2BK - Herhaling Grammar Theme 5

Herhaling Theme 5 Grammar 23-04

  • Some/any
  • Duurvorm
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Theme 5 Grammar 23-04

  • Some/any
  • Duurvorm

Slide 1 - Tekstslide

SOME / ANY

Slide 2 - Tekstslide

difference????

Slide 3 - Tekstslide

We need some tomatoes
Do we need any tomatoes?

Slide 4 - Tekstslide

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijk de volgende zinnen:
1. We need to buy some groceries.
2. I need one apple and two bananas.
3. We need to buy a lot of vegetables.

WHAT IS THE DIFFERENCE?

Slide 6 - Tekstslide

Some wordt gebruikt bij 'positieve' zinnen (+).


- I got some nice presents for Christmas this year.
- This job is going to take some time.

Slide 7 - Tekstslide

Any wordt gebruikt bij negatieve zinnen(-) en vragen(?).


  • Some/any
  • Duurvorm

Slide 8 - Tekstslide

Do you want ... lemonade?
A
any
B
nothing
C
what
D
some

Slide 9 - Quizvraag

Please get me ... coffee!

A
now a
B
any
C
some
D
one

Slide 10 - Quizvraag

Do you have ... friends
that play ice hockey?
A
some
B
most
C
any
D
no

Slide 11 - Quizvraag

Could I have ... ketchup, please?
(in a restaurant)
A
any
B
somebody
C
a little
D
some

Slide 12 - Quizvraag

Shouldn't you be doing ... homework for school?
A
some
B
any
C
yours
D
those

Slide 13 - Quizvraag

Bring ... fruit!
A
no
B
any
C
such
D
some

Slide 14 - Quizvraag

I need work.
... job will do.
A
Some
B
Anything
C
No
D
Any

Slide 15 - Quizvraag

Do you have ... idea where I can find the fruit department?
A
some
B
no
C
none
D
any

Slide 16 - Quizvraag

I haven't got ... money on me.
A
any
B
some
C
no
D
nothing

Slide 17 - Quizvraag

Present Continuous (duurvorm)

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de duurvorm?
- Om te zeggen dat iets nu aan de gang is.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe maak je de present continuous?

Slide 20 - Tekstslide

Spelling verandert.

- bij werkwoorden die eindigen op -e (zoals 'bake') gaat de 'e' weg.



Vb. My mum is baking a pie.
Spelling verandert.

- Bij werkwoorden van 1 lettergreep, met een korte klinker (a,e,o,u,i), zoals stop, sit, run. Daar word de medeklinker verdubbelt.

vb. Jack is sitting on a bench.

Slide 21 - Tekstslide

Vul de juist duurvorm in.

It ........... outside, so get an umbrella.
A
is raining
B
rain
C
raining
D
is rain

Slide 22 - Quizvraag

Vul de juist duurvorm in.
My mum ................ a cake for my birthday.
A
bake
B
is bake
C
baking
D
is baking

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juist duurvorm in.

I ........... with an old friend from school.
A
chatting
B
am chatting
C
am chating
D
chating

Slide 24 - Quizvraag

Vul de juist duurvorm in.

They ............. over the last hotdog
A
fight
B
fighting
C
are fighting
D
are fightting

Slide 25 - Quizvraag

Vul de juist duurvorm in.

You ......... that movie again, aren't you?
A
are watching
B
watched
C
watch
D
watching

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Link

Nog veel onduidelijk?

  • Bekijk de vorige 2 lesson-ups
  • oefen wat meer via Slim stampen.

Slide 28 - Tekstslide