Globalisering les 1

Globalisering
1 / 37
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Globalisering

Slide 1 - Woordweb

Criteria
Jij in de wereld
Je beschrijft wat globalisering is.
Je beschrijft dat spullen die je gebruikt vaak uit andere delen van de wereld komen.
Je beschrijft wat er nodig is om een product bij jou thuis te krijgen.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoe zou je globalisering nu omschrijven na het zien van het filmpje?

Slide 4 - Open vraag

Absolute afstand 
De werkelijke afstand in rechte lijn gemeten.


Relatieve afstand 
De tijd die nodig is om de afstand tussen 2 plaatsen af te leggen.








Slide 5 - Tekstslide

Import en export

Slide 6 - Tekstslide

Import of export?
Nederland verkoopt gas uit Groningen aan Duitsland
A
Import
B
Export

Slide 7 - Quizvraag

Wat is export?
A
Uitvoer
B
Invoer

Slide 8 - Quizvraag

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)
De werkelijke afstand in rechte lijn gemeten.
Levering van producten en diensten aan een ander land. Heet ook uitvoer
Export
Globalisering
Absolute afstand

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

Productieketen
Van grondstof tot gebruiker!

Slide 11 - Tekstslide

Een productieketen is het economische proces van grondstof tot consument.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Criteria
Spullen vervoeren over de wereld
Je verklaart waardoor het transport in Nederland is gegroeid.
Je beschrijft de ruimtelijke gevolgen van ontwikkelingen in transport in Nederland.

Slide 13 - Tekstslide

De haven van Rotterdam

De grootste van Europa
Noordzee
Rivieren
Centraal in Europa
Dichtbij 3 grote economieën: Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland
Doorvoerhaven (overslag)

Weetje: De haven van Rotterdam is een mainport. Dat betekent grote haven. 
Schiphol is ook een mainport.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Kaart

Slide 16 - Link

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Infrastructuur
Alle bovengrondse en ondergrondse verbindingen zoals, wegen, havens, spoorlijnen, pijpleidingen en kabels.

Slide 19 - Tekstslide

Infrastructuur gaat niet direct over...
A
Wegen
B
Informatieverbindingen
C
Havens
D
Mensen

Slide 20 - Quizvraag

Welk plaatje is geen vorm van infrastructuur?
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Maasvlakte 2 is schaalvergroting
Schaalvergroting betekent productie op grotere schaal.
Gevolgen van schaalvergroting in transport zijn bijvoorbeeld: bredere en diepere vaarwegen, bredere snelwegen en grotere havens.

                                                              
                         Roadtrain: Australië

Slide 23 - Tekstslide

Voordelen schaalvergroting

Veel werkgelegenheid
Veel omzet (geld)
Goed voor de economie

Nadelen schaalvergroting

Op allerlei manieren slecht voor het milieu...
(luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en ook minder ruimte voor natuur)

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de twee grootste mainports van Nederland?
A
Haven van Rotterdam
B
Schiphol
C
Haven van Amsterdam
D
Airport Eindhoven

Slide 25 - Quizvraag

De haven van Rotterdam staat op nummer 1 in de wereld van de grootste haven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

In welke provincie ligt Maasvlakte 2
A
Noord-Holland
B
Zeeland
C
Zuid-Holland
D
Flevoland

Slide 27 - Quizvraag

Welke kleur heeft Maasvlakte 2 ?
A
geel
B
oranje
C
licht groen
D
donker groen

Slide 28 - Quizvraag

Waarom is Maasvlakte 2 gebouwd?
A
Nederland was te klein.
B
De Rotterdamse haven werd te klein.
C
Om meer strand te krijgen.
D
Omdat de Belgen dat graag wilden.

Slide 29 - Quizvraag

Huiswerk
Maken deze werkdoelen voor volgende les:
  • Jij in de wereld
  • Spullen vervoeren over de wereld
Niveau wit gaat verder met deze presentatie en niveau rood gaat huiswerk maken.

Slide 30 - Tekstslide

Criteria: extra voor niveau wit
Jij in de wereld
Je beschrijft wat jouw beeld is van de mondiale samenleving en reflecteert op jouw eigen rol daarin.
Spullen vervoeren over de wereld
Je beschrijft hoe ontwikkelingen in transporttechnologie het wereldhandelsysteem veranderd hebben.

Slide 31 - Tekstslide

Mondiale samenleving

Een wereldwijd netwerk van mensen die van elkaar afhankelijk zijn...
* via goederen
*via media

Slide 32 - Tekstslide

Voel jij jezelf een wereldburger?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

Hub-en-spokenetwerk
Het huidige wereldhandelssysteem noemen we een hub-en-spokenetwerk. Dat is een netwerk van transport via een centrale plek.
De haven van Rotterdam en ook de luchthaven Schiphol zijn allebei belangrijke hubs in het wereldhandelssysteem. Ze zijn verbonden met andere belangrijke hubs op andere werelddelen. Daarom noemen we ze mainports!

Slide 35 - Tekstslide

Is Schiphol een hub of een spoke?
A
Hub
B
Spoke

Slide 36 - Quizvraag

Ik voel mij het meest:
A
Nederlander
B
Europeaan
C
Wereldburger
D
Westlander, Hagenaar of Hagenees

Slide 37 - Quizvraag