5.1 Vraag en aanbod 2/2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Gedragsverwachtingen

Verantwoord:                       Tijdens mijn uitleg: STILTE

                                                    Actief luisteren

Vriendelijk:                            Elkaar laten uitpraten

Leerdoelen                                 

Je weet aan het eind van de les ....

- hoe vraag en aanbod invloed hebben op de prijs

My Skills:

#12 Initiatief tonen en pro-actief zijn

#13 Nieuwsgierig zijn en willen leren

Al jouw vrienden dragen nike schoenen. Dit is een voorbeeld van

1. Sociale invloed
2. Commerciële invloed

Je koopt de auto die wordt aangeraden door de verkoper.

1. Commerciële invloed
2. Sociale invloed

Welke soort invloed is dit?
Een influencer maakt reclame voor een product

1. Sociale invloed
2. Commerciële invloed

Winkel

Webshop

je wilt graag passen

je kan buiten werktijd kopen

vaak hoge kosten huur/personeel

vaak hoge kosten retourzending/klachten

 Vraag en Aanbod

Vraag en aanbod

• Vraag = als wij (consumenten) iets kopen
• Aanbod = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden

Vraag en aanbod

• Vraag  (naar producten) = als wij (consumenten) iets kopen
• Aanbod (van producten) = alles wat producenten en verkopers te koop aanbieden

Vraag:   hoeveelheid producten die consumenten willen kopen

Aanbod: alles wat producenten te koop aanbieden

Veel vraag: Prijs omhoog                 veel aanbod: prijs omlaag

Concurrenten:    iemand die dezelfde producten aanbiedt als jij

Waarom is Dubai chocola zo duur?

Aan de slag! 5.1

Maak opdracht 10 t/m 14 (blz. 139-140)

Tijd: 10 minuten

Hoe: zelfstandig, in stilte

Klaar? maak opgave 15

Leerdoelen: reflectie

Je weet aan het eind van de les ....

- hoe vraag en aanbod invloed hebben op de prijs

vraag

1. alles wat winkelier willen kopen
2. alles wat producten verkopen
3. alles wat mensen verkopen
4. alles wat mensen willen kopen

Vraag is groter dan het aanbod.....

1. Prijs van het product gaat omhoog
2. Prijs van het product gaan omlaag

Het aanbod is.......

1. alles wat producenten te koop aanbied
2. hoeveelheid producten die mensen willen kopen
3. aanbieders die dezelfde soort verkopen
4. prijs van je product

Als er veel aanbod is...

1. daalt de prijs.
2. stijgt de prijs.