De student beschrijft de verpleegkundige zorg rondom een zorgvrager met darmkanker.

Slide 3 - Tekstslide

Differentiëren?
1. Zelfstandig werken aan de werkkaart, neem zelf de theorie door, maak verwerkingsopdrachten zkh 1, module 4, hfdst 14.
Maak daarna de werkkaart op Its learning.
-> Klaar? Ga verder met de eindopdracht

2. Theorieles volgen, werkkaart maken

-> Gezamenlijke terugkoppeling, leerdoelen check.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten jullie al van de darmen en darmkanker?

Slide 5 - Woordweb

Heb je op stage, of privé, te maken gehad met darmkanker? Zo ja, op welke manier?

Slide 6 - Woordweb

Even herhalen, darmstelsel.
Dunne darm;
Diameter van 3 cm
Lengte van 6-7 meter, gekronkeld in de buikholte

De dunne darm is opgebouwd uit drie delen:
1. twaalfvingerige darm (duodenum) (aangesloten op de maag);
2. nuchtere darm (jejunum);
3. kronkeldarm (ileum).



Slide 7 - Tekstslide

Even herhalen, darmstelsel
De dunne darm loopt uiteindelijk over in de dikke darm (colon). 
Diameter van 6 cm 
Lengte van 1,5 m. 



De dikke darm loopt eerst naar boven (colon ascendens), dan horizontaal (colon transversum) en daarna naar beneden (colon descendens). 
Aan het eind van de dikke darm zit een kromming die overgaat in de endeldarm.
Direct onder de opening waar de dunne darm in de dikke darm overgaat, bevindt zich de blindedarm (caecum).

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Darmkanker, feitjes
In Nederland krijgt 1 op de 20 mensen te maken met darmkanker. Over het algemeen na het 50e levensjaar.

Het is de 2e vorm van kanker waar mensen aan overlijden.

Slide 10 - Tekstslide

Welke vormen van darmkanker kennen jullie?

Slide 11 - Woordweb

Soorten
Meest voorkomend;
Dikke darmkanker, coloncarcinoom, 1 januari 2021 82.000 diagnosticeerden.
Endel darmkanker, rectumcarcinoom

Dunne darmkanker is zeldzaam, gemiddeld 400 gediagnosticeerde per jaar.

Slide 12 - Tekstslide

Dikke darmkanker
Dikke darmkanker begint vaak met poliepen in de darmwand van de dikke darm. Een poliep is een ophoping (bultje) van veel slijmvlies. Poliepen zijn over het algemeen goedaardig, maar kunnen veranderen in kwaadaardige cellen. Kwaadaardige cellen vermenigvuldigen zich buitengewoon snel en kunnen een tumor vormen.

Bij endeldarmkanker zitten de kwaadaardige cellen in de endeldarm. De kwaadaardige cellen komen ook vaak voort uit poliepen die in de endeldarm aanwezig zijn.

We verdiepen ons nu verder in de dikke darmkanker.

Slide 13 - Tekstslide

Welke klachten kunnen duiden op dikke darmkanker?

Slide 14 - Woordweb

Klachten dikke darmkanker

- Blijvende verandering in het ontlastingspatroon; in regelmaat of samenstelling.
- Bloed en/of slijm bij de ontlasting.
- Onverklaarbaar gewichtsverlies.
- Bloedarmoede
- Klachten in de buik, zoals pijn, krampen en een opgeblazen gevoel.
- Loze aandrang, of het gevoel alsof de darm niet volledig wordt geleegd na de stoelgang.
- Aanhoudende vermoeidheid.








Slide 15 - Tekstslide

Diagnose
Een belangrijk onderdeel bij het stellen van de diagnose is het bevolkingsonderzoek.

Weten jullie wat het bevolkingsonderzoek rondom darmkanker inhoudt?

Slide 16 - Tekstslide

Bevolkingsonderzoek
Het bevolkingsonderzoek is bedoeld om darmkanker zo vroeg mogelijk te ontdekken. 
De kans op een succesvolle behandeling is dan groter, de behandeling dan vaak minder zwaar. 

