Die Fälle

Die Fälle
1., 3. und 4. Fall
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Die Fälle
1., 3. und 4. Fall

Slide 1 - Tekstslide

Ihr wisst schon...
... dass Fälle die Funktion eines Satzgliedes zeigen, zum Beispiel Subjekt (onderwerp), Akkusativobjekt (lijdend voorwerp) oder Dativobjekt (meewerkend voorwerp).
... dass Fälle auch von Präpositionen bestimmt werden können.

Slide 2 - Tekstslide

Welche Präpositionen gehören zu welchem Fall?
3. Fall
4. Fall
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
außer
entgegen
gegenüber
bis
durch
für
gegen
ohne
um
entlang

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe vind je het onderwerp van een zin?

Slide 4 - Woordweb

Wat is hier het onderwerp?
Gerstern hat der Polizist mir eine Geldstrafe gegeben.
A
Gesterm
B
der Polizist
C
mir
D
eine Geldstrafe

Slide 5 - Quizvraag

Hoe bepaal je het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Woordweb

Wat is hier het lijdend voorwerp?
Wir geben dieser Partei unsere Stimme.
A
wir
B
geben
C
dieser Partei
D
unsere Stimme

Slide 7 - Quizvraag

Hoe vind je het meewerkend voorwerp?

Slide 8 - Woordweb

Wat is hier het meewerkend voorwerp?
Ich habe ihm einen Kuss gegeben.
A
ich
B
ihm
C
einen Kuss
D
gegeben

Slide 9 - Quizvraag

Subjekt (onderwerp)
Akkusativobjekt (lijdend voorwerp)
Dativobjekt (meewerkend voorwerp)
3. Fall
1. Fall
4. Fall

Slide 10 - Sleepvraag

Gelbe Karte

Slide 11 - Tekstslide