Vormgevingsaspecten Compositie/Ordening en Lijn

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

In de afbeelding op de vorige slide zie je een ........ compositie

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent lijnwerking?
A
Hoe een lijn werkt
B
De richting waarin lijnen getekend of geschilderd zijn
C
Het effect dat ontstaat door het gebruik van lijnen
D
De manier waarop een lijn getekend is

Slide 21 - Quizvraag

Dikke lijnen geven een werk meer .....
A
een ingetogen karakter
B
een expressief karakter

Slide 22 - Quizvraag

In het werk van Van Gogh (links) zijn dikke lijnen, grove kwaststreken gebruikt. Terwijl Vermeer (rechts) heel fijntjes schildert waardoor de lijnen nog nauwelijks zichtbaar zijn. Het werk van Van Gogh is expressief daardoor en werk van Vermeer is gedetailleerd en ingetogen. Ook qua kleurgebruik zie je grote verschillen in expressie tussen de werken.  

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Het karakter van de lijn van de rivier is .......... en ..........
A
Recht en krom
B
Dik naar dun
C
vloeiend en kronkelend
D
zigzag en linear

Slide 25 - Quizvraag

Waarom maken schilders gebruik van contourlijnen?
A
Om ze scherper te omlijnen
B
Om een figuur meer in de achtergrond te laten opgaan.
C
Om gedetailleerd te tekenen
D
Om figuren duidelijker te maken. Meer te laten opvallen

Slide 26 - Quizvraag

In dit detail van een schilderij van Van Gogh zie je dat hij dikke contourlijnen gebruikt om het haarstuk van de vrouw extra uit te lichten of op te laten vallen

Slide 27 - Tekstslide

In architectuur speelt lijnwerking ook een grote rol. In een grote hal heb je gebogen lijnen hoge gebouwen hebben vaak verticale lijnen. De lijnwerking geeft gebouwen een bepaald karakter waarin de functie van het gebouw of de ruimte wordt weerspiegeld. Dit hangt samen met de begrippen van functies van kunstwerken of zeggingskracht. 

Slide 28 - Tekstslide

Wat voor karakter hebben de lijnen in de gebouw?

Slide 29 - Tekstslide

De lijnen in dit gebouw hebben een ...... karakter
A
Recht
B
Krom
C
vloeiend en golvend
D
simpel

Slide 30 - Quizvraag