Nieuwsbegrip AA - Graffiti op treinen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je dat de tekst
van vandaag over gaat?

Slide 2 - Woordweb

We kijken de video

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden heb
je onthouden?

Slide 4 - Woordweb

Wat betekent "betrappen"?
A
ergens op staan
B
iemand iets zien doen wat je niet mag doen
C
iemand iets zien doen wat leuk is
D
boven aan de trap staan

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent "de artiest"?
A
iemand die leuke liedjes maakt
B
iemand die met de trein gaat
C
iemand die kunst maakt
D
iemand die ergens voor kiest

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent "het is verboden"?
A
iets wat je doet
B
iets met verhuizen
C
daarom
D
iets wat niet mag

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent "het bedrijf "?
A
een winkel
B
een plaats waar ze iets doen of maken om geld te verdienen
C
een plaats om te drijven
D
een plaats waar ze iets doen of maken om de treinen te laten rijden

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent "vooral"?
A
voor een ander
B
omdat het zo is
C
minder
D
meer dan iets/iemand anders

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent "de bewaker"?
A
iemand die ergens op past
B
iemand die wakker is
C
een toren
D
iemand die in een trein werkt

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent "het seintje"?
A
een fluitje
B
een kleine waarschuwing
C
een geluid
D
iets van de trein

Slide 11 - Quizvraag

Wat doet iemand die graffiti maakt?
A
Hij of zij maakt met potlood een tekening op een gebouw en verft die tekening dan.
B
Hij of zij maakt tekeningen in een boek of schrijft woorden in een schrift.
C
Hij of zij spuit met verf een tekening of woord op een muur of bijvoorbeeld een trein.

Slide 12 - Quizvraag

Welke dingen of mensen gebruikt de NS om mensen die graffiti spuiten te pakken?
A
artiesten, bewakers, drones
B
bussen of treinen, drones, artiesten
C
bewakers, drones, hekken en matten
D
makers van graffiti, drones, bewakers

Slide 13 - Quizvraag

een kleine waarschuwing
A
het geluid
B
iets van CKV
C
het seintje
D
een beestje in het bos

Slide 14 - Quizvraag

iemand die ergens op past
A
de oppasser
B
de bewaker
C
de fietser
D
iets van wiskunde

Slide 15 - Quizvraag

meer dan iets/iemand anders
A
meerderder
B
andersom
C
voorin
D
vooral

Slide 16 - Quizvraag

een plaats waar ze iets doen of maken om geld te verdienen
A
de bank
B
het bedrijf
C
het terrein
D
de school

Slide 17 - Quizvraag

iets wat niet mag
A
verboden
B
dom
C
raar
D
veranderd

Slide 18 - Quizvraag

iemand iets zien doen wat je niet mag doen
A
bezien
B
bedenken
C
betrappen
D
betreden

Slide 19 - Quizvraag

iemand die kunst maakt
A
de tentoonstelling
B
de artiest
C
de bibliotheek
D
de kunster

Slide 20 - Quizvraag

We kijken de video

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel geld zijn de Nederlandse Spoorwegen jaarlijks ongeveer kwijt om ondergespoten treinen schoon te maken?
A
zo'n 100 miljoen euro
B
zo'n 10 miljoen euro
C
zo'n 10 euro
D
zo'n 10 miljard euro

Slide 22 - Quizvraag

Waarom hebben ook reizigers last van ondergespoten treinen?
A
De treinen zijn vies.
B
De mensen kunnen niet naar buiten kijken.
C
De treinen rijden niet.
D
Als treinen moeten worden schoongemaakt, kunnen ze niet gebruikt worden om reizigers te vervoeren.

Slide 23 - Quizvraag

Hoe probeert NS graffitispuiters tegen te houden?
A
met artiesten, bewakers, drones
B
met bussen of treinen, drones, artiesten
C
met hekken, beveiligers, camera's, drones of speciale matten
D
met bewakers, drones en fietsen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe hoog is de boete als je verf spuit op een plek waar het verboden is?
A
De dader moet €150 betalen.
B
De dader moet €150 plus de schoonmaakkosten betalen.
C
De dader moet de schoonmaakkosten betalen.
D
De dader moet €350 plus de schoonmaakkosten betalen.

Slide 25 - Quizvraag

Welke kunstenaar is wereldberoemd vanwege zijn graffiti-kunst op muren en schilderijen?
A
Vincent van Gogh
B
Mondriaan
C
Banksy
D
Akwasi

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide