de & het + Lw + & zn

Nederlands 17-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Lezen in leesboek 
  3. Huiswerkcontrole + opdrachten nakijken
  4. Basis: de & het -woorden Kader: lidwoord + zelfstandig naamwoord
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 17-1
Wat gaan we doen deze les?
  1. Spullen op tafel en telefoons weg
  2. Lezen in leesboek 
  3. Huiswerkcontrole + opdrachten nakijken
  4. Basis: de & het -woorden Kader: lidwoord + zelfstandig naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lezen in leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkcontrole + Opdrachten nakijken


basis: opdrachten 1 t/m 5 op het stencil
kader: 1 t/m 5 op blz. 88-89

Slide 3 - Tekstslide

Basis:

Zelfstandig werken aan de volgende opdrachten: 
1 t/m 7 op blz. 40-42

Tijdens het werken ben je helemaal stil!
Kader:

Uitleg over lidwoorden en zelfstandige naamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Zinnen in zinsdelen verdelen
Grammatica zinsontleding

Je verdeelt de zin in 
zinsdelen/blokken.
  1. Persoonsvorm (pv)
  2. Werkwoordelijk gezegde (wwgez)
  3. Onderwerp (ow)
  4. Lijdend voorwerp (lv)

Grammatica Woordsoorten

Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben.
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)
  4. Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
  5. Voorzetsels (vz)

Slide 5 - Tekstslide

Verschil
Bij grammatica zinsontleding komt ieder blokje één keer voor (behalve bwb).

Bij grammatica woordsoorten kunnen meerdere woordsoorten in een zin voorkomen.

Slide 6 - Tekstslide

Verschil

Slide 7 - Tekstslide

Grammatica woordsoorten
Je benoemt ieder woord in de zin. Je kan meerdere woordsoorten in een zin hebben. Deze woordsoorten moet je kennen:
  1. Werkwoorden (ww)
  2. lidwoorden (lw)
  3. Zelfstandige naamwoorden (zn)
  4. Bijvoeglijke naamwoorden (bn)
  5. Voorzetsels (vz) 

Slide 8 - Tekstslide

Lidwoord & Zelfstandig naamwoord
Er zijn drie lidwoorden (lw) --> de, het & een
Lidwoorden staan voor zelfstandige naamwoorden (zn)

Zelfstandige naamwoorden zijn:
  1. Mensen
  2. Dieren
  3. Dingen
  4. Namen
  5. Planten

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig naamwoord
Twijfel of een woord een zelfstandig naamwoord is? Doe de check:
  1. Zet een lidwoord voor het woord
  2. Maak meervoud van het woord
  3. Maak een verkleinwoord van het woord

Slide 10 - Tekstslide

Samen 
Samen opdracht 3 maken op blz. 87

Slide 11 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak nu opdracht 1, 2 en 4 op bladzijde 86-87.

Huiswerk voor vrijdag

Slide 12 - Tekstslide