15 mei PPO periode 4 les 2. carrousel hulpmiddelen & EHBO

15 mei Carrousel 
Hulpmiddelen gebruik en EHBO.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

15 mei Carrousel 
Hulpmiddelen gebruik en EHBO.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van hulpmiddelen ?
Hulpmiddelen voor ouderen zijn middelen die het dagelijkse leven gemakkelijker maken. 
Die ouderen meer zelfstandigheid bieden, valpartijen voorkomen, zelfvertrouwen geven.

Slide 2 - Tekstslide

Tillen en verplaatsen
Technieken en hulpmiddelen
Transfer = het verplaatsen van een zorgvrager
Om pijnklachten te voorkomen:
  • zorg dat je de transfer op juiste manier uitvoert
  • weet wát je doet en hóe je het doet
  • De zorgvrager moet zich veilig voelen en op jou vertrouwen





Slide 3 - Tekstslide

Zo moet het dusss niet !!!

Slide 4 - Tekstslide

Helpen met het aantrekken v/d Jas (aan- en uit)

Slide 5 - Tekstslide

H5 Deelopdracht 3 blz. 74: Opstaan uit stoel om rollator te pakken

Bekijk het volgende filmpje






Slide 6 - Tekstslide

H5 Deelopdracht 3 blz. 74: Cliënt gaat zitten na gebruik van rollator

Bekijk het volgende filmpje






Slide 7 - Tekstslide

H6 Deelopdracht 4 blz. 85: Transfer van stoel naar rolstoel                                  

Bekijk het volgende filmpje






Slide 8 - Tekstslide

Oefenen in twee tallen
  • Aantrekken jas
  • Rollator
  • Rolstoel

Slide 9 - Tekstslide

EHBO Hoofdstuk 3 
uitgangspunten eerste hulp

Slide 10 - Tekstslide

opdracht 4.05 Eerste hulp bij bewusteloosheid blz 100

Slide 11 - Tekstslide

Stabiele zijligging
  • Om de luchtweg open te houden leg je het slachtoffer in de stabiele zijligging;
  •  Door de stabiele zijligging, ligt het slachtoffer op de zij, zodat deze niet makkelijk terugrolt.
 

Slide 12 - Tekstslide

Controle van de ademhaling
Na het controleren van het bewustzijn beoordeel je altijd direct de ademhaling. Dit doe je door 10 seconden te:
  •  Kijken;
  •  Luisteren;
  •  Voelen.
 

Slide 13 - Tekstslide

Aanspreken, schudden, roep om hulp en ademhaling

Slide 14 - Tekstslide

stabiele zijligging blz. 223

Slide 15 - Tekstslide

Reanimeren

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet jij al over reanimeren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

World Restart a Heart Day 2024
Met dit jaar als thema:

Kids save lives

Er wordt aandacht gevraagd voor het belang van reanimatie door omstanders (en dus ook kinderen) bij een circulatiestilstand.



Slide 19 - Tekstslide

Waarom doen we dit?
* Meer dan 300 mensen krijgen per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis.

* 70% hiervan is in en rondom huis

* Snel handelen kan levensreddend zijn
*De eerste 6 minuten zijn cruciaal

* ± 24% kans op overleving na reanimatie
Met een goede kwaliteit van leven



Slide 20 - Tekstslide

* het hart stopt met het rondpompen van het bloed

* het bloed circuleert niet meer rond. Je organen krijgen hierdoor geen zuurstof meer

* hartritmestoornis (hart gaat trillen)
*hartstilstand (hart staat helemaal stil)

* de hersenen kunnen maar kort zonder zuurstof 



Hartstilstand
of  Circulatiestilstand

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Reanimeren: Wat ga je leren?

Slide 23 - Tekstslide

112 (laten) bellen + AED (laten) halen
Check bewustzijn
Open luchtweg
Check ademhaling
30 borstcompressie
2 beademingen
Ga door en herhaal 30 x 2
Activeer AED (zodra deze er is)
check veiligheid
Volgorde van de reanimatiehandelingen

Slide 24 - Tekstslide

AED

Slide 25 - Tekstslide

Quiz

Slide 26 - Tekstslide


Hoeveel mensen krijgen er per week een hartstilstand buiten het ziekenhuis. 
A
minder dan 300 mensen
B
ongeveer 400 mensen
C
ongeveer 100 mensen
D
meer dan 300 mensen

Slide 27 - Quizvraag


Hoeveel procent van de reanimaties zijn vlakbij huis? 
A
70%
B
47%
C
87%
D
bijna 75%

Slide 28 - Quizvraag


Het is belangrijk dat er binnen 6 minuten gestart wordt met reanimeren.  
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag


De eerste stap bij een reanimatie is... 
A
ademhaling controleren
B
bewustzijn controleren
C
2 keer beademen
D
112 bellen

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide