zwakke werkwoorden verleden tijd

Das Präteritum
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Das Präteritum

Slide 1 - Tekstslide

Mein Tag gestern
Ich stand um 6.30 h auf. Ich frühstückte Müsli mit Milch um 7:00 h. Dabei hörte ich Spotify. Leider musste ich mich dann beeilen und packte schnell noch meine Schultasche. Ich machte ich mit mit dem Fahrrad auf den Weg zur Schule. Dort hatte ich in der ersten Stunde Deutsch. Ich rannte schnell die Treppe rauf und war pünktlich. Ich machte dort fleißig meine Aufgaben. Um 10 h hatte ich endlich Pause. Meine Freunde freuten sich auch alle auf die Pause. In der Pause spielten wir Fußball. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?

  • Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan:
  1.  zoek de stam (hele werkwoord -en)
  2. om wie gaat het in de zin?
  3. zet de juiste uitgang achter de stam


Hoofdregel verleden tijd: zwakke werkwoord vervoegen

ich mach + te
du mach + test
er/sie/es mach + te
wir mach + ten
ihr mach + tet
sie/Sie mach + ten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
Sie/sie
Welke uitgang komt achter de stam in de verleden tijd?
te
ten
test
ten
tet
te

Slide 6 - Sleepvraag

Vul de verleden tijd in:
ich ( baden ) .....

Slide 7 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ich(fragen)

Slide 8 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
du(antworten)

Slide 9 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
der Arzt ( drücken ) .....

Slide 10 - Open vraag

verleden tijd: besuchen
Wir ___ das Museum

Slide 11 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
ihr ( antworten ) ...

Slide 12 - Open vraag

verleden tijd: studieren
Du__in Wien

Slide 13 - Open vraag

Vul de verleden tijd in:
er( hören) ....

Slide 14 - Open vraag

Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man

wir 
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel

spiel
spiel
spiel
-te
-test
-te
-ten
-ten
-tet

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Link

haben, sein und werden
Präteritum

Slide 17 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 18 - Sleepvraag

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 19 - Sleepvraag

Das Verb werden im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden

Slide 20 - Sleepvraag

Grammatik A: Präteritum

Slide 21 - Tekstslide

Grammatik A: Präteritum

Slide 22 - Tekstslide

Grammatik A: Präteritum

Slide 23 - Tekstslide