Het bevolkingsonderzoek darmkanker is voor mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar. 

Er wordt onderzocht of er bloed in de ontlasting zit, dit kan te maken hebben met poliepen in de darmwand.

Wordt er bloed gevonden, is er vervolgonderzoek nodig.

Slide 17 - Tekstslide

Als er bloed in de ontlasting wordt gevonden, welk onderzoek wordt er dan als eerste uitgevoerd?
A
Oesofagoscopie
B
Coloscopie
C
Gastroscopie
D
Sigmoïdoscopie

Slide 18 - Quizvraag

Vervolg onderzoeken
- Bloedonderzoek
- CT scan van de buik
- MRI scan
- Evt een PET scan
- X-thorax

Deze onderzoeken kunnen ook laten zien of er uitzaaiingen zijn in de  lever, het buikvlies of de longen.


Slide 19 - Tekstslide

Behandeling
Vaak -> operatie;

Het deel van de darm waar de tumor zich bevind wordt operatief weggehaald.

Afhankelijk van stadium -> chemotherapie
Chemotherapie is de behandeling van kanker met medicijnen, die als doel hebben de celgroei van kankercellen terug te dringen. De medicijnen kunnen op verschillende manieren toegediend worden: als pillen, met een injectie of via een infuus.




Slide 20 - Tekstslide

Indeling in stadia.
Na onderzoek kan vastgesteld worden in welk stadium de dikke darmkanker zich begeeft.

Stadium 0: voorstadium van kanker
Stadium 1: Tumor beperkt zich tot darmwand
Stadium 2: Tumor is door spierlaag van darmwand gegroeid, maar niet uitgezaaid
Stadium 3: Tumor is uitgezaaid naar nabijgelegen lymfeklieren
Stadium 4: Tumor is uitgezaaid naar verder lymfeklieren of organen.




Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen van de behandeling
Darmkanker kan voor een zorgvrager vervelende gevolgen hebben. Voorbeelden hiervan zijn het krijgen van een tijdelijke of blijvende stoma met hieraan gelinkt voedingsadviezen. Daarnaast kan een zorgvrager ook psychosociale problematiek ondervinden.

Slide 22 - Tekstslide

Verdieping
Denk eens na;

Wat is jou rol als verpleegkundige in dit hele proces van bevolkingsonderzoek tot en met de behandeling?
Met welke psychosociale klachten kan een zorgvrager te maken krijgen?
Als de zorgvrager de palliatieve fase in gaat, wat is jou rol dan, wat kan jij een zorgvrager dan bieden?

-> Ga met de werkkaart aan de slag, bij de start van de verpleegkunde les komen we op bovenstaande vragen terug.


Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- Maak de opdrachten in TM

Slide 24 - Tekstslide

Vragen?

Slide 25 - Tekstslide

Hoe zit je erbij na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Quiz
Kennis toetsen

Slide 27 - Tekstslide

De dunne darm is opgebouwd uit:
A
Twaalfvingerige darm, nuchtere darm, kronkeldarm
B
Duodenum, jejunum, ileum
C
A en B zijn allebei juist
D
Er zit geen juist antwoord tussen

Slide 28 - Quizvraag

Andere benaming voor dikke darmkanker is:
A
Rectumcarcinoom
B
Jejunumcarcinoom
C
Coloncarcinoom
D
Ileumcarcinoom

Slide 29 - Quizvraag

Bloedarmoede is één van de klachten van dikke darmkanker
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker bestaat in eerste instantie uit een CT-scan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Welke aanvullende onderzoeken worden er na een coloscopie eventueel gedaan?

Slide 32 - Woordweb

Vaak wordt darmkanker behandeld door middel van een operatie, de zorgvrager krijgt dan altijd een stoma.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Met welke psychosociale problematiek kan een zorgvrager met darmkanker te maken krijgen?

Slide 34 - Woordweb

Vragen
Zijn er nog vragen?

Slide 35 - Tekstslide

Wat vonden jullie van deze vorm van differentiatie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Poll

Hebben jullie voldoende en nieuwe kennis opgedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Bedankt!!!

Slide 38 - Tekstslide