Grammar unit 2

Grammar revision
Unit 2
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammar revision
Unit 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van de future met 'to be going to' in.
Look at the clouds! It ............ (rain)

Slide 5 - Open vraag

Vul de juiste vorm van de future met 'to be going to' in:
1. I .................. my sister later this day (to meet)
2. We .................. Spain this year. (to visit)
3. They ............... a game together tonight. (to play)
4. He ....................... on his assignment tonight. (to work)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Vul de ontbrekende vorm in:"
I'm sorry, I ...... come over tonight. I'm super busy!
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 9 - Quizvraag

You .... tell she was very happy last week!
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 10 - Quizvraag

Do you have an idea? Uhm, we ..... go to the movies!?
A
can
B
can't
C
could
D
couldn't

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Vul de ontbrekende vorm van 'to have got' in.
He ............... a twin brother. His name is Tom.
A
have got
B
has got
C
haven't got
D
hasn't got

Slide 14 - Quizvraag

No, I ............. a brother. I have got a sister!
A
have got
B
has got
C
haven't got
D
hasn't got

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vul de juiste meervoudsvorm in van het woord tussen haakjes.
1. I always eat .............. (apple) in the morning.
2. John has got two ............ (wife). Lucky bastard!
3. I have got two .................. (party) to go to this weekend.
4. It's in these two ................ (box).
5. Look at these ............ (book).
6. Miss Zijlstra has got very cute .................. (child).

Slide 19 - Open vraag

One box, two ....
A
box
B
boxs
C
box's
D
boxes

Slide 20 - Quizvraag

One toy, two ....
A
toy
B
toyies
C
toys
D
toyes

Slide 21 - Quizvraag

One tooth, two ...
A
tooths
B
teeth
C
teeths

Slide 22 - Quizvraag

One piano, two .....

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Engels dat het half zeven is?
A
It's half past seven
B
It's half past six

Slide 28 - Quizvraag

Hoe zeg je in het Engels dat de les begint om kwart voor zes.
Maak af: The lesson starts.....

Slide 29 - Open vraag

What time is it? Write full sentences. Write the numbers in words.
"3:01"

Slide 30 - Open vraag

9:45

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Engels dat het 6 mei is?

Slide 35 - Open vraag

When is your birthday?
Write down a full sentence!
For example: My birthday is on the sixth of December

Slide 36 - Open vraag

Snap je de grammar van unit 2?
Ja, totally!
Mwah, een beetje. Moet nog wat meer oefenen.
Nee, nog helemaal niet. Werk aan de winkel!

Slide 37 - Poll