Voegwoorden en telwoorden

Schrijf op hoe je heet. Bijvoorbeeld

Ik ben Remco.
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolMiddelbare schoolGroep 6-8

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schrijf op hoe je heet. Bijvoorbeeld

Ik ben Remco.

Slide 1 - Open vraag

Schrijf nog één ding over jezelf op
Bijvoorbeeld: Ik houd van fifa 21.

Slide 2 - Open vraag

Probeer nu eens de twee zinnen
als één zin te maken. Voeg ze dus samen!

Slide 3 - Open vraag

Welk woord heb je tussen
de twee zinnen gezet?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het voegwoord?
Theo had last van zijn knie, want
hij was gevallen op het plein
A
Theo
B
plein
C
want
D
last

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Ydwer had zou eerst een hond maken,
maar hij had later een bot gemaakt
A
Ydwer
B
bot
C
later
D
maar

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Marrit heeft een prachtige pony,
en dat heeft Elske ook
A
Marrit
B
pony
C
en
D
ook

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Evie stond vierkant achter het plan,
dus was ze het ermee eens
A
dus
B
Evie
C
ze
D
eens

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voegwoord?
Ga je mee te voetballen, of ga je liever televisie kijken?
A
je
B
liever
C
of
D
televisie

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het telwoord in deze zin:
De auto heeft vier lekke banden.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het telwoord in deze zin:
Ik stond bij de kassa als tweede in de rij.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het telwoord in deze zin:
We moesten van meneer Vrancken veel huiswerk maken.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het telwoord in deze zin:
Morgen ben ik jarig en word ik veertien.

Slide 15 - Open vraag

Schrijf op wat je geleerd hebt en geef een voorbeeld. Je hebt hiervoor drie minuten de tijd. Succes.

Slide 16 - Open vraag